DOOR DE TUINEN VAN DE LOIREKASTELEN (1) IN DE NAAM VAN DE ROOS

Touraine wordt ook wel eens de 'Tuin van Frankrijk' genoemd. Vorsten en ander blauw bloed keerden in de 15de en 16de eeuw Parijs de rug toe en ging zich massaal in Loirevallei vestigen. Het resultaat was een ongeziene bouwwoede, kastelen met riante tuinen schoten er als paddenstoelen uit de grond. Vijfhonderd jaar later wordt hun erfenis nog door iedereen bewonderd en door Unesco als werelderfgoedsite werd uitgeroepen, de grootste van Frankrijk. 

Château de Chenonceau.

Chenonceau, een vrouwenzaak. ‘The Lady's Castle', zo wordt Château de Chenonceau wel eens genoemd en dat merk je aan alles. Het verhaal begint in 1513 toen Katherine Briçonnet een deel van dit wereldberoemde kasteel liet bouwen op de ruïnes van een middeleeuwse burcht waarvan vandaag enkel de slottoren - la Tour de Marques - overblijft. Koning Henry II erfde het en liet niet zijn echtgenote Catharina de Medici, maar zijn favoriete maîtresse Diane Poitiers de plak over het kasteel zwaaien. En dat werd niet in dank afgenomen. Maar in korte tijd heeft ze wel voor een unicum gezorgd. Ze bouwde het kasteel verder uit óver de Cher rivier, en is het enige ‘château pont’ in de wereld. Na de dood van Henry II kiepert Catharina de Medici er Diane met een welgemikte schop uit. Ook zij laat haar passage niet onopgemerkt voorbijgaan en legt o.a. de statige 60m lange hal aan in dambordmotief en de renaissancetuin aan. En om de tuinen is het ons dit keer allemaal te doen.

"Diane de Poitiers zorgde voor een unicum: ze bouwde Chenonceau verder uit over de Cher rivier, als het enige ‘château pont’ in de wereld."

Bloemendesigner François Bouchez vernieuwt elke week de bloemstukken in Chenonceau.

Het groene ergoed. In de Orangerie van Chenonceau lunchen we met François Boucher en  Nicholas Tomlan. twee heren die zich ontfermen over het 'groene erfgoed' van Catharina de Medici en Katherine Briçonnet. François Bouchez is bloemendesigner, Nicholas Tomlan plantkundige en landschapsarchitect. François kreeg de titel ‘Meilleur Ouvrier de France’ wat een hele eer is in Frankrijk. Met z'n team vernieuwt hij iedere week de 200 gigantische bloemstukken die je overal in Chenonceau kan bewonderen. 'Bloemen brengen leven, waardoor het lijkt of het kasteel nog bewoond is en de eigenaars ieder moment kunnen thuiskomen,' zegt hij. Zijn bloemstukken zijn zo belangrijk voor Chenonceau, dat ze tot één van de zeven tuinen van het kasteel worden gerekend. Vooral kerst is een topmoment wanneer het kasteel in een magische winterwonderland wordt omgetoverd en bloemen de hoofdrol op zich nemen. Ondanks al de roem die hem vandaag te beurt valt, kijkt François enorm op naar zijn grote voorbeeld: de Belgische bloemendesigner Daniël Ost die o.a. een bloemenwinkel runt in een prachtige art nouveauwinkel in de Brusselse Koningstraat.

Russel Page Tribute Garden, Château de Chenonceau.

Nicholas Tomlan werd geboren in de Verenigde Staten en studeerde plant- en bodemkunde, met als specialisatie sierteelt, aan de universiteit van Delaware. Na 15 jaar voor de Longwood Gardens in Philadelphia te hebben gewerkt, verhuist hij met zijn gezin naar Frankrijk waar hij in 2015 botanisch directeur van Chenonceau werd. Nicholas vergezelt ons op een wandeling door de mooie tuinen van het kasteel. Hij is erg trots op de Russell Page Tribute Garden, genoemd naar de bekendste Engelse paysagist van de 20ste eeuw. Page was een groot reiziger en mixte alle stijlen. Nicholas voltooide de tuin net voor het coronajaar 2020. 'Het ontwerp is gebaseerd op de originele plannen die Russell Page in 1913 voor Chenonceau maakte, iets wat nooit gerealiseerd werd,' vertelt hij. 

Potager des Fleurs, Château de Chenonceau.

Beelden van de Franse kunstenaar Xavier Lalanne brengen poëzie en diepte in de overwegend sobere contouren van deze prachtige tuin. We wandelen naar de Potager des Fleurs, een onwaarschijnlijk mooie plek. 'De tuin heeft een collectie van meer dan 400 rozen,' vertelt Nicholas. Allerlei groenten, bloemen waaronder tuberozen en Afrikaanse lelies, buxusstruiken en siergrassen vormen er een harmonieus lappendeken van geuren en kleuren. Even harmonieus zijn de tuinen van Catharina de Medici en Diane de Poitiers die allebei in een strak geometrisch patroon werden aangelegd rond een centraal bassin. hier bloeien stengelrozen, lavendel, santolina's, hibiscus en groen met buxus, taxus en laurier. Eén ding staat vast: François en Nicholas dragen een zware steen bij om van Touraine de 'Tuin van Frankrijk’ te maken.

"Bloemen brengen leven, waardoor het lijkt of het kasteel nog bewoond is en de eigenaars ieder moment kunnen thuiskomen."

Château de Montrésor.

Montrésor. Het hoeft niet altijd groots te zijn, in Touraine zijn ook vele kleine kastelen de moeite van een bezoek meer dan waard. Op een half uur rijden van Chenonceau bezoeken we het charmante Montrésor, waar in 1005 de fundamenten van Château de Montrésor werden gelegd. Het maakt het meteen een van de oudste kastelen van Touraine. Zoals de meeste kastelen in Val de Loire werd het bijna volledig herbouwd in renaissance stijl in de 15de en 16de eeuw. Een van de belangrijkste eigenaars was Imbert de Batarnay, de raadgever van verschillende Franse koningen en de grootvader van Diane de Poitiers. In 1848 wordt het kasteel verkocht aan de Poolse graaf Xavier Branicki, die Rusland ontvluchtte voor de tsaristen. Hij vestigt zich in Montrésor omdat de omgeving hem aan Polen doet denken. 

Château de Montrésor.

Het park van het kasteel kreeg in de 19e eeuw een romantische make-over en werd opgeschmukt met enkele opmerkelijke beeldhouwwerken van Constantino Corti en Jules Franceschi én een brug gebouwd door Effel. Maar het mooist is nog het uitzicht op het bucolische dorp en de Indrevallei. Een wandeling aan de overkant van de Indre zorgt dan weer voor een heel ander perspectief. De flamboyante natuur langs de oever waar kleine bootjes liggen aangemeerd, is een oase van rust. In Montrésor zelf lijkt de tijd stil te staan. Dit dorp van amper 300 inwoners wordt tot één van de mooiste van Frankrijk gerekend. We wandelen er door smalle straatjes met een mix van huizen opgetrokken in tuffeausteen, vakwerkhuisjes en zelfs semi-troglodiete woningen. De 17e eeuwse Halle des Cardeux met z'n mansardedak verwijst naar het textielverleden van Montrésor. In de gotische Église Saint-Jean Baptiste vinden we behalve het praalgraf van Imbert de Batarnay nog mooie glasramen en het waardevolle 'L'Annonciation' een doek van de 17e eeuwse Brusselse schilder Philippe de Champaigne.

"In Montrésor lijkt de tijd stil te staan. Dit dorp van amper 300 inwoners wordt tot één van de mooiste van Frankrijk gerekend."

La Cité Royale de Loches.

De drie lady's van Loches. Het minste wat je van Cité Royal de Loches  kan zeggen, is dat haar middeleeuwse karakter uitstekend bewaard bleef. Drie robuuste stadsmuren, een al even robuuste donjon en de koninklijke verblijven op een heuvel domineren al meer 10 eeuwen deze historische stad aan de Indre. Illustere namen als Richard Leeuwenhart, Karel V, Lodewijk XII, Anne van Bretagne en Jeanne d'Arc leefden of waren ooit te gast in dit flamboyant gotieke kasteel. 

Praalgraf Agnes Sorel in de Saint-Ourskerk, Loches.

De meest kleurrijke figuur in Loches was zondermeer Agnès Sorel, de minares van Karel VII die o.a. de diep uitgesneden decolté aan het hof introduceerde. Haar excentrieke levensstijl en haar invloed op de koning zorgde ook voor wrevel aan het hof. In 1450 werd ze vergiftigd, een cold case die al eeuwen aansleept, maar de vermoedelijke dader was de afgunstige kroonprins Lodewijk XI die Agnes het leven als een tijdje zuur maakte. Haar prachtige graftombe kunnen we bewonderen in de 10e eeuwse Saint Ourskerk, samen met het opmerkelijk kerkportaal met z'n vreemde dierenfiguren en de twee achthoekige dakpiramiden.


Loches: sgraffito van Luduvico Sforza in de eeuwenoude donjon.

In tegenstelling tot veel andere kastelen aan de Loire, zien we in Loches geen immense geometrische tuinen, maar een bescheiden, mooi aangelegde middeleeuwse tuin. In Loches kom je om te genieten van pure middeleeuwse charme en te flaneren tussen blikvangers als de 13e eeuwse Porte Royale en het Logis Royal met de prachtige bidkapel van Anne van Bretagne. Zelfs ons vierde bezoek aan de koninklijke stad blijft uitermate boeiend. En net als bij onze vorige bezoeken is het hoogtepunt de beklimming van de stoere donjon. Meer dan 7 eeuwen dienst deed hij dienst als staatsgevangenis waaraan o.a. de sgraffito van Ludovico Sforza die hier poltiek gevangen zat, ons herinneren. Een letterlijk hoogtepunt is dan weer het uitzicht bovenop de toren, met de koninklijke stad onder onze voeten en een spectaculair panorama over de wijde omgeving.

"In Loches kom je om te genieten van pure middeleeuwse charme en te flaneren langs blikvangers als de bidkapel van Anne van Bretagne."


Chédigny.

In the name of the rose. De kleine omweg vanuit Loches meer dan waard is Chédigny het enige dorp in Frankrijk dat ooit die titel ‘Jardin Remarquable de France’ kreeg. Een hele eer is als je weet dat het niet om een tuin, maar om een heel dorp gaat. Alles draait er 'in de naam van de roos' want meer dan duizend klimrozen die overal zich aan alle gevels optrekken. Het is mei, ze bloeien volop en het hele dorp is doordrongen van een zalige rozengeur. Op onze wandeling vinden de grootste rozelaar ter wereld, hij is 600m lang en baant zich een weg over de daken van een hele rij huizen. 

Le Jardin du Curé.

Chédigny is op z'n mooist rond de 12e eeuwse Eglise Saint-Pierre-És-Liens waar het charmante oude kerkhof verzinkt in een tapijt van rozen en buxusstruiken. Le Jardin du Curé, de oude pastorijtuin, wandelen we binnen door een tunnel van rozen. De tuin is uniek in Frankrijk. We struinen er langs mooi aangelegde perken met medicinale planten, groenten, kruiden, bloemen en fruitbomen waar de klimrozen tot ver in de kruinen reiken. Dat het fleurige Chédigny het decor is van allerhande evenementen verbaast ons niks. Zo zijn er o.a. blues- en barokfestivals, maar dé pubiekstrekker is het 'Festival des Roses' dat elk jaar in mei plaastvindt. Duizenden nieuwsgierigen wandelen er dan door een heerlijk bedwelmende rozengeur die een bijzonder ontspannend effect heeft.  

"Chédigny is op z'n mooist rond de 12e eeuwse Eglise Saint-Pierre-És-Liens waar het charmante oude kerkhof verzinkt in een tapijt van rozen en buxusstruiken."

Chateau de Langeais.

Langeais: mind your head. Over een solide ophaalbrug - die nog steeds werkt - betreden we een van de meest opmerkelijke kastelen langs de Loire: Château de Langeais. Het contrast tussen de stoere middeleeuwse voorkant en de renaissance achterkant van het kasteel is groot. De geschiedenis van Langeais gaat terug naar de 11e eeuw toen Fulco III van Anjou er een versterkte burcht op een overstekende rots bij de Loire liet bouwen. Na een lange en vooral turbulente geschiedenis kocht Karel VII het in 1422 op, en liet het, met uitzondering van de donjon, slopen. Het was Lodewijk XI die in 1465 het kasteel liet verbouwen tot een elegant 'château de plaisance'.

Château Langeais.

Het kasteel verloor z'n strategische functie dus, maar werd een lustoord én kreeg een ceremoniële functie. Eén belangrijke ceremonie was alvast het verstandshuwelijk van Karel VIII en de 14 jarige Anne van Bretagne dat bij zonsopgang op 6 december 1491 in het grootste geheim werd voltrokken. In de zaal waar dit huwelijk 'en petit comité' plaats vond,, zien we een verbluffende presentatie met wassen beelden van dit belangrijke gebeuren dat Bretagne met het Franse rijk verenigde. Het lijkt zelfs alsof we er gewoon bij waren. In de 15 vertrekken van het kasteel zien we vooral monumentale gedecoreerde schoorstenen, en een schat aan renaissance meubilair. De collectie historische wandtapijten is erg indrukwekkend. Heel opvallend zijn de lage en smalle deuren van het kasteel en dat heeft niks te maken met het feit dat de mensen vroeger kleiner waren, wel om de warmte binnen te houden. Mind your head dus, en Karel VIII kan ervan mee spreken. Want hij mag dan klein van gestalte geweest zijn, hij stierf op 28 jarige leeftijd nadat hij met zijn hoofd tegen een deuropening was gelopen. Er zijn meer heldhaftige manieren voor een koning om de pijp uit gaan...

Châteaau Langeais: de oudste, bewaarde donjon van Frankrijk.

In tegenstelling tot vele andere kastelen in Tourraine, heeft Château de Langeais geen geometrische tuin, maar een park op de achterliggende heuvelrug dat wordt gedomineerd door bij de 12e eeuwse slottoren, de oudste stenen donjon van Frankrijk. Tussen stokoude seqouia's vinden we de ruïne van een 12e eeuwse kapel die bij de oorpsronkelijke burcht hoorde. Niet te missen is het belvédère genieten met een fenomenaal uitzicht over de Loire, met op het voorplan Pont de Langeais die over een lengte van 350m de rivier overspant.

"Karel VIII stierf nadat hij met zijn hoofd tegen een deuropening was gelopen. Er zijn meer heldhaftige manieren voor een koning om de pijp uit gaan..."

© DICHTBIJ & VER WEG 2024

Deze reportage kwam tot stand met en werd gesponsord door: loches-valdeloire.com - www.chenonceau.comwww.tourainenature.comtoursloirevalley.eu

LOIRE PRAKTISCH:

VERVOER: 

Met de trein: De wij reden met de trein naar Saint-Pierre des Corps en van daaruit verder met een huurwagen. Eerst met de Eurostar vanuit Brussel naar Paris-Nord,  metro naar Gare du Montparnasse en van daaruit met de TGV naar Saint-Pierre du Corps. Resitijd: 3,15u.

Met de auto: De kastelen van de Loire zijn perfect met de wagen te bereieken. De afstand Brussel - Chenonceaux bedraagt 554km met een gemiddelde reistijd van 6.30u zonder pauzes. Idem voor Brussel - Loches en Brussel - Langeais.

OVERNACHTEN: 

Château de Charzinay is de perfecte uitvalsbasis voor een verkenning van Zuid Tourraine en een oase van rust. We gingen er overnachten in een voor de streek typisch kasteel met 30ha landgoed. Marine, onze gastvrouw, bestiert er 5 chambre-d'hôtes waaronder één suite, één gite en 5 ecolodges met buitenzwembad. Table d'hotes en ontbijt wordt geserveerd met locale producten en wijnen.  Info: www.chateaudecharnizay.com

Château de Rochecotte.

Château de Rochecotte is een chique en luxues viersterren kasteelhotel met een lange geschiedenis. In 1828 werd het door hertogin Dorthée de Dino getransformeerd naar Italiaans model en in de jaren '30 van vorige eeuw kreeg het een neoklassieke/barokke make-over. In 1984 werd het een hotel en kreeg het nog enkele eigentijdse aanpassingen. Vandaag beschikt het  kasteel over klassieke, sfeervol ingerichte kamers, suites en appartementen met alle moderne comfort en een buitenzwembad. Le Dino, het gastronomische hotelrestaurant, wordt gerund door chefs Emanuelle Pasquier en Franck Joly die verfijnde gerechten serveren op basis van seizoengebonden locale producten. Lekker en uitgebreid buffet ontbijt. Info: www.chateau-de-rochecotte.com

ETEN & DRINKEN:

Le Gorge Loches: Sfeervolle hotelbistro in het hart van Loches waar verfijnde Franse gerechten worden geserveerd aan faire prijzen. Hun keuken is innovatief en er wordt hoofdzakelijk gewerkt met verse streekproducten. Uitgebreide wijnkaart met tal van lokale kwaliteitswijnen. Info: Le George Loches

Vincent Cuisinier de Campagne.


Vincent Cuisinier de Campagne: Topadresje in Touraine! Vincent, de chef, is van Belgische afkomst en vestigde zich in een traditioneel tufsteenhuis in het hart van de Bourgueil-wijngaarden. Zijn keuken weerspiegelt zijn persoonlijke overtuiging: een 100% lokaal menu, kilometer zero, waarbij traceerbaarheid essentieel is: het kippenhok ligt aan het einde van de weg, de wijn komt van naburige wijnboeren, de seizoensgroenten groeien gewoon in de moestuin... Je eet er traditionele gerechten uit Touraine: van paling uit de Loire tot vol-au-vent met hanenkammen en kippenmagen. Vincent vetrekt steeds van een fles wijn die hij 's morgens in de kelder opentrekt en gaat dan op zoek naar bijpassende gerechten. Atypisch, maar verbazend lekker! Website: Vincent Cuisinier de Campagne

DOOR DE TUINEN VAN DE LOIREKASTELEN (1) IN DE NAAM VAN DE ROOS

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->