SPITSBERGEN, OP AVONTUUR IN DE ARCTISCHE WOESTIJN


Spitsbergen, een eilandengroep in het Noordpoolgebied, op een kleine 600 km boven Noorwegen is één groot ijstapijt met in de zomer een fascinerende fauna en flora. Ik scheep in op de G-Expedition, een kleinschalig expeditieschip dat de Arctische Oceaan bevaart. Navigerend tussen fjorden, ijsschotsen en indrukwekkende gletsjers ontdek ik een natuur die amper door mensenhanden werd beroerd.


Het is een uur 's ochtends en de zon staat hoog aan de hemel.

‘Het is haast nooit zo helder,’ hoor ik de piloot enthousiast door de intercom zeggen. Al bijna 20 minuten vlieg ik over een landschap dat lijkt geschilderd door een begeesterd kunstenaar, wild en onaangeroerd... De sneeuw- en ijslaag vertonen oneindig veel witvariaties. Het vreemde licht van de middernachtzon zorgt voor ongewone schaduwen. Het is 1 uur ’s ochtends, maar de zon staat nog hoog aan de hemel. Als ik de luchthaven van Longyearbyen uitwandel, moet ik mijn zonnebril opzetten, een vreemd maar prettig gevoel op dit gevorderde uur.


Longyearbyen, de poort naar de Noordpool.

Longyearbyen, de poort naar de noordpool. De hoofdstad van deze archipel, Longyearbyen, telt iets meer dan 2000 inwoners, maar ontvangt jaarlijks 65.000 toeristen. Het stadje is een schort groot en heeft een interessant museum, waarvan de moderne architectuur erg opvalt tussen de houten huizen die vaak in felle kleuren zijn geschilderd. Het is de perfecte introductie tot deze uit 2/3de bestaande ijsmassa die in het Noors Svalbard (koude kust) heet. 60% Van het landschap, in het totaal 63.000km2, is ingepakt door gletsjers en ijsbergen. Ook de stad is omringd met besneeuwde, jawel, spitse bergen.


In Spitsbergen leven evenveel ijsberen als mensen.

Oog in oog met een ijsbeer. De hele archipel is quasi onbewoonbaar en totaal onvruchtbaar. Er leven ongeveer evenveel mensen als ijsberen, een drieduizendtal. Tot in de jaren ‘70 werd er massaal op deze witte reuzen gejaagd. Gelukkig is dat intussen al lang verboden. Op dit moment blijft hun aantal stabiel, maar voor hoe lang nog? De klimaatopwarming zorgt ervoor dat het pakijs elk jaar slinkt, het vriest ook steeds later dicht en de beren hebben dat ijs nodig om op zeehonden te jagen. ‘s Avonds krijg ik tips over wat ik moet doen als ik oog in oog staat met zo’n reus. Een ding onthou ik: rennen of me verstoppen heeft geen zin. Een ijsbeer kan tot 40km per uur lopen. Veel lawaai maken is de enige oplossing. Een verwittigd mens is er twee waard.


Met zodiacs langs gletsjermuren varen is best spannend.

De natuur in zijn meest extreme vorm. Al snel ben ik doordrongen van de rust die de poollandschappen uitstralen. We varen langs een ruig decor van bergen met scherpe pieken die boven de ijsmassa uitsteken, steile gletsjers en indrukwekkende fjorden. Nachten zijn dagen en dagen nachten. Mijn biologisch kompas is het noorden kwijt. Wanneer ik midden in de nacht wakker word in de 30km lange Kross Fjord, met uitzicht op de 14th of july gletsjer, is dat op z’n minst gezegd spectaculair. Ik besef pas hoe nietig we zijn als we met een zodiac langs de 35 meter hoge blauwe gletsjermuur varen. We slalommen tussen de ijsschotsen van waarop ringel-en baardzeehonden me verbaasd aanstaren. Het ijs kraakt, iedereen is stil. Dit is de natuur in zijn meest extreme vorm.

"Nachten zijn dagen en dagen nachten. Mijn biologisch kompas is het noorden kwijt."


Het eeuwige ijs in de Arctische woestijn.

De Arctische woestijn. Wanneer we het meest noordelijke punt van de reis naderen, boven de 80ste breedtegraad, zit ik officieel in het noordpoolgebied. Hier begint het eeuwige ijs, de Arctische woestijn, een benaming waarmee ik deze bevroren massa niet meteen associeer. Als het schip door het ijs klieft, maakt dat een oergeluid dat met niks te vergelijken valt. Verder heerst er complete stilte. Volgens de wetenschappers aan boord is dit hét universum van de ijsbeer. Bijna iedereen staat op het dek. Een van de biologen heeft er eentje gespot op enkele honderden meters afstand. De beer lijkt doelloos baantjes te trekken. Als hij dichterbij komt staan we met z’n allen als echte paparazzi’s in slagorde opgesteld. Al die aandacht zint hem niet en hij maakt rechtsomkeer. Niet veel later zien we er nog een die maar liefst vier pogingen onderneemt om een uit de kluiten gewassen zeehond te pakken, maar daarbij schromelijk faalt. Het wordt een vermoeiende dag voor dit eenzame mannetje. Hij zal nog veel moeten ijsschots-hoppen om zijn dagelijkse 12000 calorieën te scoren.


Walrussen kan je vrij dicht benaderen.

Walrussendag. Ook walrussen voelen zich hier erg in hun sas. In tegenstelling tot de solitaire ijsberen, liggen ze voortdurend in grote groepen in mekaar gestrengeld. Ik zie er die dag minstens 70. Het zijn ontzettend intrigerende beesten. Hun lange tanden, die eruit zien als een uit de hand gelopen hangsnor, dienen enkel om hun zware lichaam (800 kilo) op het ijs te heffen. We varen er met een zodiac naartoe en omdat ze zo goed als geen geen vijanden hebben, kunnen we ze vrij dicht benaderen, ik kan ze bijna aanraken. Plots breekt er lichte paniek uit wanneer het pakijs zich langzaam om ons heen sluit en er bovendien beren zijn gesignaleerd.


Het leven in de witte ijsmassa is ronduit fascinerend.

Tsjilpende walvissen. Het splijten van de enorme ijsplaten is fascinerend mooi. Maar het pakijs wordt steeds dikker en vaster. Ons voornemen om langs de oostkust te varen wordt afgeblazen. Ik hoor iemand smalend opmerken dat het dus toch nog meevalt met die opwarming van onze aarde. Net als we min of meer vastlopen wordt er door een passagier Beluga alarm geslagen. Enkele mensen hebben heel in de verte een paar staarten gezien, maar om ze achterna te gaan moeten we eerst uit het pakijs geraken. Gelukkig krijgen we later nog een glimp te zien van deze witte walvissen in de Hornshund Fjord, waar er steeds meer worden gespot. Je vindt beluga’s enkel in de arctische en subarctische wateren. Ze worden de kanaries van de Noordelijke Ijszee genoemd omdat ze een eigenaardig tjilpend geluid maken.


De toendra zorgt voor kleurrijke accenten in het Spitbergse landschap.

Een kleurrijke toendra. Het programma wordt aangepast. We varen zuidwaarts, weg van het eeuwige ijs naar Prins Karl’s Foreland, met een erg grillige kustlijn, steile bergen gletsjers, resten van nederzettingen, vogelkliffen, graven van walvisvaarders en natuurlijk wildlife. Spitsbergen is een vogelparadijs, er zijn heel wat ornithologen aan boord. En vogels krijgen we bij onze landing op Birdhook, in grote getale te zien. De wanden van de befaamde vogelkliffen zitten vol. Het gekwetter is oorverdovend. Duizenden paren nestelen op de smalle richels. De vogels lijken gesorteerd per etage. Onder de drietenige meeuwen zitten de zeekoeten en sneeuwgorzen, in de gaten in de rots merk ik kleine alken op en bij een poging om naar de voet van de klif te klimmen ontdek ik een paar nesten van papegaaiduikers. En al lijkt het soms alsof ik in een zwart-wit film figureer, de  toendra zorgt hier en daar voor kleurrijke accenten. Ook al wordt het overgrote deel van de planten niet hoger dan twee centimeter, naar Svalbard’s normen kan je dit al een weelderige botanische tuin noemen.

"De wanden van de befaamde vogelkliffen zitten vol. Het gekwetter is oorverdovend."


Ijsbeeralarm!

Ijsbeeralarm. We hiken bijna dagelijks. In Calypso Bay wordt zoals altijd het terrein beervrij verklaard voor we aan wal gaan. Ik zie er voor het eerst een poolvos met een kleine vogel in zijn bek. Drie rendieren komen nieuwsgierig de helling afgerend en houden vlakbij me halt. Plots wordt er ijsbeeralarm geslagen. Hij is nog ver, maar aan 40km per uur kan hij hier snel zijn. Samenblijven is de boodschap, hoe groter we lijken hoe minder kans we maken dat hij aanvalt. Mijn meest angstaanjagende schreeuw die ik in gedachten al aan het oefenen was, blijkt overbodig. We varen ruim op tijd weg.


Rendieren komen frequent voor in de Spitsbergse toendra.

Smeltende gletsjers. De zon laat het helemaal afweten als we verder zuidwaarts trekken, richting Hornsund, het sneeuwt zelfs. Het wordt een echte gletsjerdag. We zien er vier,  waarvan de 40m hoge Nathorst in Burger Bay de meest indrukwekkende is. Ik praat met een van de topwetenschappers aan boord. Als we het over de opwarming van de aarde hebben wordt hij serieus. