George had altijd wel een verrassende remedie in petto om mijn oncomfortabele
trips te compenseren. Dit keer verraste ze me met een kreeftfeestje. Benodigdheden:
1 warm schuimbad, 1 als tafel dienende plank dwars over het bad heen, 1 fles
champagne, 2 glaasjes, 2 gekookte kreefthelften en cocktailsaus. Een romantisch
muziekje op de achtergrond en de avond kon niet meer stuk.
Toen George me vroeg hoe m’n trip in Turkmenistan verlopen was, besefte ik dat ik helemaal niet in staat was om erover te vertellen. Waar moest ik beginnen? Ik beperkte me tot het incident: ‘grensovergang in Lada-kofferbak’. Haar antwoord hierop was een bijzonder deugddoende massage.
Een nieuwe opdracht
bracht me in Tbilisi in Georgië, waar ik weer opgewacht werd door mijn
kersverse collega Duche en zijn vrienden. Dit keer had ik ook een urgente
zending bestemd voor de US embassy in Baku-Azerbaijan. Het plan was om dit pak
te leveren in Baku met het tweedehands Mazda busje dat ik intussen naar
Tbilisi had gestuurd. Zo gezegd, zo gedaan. Duche, mijn nieuwe collega Otari
(Otto) en ik + karton vertrokken ’s ochtends voor een rit van pakweg 600 zijderoute
kilometers naar Baku. Niemand van ons drie was ooit in Azerbaijan geweest en
het feit dat we langs het conflictgebied ’Nagorno-Karabagh’ moesten, zorgde voor wat spanning. We reden eerst langs de historische stad
Rustavi, waar behalve verroeste industrie niets historisch te zien was. We
vervolgden onze weg al slalommend tussen putten en andere grote obstakels, door
armoedig ogende dorpjes, tot we over de 'Rode brug' ter hoogte van Kirach-Mughanlo ook nog een mijnenveld aantroffen, net voor de grensovergang naar Azerbaijan.
Terug in Antwerpen moest ik onmiddellijk weer cargo uitrekenen om vluchten te kunnen boeken. Dit keer was er cargo voor Asjchabat, Tashkent en tenslotte Alma-Ata (nu Almaty), de toenmalige hoofdstad van Kazachstan. Ik kwam in de buurt van 100 ton, prima voor een Antonov-124, het grootste cargovliegtuig ter wereld. Omdat er niets mocht mislopen, bleef ik wachten op de luchthaven van Oostende. Net toen ik lekker lag te dutten achterin mijn Ford Sierra, deed mijn Motorola car phone me plots wakker schrikken.‘De Antonov gaat zo meteen landen’ klonk het. Ik kleedde me snel aan en was net op tijd uit mijn auto om het kolossale vliegtuig majestueus te zien landen. Wanneer het begon te taxiën, deed het de andere vliegtuigen eruit zien als speelgoed. De reus kwam rustig mijn richting uitgebold en maakte uiteindelijk iets wat leek op een kniebuiging. Hij ging met zijn snuit op de tarmac liggen en klapte dan sissend en puffend zijn neus naar boven, wat mij een blik in de gigantische laadruimte gunde. Het laden ging verrassend vlot. Heftrucks en vrachtwagens konden gewoon binnenrijden. Hier en daar werd de cargo 4 meter hoog opgestapeld. Wanneer dat allemaal achter de rug was, had ik geen zin meer om weer helemaal mee te vliegen. Een grote vergissing bleek later. Na de eerste levering in Asjchabat was de Antonov niet meer komen opdagen in Tashkent voor zijn 2de stop. Grote ramp! “Where the ‘F’ is my plane?” brulde mijn Motorola. Ik moest het antwoord schuldig blijven. Tot bleek dat de dispatchers hadden beslist de Antonov naar huis te sturen en de korte vluchten naar Tashkent en Almaty uit te voeren met kleinere cargovliegtuigen om geld uit te sparen. Losing the world's biggest airplane, het kostte me bijna mijn baan. Tijd om te zitten treuren was er niet, nieuwe opdrachten rolden binnen.
Geen opmerkingen