Rhätische Bahn, de traagste treinen ter wereld. |
De trein der traagheid. Bij het station van Filisur, een uit de kluiten gewassen berghut, heerst 's morgens vroeg al een gezellige drukte. Op het terras van de stationsbar werpen we bij een kop koffie nog een laatste blik op de wandelkaart. We pikken in op de Via Albula/Bernina, de wandelroute langs de iconische Zwitserse bergspoorweg, die geldt als een van de mooiste ter wereld. Het 130km lange traject van Thusis naar het Italiaanse Tirano leggen we afwisselend per trein en wandelend af. Slow travel dus, want de bergtreinen de Rhätische Bahn (RhB) zijn de traagste ter wereld. Zo doet de Glacier Express meer dan 8 uur over het 290km lange traject van Zermatt naar Sankt-Moritz. Die traagheid heeft een reden. Omdat ze op smalspoor rijden kunnen de bergtreinen moeiteloos scherpe bochten nemen, maar zijn daardoor een stuk langzamer. Een geoefend wielertoerist bv. kan de knalrode treinen makkelijk bijhouden. Bovendien wordt er vrijwel op het hele net over één spoor gereden waardoor de treinen bij de stations vaak moeten wachten om elkaar te passeren.
Het Landwasserviaduct.
|
Twee trajecten van de Rhätische Bahn, de Abula- en Berninalijn, zette Unesco in 2008 op de werelderfgoedlijst. En terecht. Want de manier waarop Zwitserse spoorwegingenieurs een eeuw geleden de bouwtechnische problemen bij de aanleg ervan aanpakten, tart alle verbeelding. Tijdens het eerste deel van onze reis trekken we langs de 62km lange Albulalijn, van Thusis naar Sankt-Moritz: 42 tunnels en galerijen, 144 viaducten en bruggen overwinnen een hoogteverschil van 1.123m in perfecte harmonie met de natuur. Met een dosis goede moed vertrekken we in Filisur naar Bergün voor een daghike van 10km. De wandelroute stijgt 620m in de laatste kilometers, dus dat wordt zweten. Onze eerste halte is meteen het paradepaardje van de Räthische Bahn: het imposante Landwasserviaduct. De Landwasser rivier overspannen was een enorme uitdaging voor de ingenieurs van de RhB. Maar het resultaat is verbluffend: een 65m hoog viaduct dat over een afstand van 135m een bocht van 45° maakt om dan recht de Landwassertunnel in te duiken. De bouw begon in 1901 en duurde 1,5 jaar.
Rösti & Möhlsaft. 'Grüezi! Wo kommen Sie her?' vraagt een oude inwoner van Filisur. We leggen hem in ons beste Duits uit dat we dappere Belgen zijn die de Via Albula/Bernina afwandelen. Tot onze verbazing worden we spontaan rond gegidst door de man. Filisur was tot met de aanleg van de Albula spoorweg een wat afgelegen oord in Graubünden. Met een eigen station, al is het dan een soort berghut, en de beroemde Landwasserviaduct in de buurt werd het in 1909 min of meer op de kaart gezet. Vandaag heeft het straatdorp met amper 500 inwoners zelfs vier hotels. We zien prachtige 16 en 17e eeuwse huizen in typische Engadinerstijl met wit gestucte gevels, trechtervormige vensters, boogpoorten en sierlijke sgraffito (lijntekening ingekleurd met frescotechniek). Bij elk huis krijgen we tekst en uitleg van onze pop-up gids. Voor we weer verder trekken wil hij ons per se nog het huis van de patissier laten zien, het mooiste en grootste van het hele dorp.
Vanuit Filisur volgen we de Albula rivier naar Bellaluna, een oud mijnwerkershol waarvan wordt gezegd dat het behekst is. Het zal wel toeval zijn, maar de wandelweg is er voor een groot deel weggespoeld door een stortvloed enkele dagen eerder. Het lijkt of we geen kant meer op kunnen. Met onze kaart en een portie gezond verstand zoeken we een uitweg aan de andere zijde van de rivier. Een bospad dat breed zigzaggend de berg opslingert is de enige optie. Intussen is het snikheet geworden. De klim lijkt eindeloos tot we in de verte Bergün zien opdoemen dat we in de late namiddag bekaf bereiken.
Bergün. |
Net als Filisur is ook Bergün een erg authentiek Zwitsers bergdorp met mooie huizen in Engadinerstijl. Het werd gebouwd rond La Tuor, het gemeentehuis met z'n opvallende toren. Blikvanger is het kuuroord in Jugendstil dat in 2012 nog tot het mooiste historische hotel van Zwitserland werd verkozen. Om in het thema van onze trip te blijven bezoeken we het Bahnmuseum Albula bij het station, waar we alles te weten komen over de bouw van de Rhätische Bahn en de impact ervan op de regio. Op het museumterras drinken we voor het eerst Möhlsaft, een ciderachtig drankje dat niet alleen lekker is, maar ook nog eens een excellente dorstlesser blijkt. Slapen doen we in Hotel Weisses Kreuz, een vroeg 16e eeuwse hoeve die tot een hotel werd getransformeerd. Na een stevige bergmaaltijd - rösti met spek dat er ook op een warme zomerdag vlotjes ingaat - vallen we als afgematte berggeiten in slaap.
"We volgen de Albula rivier naar Bellaluna, een oud mijnwerkershol waarvan wordt gezegd dat het behekst is."
