Met een bekende universiteit leek Franeker voorbestemd om de hoofdstad van Friesland te worden, maar moest de eer aan Leeuwarden laten. Toch wis je een academische smeltkroes van twee eeuwen niet zomaar weg. Heel wat geleerden met vestigden zich in de Elfstedenstad en dat laat z'n sporen na. Ik ga in Franeker op zoek naar de erfenis van Eisinga en Oort en ontdek een stad die me, ondanks de regen, meteen inpalmt.
Franeker is omringd door water. |
Wanneer ik op een druilerige zondagochtend in Franeker van de trein stap, twijfel ik even of ik wel de juiste halte nam. Vanaf het perron is er namelijk geen stad te bekennen. Ik klamp een toevallige passant aan. Of hij mij de weg naar Franeker kan wijzen. 'Om de hoek het kanaal over en je bent er in twee minuten,' lacht hij. Het is voorlopig de laatste levende ziel die ik zie in Franeker, dat op zondagochtend een ware spookstad lijkt. Sinds ik vanmorgen in Leeuwarden vertrok regent het onophoudelijk. En aan water is er sowieso al geen gebrek in deze oude vestingstad. Het artificiële eiland wordt namelijk omsloten door het Van Harinxkanaal dat een eind verderop uitmondt in de Waddenzee.
Ster der Elfsteden. Niet alleen het weer zit wat tegen, ook mijn timing. Het Planetarium van Franeker, de reden van m'n bezoek, opent op zondag niet zoals ik dacht om tien, maar om elf uur. Ruim op tijd dus om de 'Ster der Elfsteden' onder een dik wolkendek te verkennen. Wat me meteen fascineert is de rijke, eclectische architectuur van Franeker. Van het 16e eeuwse universiteitsgebouw staat zo goed als niks meer overeind, maar het stadhuis bij de gracht in de Eisingastraat, dat uit dezelfde periode dateert, is een regelrechte eyecatcher. Van dit monument in Friese renaissance werd in Brookline (Massachusetts VS) een quasi identieke kopie gebouwd.
Aan de andere kant van de gracht zie ik de tegenpool van het stadhuis: het piepkleine Korendragershuisje. In de sierlijke halsgevel van dit charmante tolhuis uit 1634 werd een gevelsteen met een gouden klok gemetst, het is het oudste stadswapen van Franeker. Meer mooie gevelstenen zie ik o.a. op het Klaarkampster weeshuis uit halfweg de 16e eeuw. Maar liefst 178 woningen werden geklasseerd in deze kleine Friese stad met z'n vele klok-, trap- en halsgevels. Begin 20e eeuw deed ook art nouveau hier zijn intrede. Het RC Verenigingsgebouw (nu de stadsbibliotheek) en de ter ziele gegane Telenga's drukkerij getuigen nog stil van deze flamboyante kunststroming. Liefhebbers van art nouveau zullen ook, net als ik, hun ogen uitkijken in het mooie interieur van De Stadstuin. Deze brasserie, in de voormalige winkel van Koffiebranderij Van Balen, ziet er nog net uit als een eeuw geleden. Koperen ornamenten, kleurrijke glasramen, koloniale kasten en sierlijke keramiektegels, kortom, een geweldige plek voor een koffiebreak met oranjekoek (een typische Friese lekkernij) of een heerlijke lunch.
"Wat me meteen fascineert is de rijke, eclectische architectuur van Franeker."
De Friese boerenwetenschapper. Ook als het buiten regent, schijnt in het huis van Eise Eisinga (1744 - 1828) de zon. Ze vormt het middelpunt van het planetarium waarmee de Friese 'boerenwetenschapper' onsterfelijk werd. Reeds op jonge leeftijd was de uit Dronrijp afkomstige wolkammer gepassioneerd door sterrenkunde. Eise was buitengewoon begaafd, maar had de middelen niet om te studeren. Toch zou hij het als autodidact ver schoppen. In 1768 begon hij aan z'n opus magnum, een klus die hem 13 jaar zoet hield. Vandaag is het mechanische schaalmodel van ons zonnestelsel het oudste, nog werkende planetarium ter wereld. Toen in 1818 de Nederlandse Koning Willem I het planetarium bezocht, was hij er zodanig van onder de indruk dat hij het enkele jaren later opkocht. In 1859 schonk de Nederlandse Staat het huis aan de stad Franeker en werd het een museum.
