De Loirevallei strekt zich uit over 280km en is sinds 2000 de grootste Unesco Werelderfgoedsite van Frankrijk. Wij beperkten ons tot Loches en zuid Touraine. Een regio waar kastelen, bucolische dorpjes, prachtige tuinen, wijn en een heerlijke gastronomie alle vakjes aanvinken als het op allround genieten aankomt. We zochten er 6 originele kastelen uit, waarvan drie in deel 2. En wat ze zeggen klopt: size doesn’t matter.
Château Boussay. |
Chateau Boussay. Al verken ik de streek met de wagen, Touraine heeft ook een enorm fietsnetwerk: 400 km ‘voies vertes’ waar je al peddelend door de prachtige natuur rond de Loire en de Indre trekt. Op een van die fietsroutes, middenin de Claise vallei, die ook wel eens la Petite Bourgogne wordt genoemd, ligt kasteel Boussay. Het wordt een versterkt landgoed genoemd, al heeft het slotgrachten en een heuse ophaalbrug. Het is de wat denigrerende benaming voor een kasteel behorend tot de lagere adel. Net zoals de meeste kastelen is het gemaakt van zachte kalksteen, typisch voor de streek. Het is niet in perfecte staat, maar dat wordt gecompenseerd met een overdosis aan charme.
Château Boussay. |
Château Chenonceau. |
Toen Henry II het kasteel niet aan zijn echtgenote, maar aan zijn favoriete maîtresse Diane Poitiers gaf werd dat, zacht uitgedrukt, niet in dank afgenomen. Maar in de korte tijd dat ze er verbleef heeft ze voor een unicum gezorgd, het enige ‘chateau pont’ in de wereld. Ze bouwde het kasteel verder uit op een brug over de rivier Cher. Catharina de Medici gooit Diane eruit van zodra Henry II zijn kopje neerlegt en zorgt ervoor dat ook haar passage niet onopgemerkt voorbij gaat. Ze laat de prachtige 60m lange hall aanleggen in dambordmotief en verfijnt de tuinen, o.a. de in terrassen aangelegde renaissancetuin die aan het kasteel grenst.
Château Chenonceau. |
Het is intussen duidelijk dat de vorsten in de 15de en 16de eeuw Parijs de rug toekeren en zich hier massaal komen vestigen. Dat zorgt voor een enorme bouwwoede die resulteert in een plek die anno 2021 nog steeds door iedereen bewonderd wordt en door Unesco als werelderfgoedsite werd uitgeroepen, de grootste van Frankrijk. Want in navolging van de vorsten laten ook de adel en andere rijkelui kastelen optrekken aan de oevers van de Loire, de Indre en de Cher. Iedereen die macht had of wilde hebben vestigde zich in de vallei, waardoor hier een belangrijke periode in de Franse geschiedenis werd geschreven. Val de Loire wordt Val de Pouvoir, zoals een Frans journalist het accuraat beschreef.
Château Chenonceau. |
Het kasteel heeft zeven tuinen en draagt dus meer dan haar steentje bij om Touraine tot ‘tuin van Frankrijk’ te kronen. J. François Boucher, die als bloemenscenograaf van het kasteel tot ‘meilleur ouvrier de France’ werd uitgeroepen laat me er enkele zien. Zijn grootste trots is Russell’s tuin, die als hommage werd aangelegd aan de bekendste Engelse paysagist van de 20ste eeuw. Hij was een groot reiziger en mixte alle stijlen. Ondanks al die tuinen worden er nog elke dag massa’s bloemen aangekocht, want Boucher vernieuwt wekelijks 200 gigantische boeketten die overal verspreid staan in het kasteel. Vooral in de kerstperiode kunnen ze er niet spectaculair genoeg uit zien. Zo heeft hij ooit een kerstboom van 6m hoog vol met kleurrijke papegaaien gehangen omdat Catharina de Medici vaak haar exotische vogels liet rondvliegen in het paleis. Het zijn vooral dit soort anekdotes die hij gebruikt als inspiratie. Bloemen waren in dit ‘chateau des dames’ altijd erg belangrijk en die traditie wordt tot op vandaag verdergezet. J. François Boucher geeft masterklassen in de ateliers van het paleis, waarvoor je je als bezoeker kan inschrijven. En wie wil niet leren van een van de beste ter wereld?
Château l’Amboise. Het is moeilijk om niet van de Loirevallei te houden: charmante dorpjes, schilderachtige landschappen, kastelen in zowat elk stadje en troglodyte huizen. Gooi daar nog wat wijngaarden tegenaan en een gastronomie die iedereen van zijn sokken blaast en je weet waarom er zoveel mensen naar deze streek trekken. Kastelen als Chenonceau en Chambord zijn architecturale meesterwerken, maar Amboise moet zeker niet onderdoen voor deze twee. Het is druk in het stadje en daar is een goede reden voor, het kasteel behoort tot de top drie van de Loire. Charles VIII, die er al als kind woonde maakt van het Middeleeuws kasteel een weelderig gotisch paleis. Zijn opvolger Lodewijk XII zet zijn werk voort, maar het kent zijn grootste bloei onder Frans I, die Leonardo Da Vinci naar Touraine haalt om het kasteel de Italiaanse finesse te geven waar iedereen in die tijd gek op was. Het kasteel heeft dus zowel gotische- als renaissance elementen.
Château l'Amboise. |
Da Vinci verblijft de laatste drie jaar van zijn leven in Clos Lucé, dat verbonden was met het kasteel door een onderaardse gang. Hij zou op 67 jarige leeftijd in de armen van Frans I, waar hij goed bevriend mee was, gestorven zijn. Zijn graf bewonder ik in de St. Hubertuskapel in de tuin van het kasteel, een plek die het genie vaak opzocht om tot rust te komen. Gebouwd op een rots met zicht op de Loire, is het een van de meest indrukwekkende kastelen, het Franse hof was er gek op. Vanop het terras kijk ik uit op een zee van grijze daken van het charmante stadje Amboise en op de meanderende Loire.
Château l'Amboise. |
Wordt vervolgd: Loches. Lees hier het eerste deel van onze kasteeltocht door de Loirevallei.
TEKST & FOTO’S: ©MYRIAM THYS 2021
PRAKTISCH:
Info La Touraine: www.touraineloirevalley.com
Info Loches: www.loches-valdeloire.com
Er naar toe. Met de trein: de Thalys naar Parijs, overstappen in Gare Montparnasse, daarna met de interregionale trein verder naar Saint-Pierre des Corps (Tours). Reistijd: 4 uur.
Met de wagen: Vanuit Brussel is het 545km naar Tours. Reistijd zonder stops +/- 5u 45 min.
La G’art: Een leuke stop tussen al de kastelen is La G’art in Le Grand-Pressigny, een originele kunstgalerij in een oud stationnetje. Een jong koppel bewerkt er lampen en meubels en maakt er praktische kunstwerken van. Monsieur Machin et madame Truk noemen ze zichzelf al lachend, zo staat het ook op hun kaartje. Ze maken mooie dingen en het is nog heel betaalbaar. www.facebook.com/lagartmachintruk
Le Savoie Villars: een hotel en bistrot in Le Grand-Pressigny waar je ‘middags, geloven of niet, een heerlijk lokaal driegangenmenu kan eten mét een glas wijn voor slechts 14,5 €: www.hotelsavoievillars.com
Le Clos aux Roses: een rustgevend restaurant in het bloemendorp Chédigny, waar je ook kan slapen. De vrouwelijke chef Armelle Kraus werkt met seizoengebonden producten en serveert verfijnde gerechten waarvoor ze terecht 1 bib in de Guide Michelin kreeg. www.leclosauxroses.com/
Relais de la Mothe: een charmant hotelletje in een van de oudste dorpjes van Touraine: Yzeures-sur-Creuse. Je kan er in het restaurant ook heerlijk traditioneel eten. relaisdelamothe.zenchef.com/nl/
Geen opmerkingen