Albulatunnel Preda & Infoarena. |
Rondjes draaien. Het is een vreemde ervaring wanneer onze trein tussen Bergün en Preda tunnel na tunnel induikt en het lijkt of hij er telkens op dezelfde plek weer uitkomt. De reden hiervoor is dat de trein een hoogte van meer dan 400m moet overwinnen over een afstand van 6,5km. De spoorwegingenieurs van RhB kwamen op het briljante idee om het traject met 2 keertunnels, 3 spiraaltunnels en 4 keerviaducten 12km te verlengen. Rondjes draaien dus. Het ongezien staaltje spoorwegarchitectuur is één van de redenen waarom de Albulalijn op de werelderfgoedlijst staat. Als we in het station van Preda van de trein stappen, komen we middenin een enorme bouwwerf terecht.
Lai da Palpuogna.
|
Preda ligt aan de ingang van de Albulatunnel die de Albulavallei met de Vallei van Engadin verbindt. Na een eeuw trouwe dienst was de 5,9km lange tunnel hoognodig aan een opknapbeurt toe. Toch werd vooral om praktische redenen gekozen voor de aanleg van een nieuwe parallelle tunnel waarvan de werken in 2014 werden opgestart. Tegen 2022 moet hij operationeel zijn. Na een kort bezoek aan de Info-arena bij de werf, beginnen we aan de 12 km lange hike naar Spinas, met een klim van 700m. Een bergpad leidt ons meteen naar wat de Zwitsers tot het mooiste plekje van hun land hebben gebombardeerd: Lai da Palpuogna. Ons plan om vroeg met de eerste trein vanuit Bergün naar Preda te vertrekken werkt: we bereiken het onwaarschijnlijk mooie bergmeer voor de grote toeloop.
"Het is een vreemde ervaring als onze trein tunnel na tunnel induikt en het lijkt of hij er telkens op dezelfde plek weer uitkomt."
Lai da Palpuogna.
|
Een overgesatureerd bergmeer. Dat de Zwitsers in de ban zijn van Lai da Palpuogna verbaast ons niks. Op dit vroege uur zijn we er helemaal alleen en kunnen we ongestoord genieten van deze wat onwezenlijke plek waarvan de setting naar adem doet happen. Dit kleine stuwmeer in de Albula rivier ligt op een soort hoogtedal (1918m) dat door gletsjers werd gevormd en omsloten wordt door torenhoge bergen. Het is windstil waardoor het omliggende landschap haarscherp weerspiegelt in het blauw-groene water. Het hele plaatje lijkt wat overgesatureerd en toch zijn het de natuurlijke kleuren. We nemen alle tijd voor een wandeling rond het meer, genieten niet alleen van het uitzicht maar nemen elk detail in ons op: de planten, de bloemen, alle beestjes groot en klein. Af en toe ploffen we neer op een rotsblok en worden we helemaal zen. Na dit uitgesponnen chill-moment beginnen we aan onze opwaartse hike naar Spinas die ons kilometers ver door het ongerepte bergdecor van de Bündner Alpen voert. Terwijl we van het fascinerende uitzicht genieten, wandelen we over Alp Weissenstein en Crap Alv naar de 2.466m hoge Fuorcla Alv en maken tenslotte de steile afdaling naar Val Bever.
Omdat we vooruitlopen op de dagplanning, nemen we in Spinas de trein terug naar Preda om de 7km lange Bahnerlebnisweg in dalende richting naar Bergün te maken. Bijna het hele traject loopt pal naast de spoorlijn. De keertunnels en -viaducten die we vanmorgen nog vanuit de trein zagen, zien we nu vanuit een heel ander perspectief. Het is niet alleen mooi, maar ook verbazend om te zien hoe soepel de rode treinen door het groene landschap slingeren en opvallend hoe smal de sporen zijn. Bij een van de infoborden lezen we dat het smalspoor ook een economisch voordeel had. Vergeleken bij normaalspoor (1435mm) viel de prijs van zowel de smalle spoorwegbedding als de vele tunnels en viaducten een stuk goedkoper uit. Terug in Bergün ploffen we afgepeigerd neer op het terras van het Bahnmuseum. 'Zwei Möhlsaft bitte.' Wat later nemen we de trein naar Sankt-Moritz, eindhalte van de Albulalijn.
"Het is mooi én verbazend te zien hoe soepel de rode treinen door het groene landschap slingeren."
"Exit Albulalijn: onze trip van de besneeuwde bergtoppen naar de palmbomen aan de Middellandse Zee is halfweg."
© TEKST: W. GLADINES - FOTO'S: M. THYS & W. GLADINES 2020.
VIA ALBULA - BERNINA PRAKTISCH:
Vervoer: wij vlogen met Swis Air naar Zurich, 6x per dag h/t vluchten vanuit Brussel. Vanuit Zurich reden we met de trein Thiefencastel waar we aan onze trip begonnnen. Leuk om te weten: wintersporters die naar Zwitserland vliegen met Swiss Air betalen geen toeslag voor het vervoer van hun eerste wintersportmateriaal.
Eurotrek: Wij trokken naar Zwitserland met Eurotrek, een Zwitserse organisatie die actieve vakanties organiseert in 14 Europese landen. De reis die we maakten is de achtdaagse wandeltrip langs de Via Albula/Bernina. Inbegrepen in de prijs zijn o.a. 7 overnachtingen met ontbijt in een driesterren hotel, een Railway Pass waarmee je onbeperkt met de trein kan reizen en je je dagtrips makkelijk kan aanpassen indien nodig, dagelijks transport van je bagage, toegang tot het Albula Museum, gedetailleerde kaarten en info over de route, permante back up in geval van problemen en geweldige service. Info en prijzen (afhankelijk van het seizoen): www.eurotrek.ch
HOOGTEVERSCHILLEN VIA ALBULA:
Geen opmerkingen