In het huis van Eise Eisinga schijnt de zon altijd. |
Sindsdien lokt het jaarlijks tienduizenden bezoekers naar de Friese stad. Nadat ik de unieke collectie historische astronomische instrumenten en het leven van Eisinga (als wolkammer) heb ontdekt, neemt de gids me mee naar Eisinga's slaapkamer, dé plek waar hij z'n planetarium bouwde. 'Zijn planetarium is als een uiterst gesofisticeerd uurwerk,' vertelt ze. 'Het werkt als een slingerklok met een gewicht, dat om de zoveel tijd weer omhoog getrokken moet worden.' Het doet me onmiddellijk denken aan Louis Zimmer, de uurwerkmaker uit Lier, die min of meer hetzelfde deed met z'n Zimmertoren en Astronomische Studio. Alleen was Eisinga hem 150 jaar voor, wat zijn werk nog veel unieker maakt.
Een complex raderwerk met regulator houdt Eisinga's planetarium al 250 jaar draaiende. |
Eisinga's planetarium, met mooie blauwe achtergrond, geeft behalve de tijd ook nauwkeurig de actuele posities van de (toen) 6 bekende planeten aan. Uranus werd ontdekt toen het planetarium net af was, van Neptunus en Pluto had men nog geen flauw benul. Ook de schijngestalten van de maan, de opkomst en ondergang van zon en maan en een planisfeer werden erin verwerkt. Het is een fascinerend werk dat ik bijna een uur lang geboeid bestudeer. Op de zolder kan ik het enorme raderwerk met regulateur bewonderen, een complex systeem van tandwielen, die het planetarium al 250 jaar draaiende houdt. 'Enkel op oudjaar en in een schrikkeljaar moeten we het ding wat helpen,' zegt mijn gids. Eén ding staat vast: alleen een geniale geest kan zoiets verwezenlijken. Het is dan ook geen toeval dat Eisinga's meesterwerk de run naar Unesco Werelderfgoed is begonnen.
"Eisinga's mechanische schaalmodel van ons zonnestelsel is het oudste, nog werkende planetarium ter wereld."
De Oortwolk. Het zou me niks verbazen indien Eisinga's meesterwerk ook Jan Hendrik Oort inspireerde om zich vast te bijten in de mysteries van het heelal. De in Franeker geboren astronoom oogstte wereldwijd faam met een belangrijke sterrenkundige ontdekking die zijn naam kreeg: de 'Oortwolk', een theorie over de origine van langperiodieke kometen. Die volgens de illustere astronoom ergens in een gordel ver voorbij de banen van onze buitenplaneten zweven. Een hypothese die in astronomische kringen nog steeds zeer au serieux wordt genomen. Hoewel de Oortwolk, naar de beroemde Friese wetenschapper werd genoemd, heet de straat waarin hij geboren werd nog steeds gewoon de Zilverstraat.
Op de gevel van nr. 16 zie ik een bescheiden bordje dat de wereld eraan moet herinneren dat Oort's roots in Franeker liggen. Helemaal terecht kreeg hij twee jaar geleden z'n verdiende glorieplek tussen de exotische bloemenweelde van het prachtige Martiniplantsoen. In de schaduw van de gelijknamige kerk pootte de Franse kunstenaar Jean-Michel Othoniel er een artistieke impressie van de Oortwolk neer, die tegelijk refereert naar de middeleeuwse fonteinen, die jeugd en onsterfelijkheid symboliseerden. Zijn creatie is een van de '11 Fountains' die sinds 2018 de 11 steden van Friesland opfleuren. Vanop een bankje kijk ik toe hoe de fontein een gigantische mistwolk uitstoot. Water en mist, het vat Friesland mooi samen. Uitgerekend op weg naar het station klaart het op. De regen zette een kleine domper op mijn korte bezoek aan Franeker, maar op een zonnige zondag kom ik gegarandeerd terug naar dit charmante Friese stadje dat me op enkele uren tijd ontzettend wist te fascineren.
"Op een zonnige zondag kom ik gegarandeerd terug naar dit charmante Friese stadje dat me op enkele uren tijd ontzettend wist te fascineren."
© TEKST & FOTO'S: W. GLADINES 2020
Geen opmerkingen