De vlucht van Kemerovo naar Moskou verliep ongeveer hetzelfde als de heenvlucht, dit keer zonder schapen. Bij het verlaten van Domodedovo luchthaven zag ik een druk wuivende Natasha in een gigantische zwarte jas die bijna tot op de grond rijkte, op haar hoofd een chapka met grote oorflappen. Vrolijk flapperend kwam ze op me afgelopen. Ik nam afscheid van Igor en hoorde nog net de holle belofte: 'We stay in touch'...
5. Moskou II. De volle lippen van Natasha zoenden me gulzig. Van Igor zou ik nooit meer iets horen. Iets later loodste Natasha me door de troosteloze straten van Moskou. Soms doken we een tunnel in waar elke trede bezet werd door triest ogende bedelaars. Ik zag er ook drukke ondergrondse winkeltjes waar onduidelijke marchandise geëtalleerd werd. Een jong bandietje stoof ons voorbij met een gejatte handtas. De stoeptegels lagen er schots en scheef bij, of ontbraken gewoon. Er was nog nergens neonreclame te zien, als je een winkel zocht, duwde je gewoon tegen alle deuren die je voorbij liep en af en toe zwaaide er ééntje open. Binnen zag ik dan meestal lege rekken. Als er dan al eens een artikel beschikbaar was stapelden de winkeliers deze blikjes of dozen mooi in piramidevorm op. Reclameposters waren er evenmin, wél leuke naïeve schilderijtjes van pakweg een eend, een eiermandje, een kruiwagen met kolen of aardappelen op een rek staan. Mooi en vrij schattig. Bestellen deed je aan een toog waar de winkelier steevast in een soort stofjas stond.
Als je dan al eens iets kon bemachtigen vanuit de piramide, moest je je artikel betalen aan een andere toog, vaak naast de uitgang met een bord: 'kassa'. Daar zat meestal een “babushka” (1) met het hoofd in een sjaal gewikkeld, gehuld in een dikke jas en handschoenen met afgeknipte vingertoppen. Prijzen werden berekend op een telraam. Dichter bij het ‘Rode Plein' vond je souvenirwinkeltjes met zowaar échte vitrines. We stapten zo’n winkel binnen waar 'antiek' in mooie letters op het glas geschilderd was. Ik kwam ogen tekort. De shop lag vol prachtige schilderijtjes in barokke kaders, iconen, beeldjes, muziekinstrumenten, porselein, zakhorloges, staande klokken, etc. Deze 'antiquairs' leken gouden zaken te doen. Veel Moskovieten verkochten noodgedwongen hun familiestukken om de maand rond te komen. Ik liep de zaak buiten met een set tafellinnen en bijhorende servietten. Als ik nu vrienden inviteer, gebruik ik dat nog steeds en denk ik vaak terug aan die dag. Vandaag woon ik in Estepona aan de Costa del Sol. Het gebeurt wel eens dat ik met vrienden een koffie of een caña nuttig op een terrasje in het protserig mondaine Puerto Banus, waar je idioot rijke Russen ziet paraderen met hun Moskino vrouwen op levensgevaarlijke stilletto's. Ferrari's en Lambo's gieren lawaaierig af en aan. Op de gigantische jachten zie ik hun 'posh' vrouwen nieuwsgierig door hun exotische zonnebrillen rondkijken of ze wel voldoende nagestaard worden. Veel van hun moeders verkochten waarschijnlijk destijds hun zilveren bestekken aan de antiquairs op het Rode Plein.
(1) Babushka = grootmoeder
6. STAVROPOL. ELSO (European logistical support office), is een Amerikaans diplomatiek kantoor in Antwerpen dat zich ontfermt over goederenstromen vanuit de VS bestemd voor Amerikaanse ambassades wereldwijd, via de haven van Antwerpen. Het bedrijf kreeg meer en meer te maken met de nieuwe republieken in de ex- Sovjet Unie. Vermits er nog geen beproefde transportroutes vanuit Antwerpen richting Armenië tot en met Kazachstan, bestonden (tenzij via Moskou, wat in Washington een absolute no-go optie was), werd er geopteerd voor het charteren van vliegtuigen die rechtstreeks vanuit Oostende naar de eindbestemming zouden vliegen. Dit nieuwe project boeide me enorm, vooral door mijn fascinatie voor de nomadencultuur, tapijten, kilims en last but not least de zijderoute. Ik vroeg ELSO of ik niet rechtstreeks prijsoffertes mocht maken, ipv via 'Kuhne & Nagel'. ELSO dat sowieso per definitie niet onder de indruk was van grote, internationale transportgroepen, nam mijn voorstel in overweging. Ik maakte een prijsofferte voor een dringende zending bestemming Tbilisi-Georgië en op hun vraag "what's your guarantee?", improviseerde ik ter plekke "I'm on the plane, so I deliver it myself". Na een resoluut "you got it" en hun akkoord om mij te pre-financieren (ik was blut), ging ik aan de slag. Een week later zat ik in de cafétaria van de luchthaven in Oostende te wachten op de Antonov-12 die ik geboekt had. Na een vertraging van zowat 3 uur en veel koffies later zag ik een sjofel, op een C-130 lijkend propeller vliegtuig lawaaierig taxiën op de tarmac. Diezelfde nacht zat ik op een klapstoeltje tussen de Russische crew in het daverende vliegtuig. Na een uurtje of 5 vliegen, landden we in Stavropol (Zuid Rusland) voor een fuel-stop (no kerosine in Tbilisi, klonk het). Het was winter, koud en somber. Pas de volgende dag zouden we doorvliegen naar Tbilisi. Een Engelsman stond me op te wachten en trotseerde het ijskoude weer in een lichtblauw pak. Hij loodste me naar het locale Intourist hotel. In de bar dronken we 'Baltic n° 3' bier en zag ik dat hij vooral ogen had voor de Russische dame die onder pianobegeleiding zeemzoeterige liedjes stond te zingen. De microfoon deed het de helft van de tijd niet, maar dat maakte voor hem niets uit. Toen ik later nog eens in Stavropol landde, was de Engelsman er niet meer. De Russische zangeres was ook pleite en er ontbrak bovendien een groot bedrag charter-poen. Na een nachtje slapen in een standaard eenpersoons Intourist kamer, in een krakend formica bedje gedekt met dikke wollen kriebelige dekens, kreeg ik vooral kriebels van het vooruitzicht op mijn korte vlucht van Stavropol naar de Georgische hoofdstad Tbilisi, waar destijds de tirannieke, meedogenloze Mchedrioni maffia, terreur zaaide...
© TEKST & FOTO'S: AKE JACOBS 2023
MEER LEZEN:
Post Sovjet rock 'n roll 1: Moskou
Geen opmerkingen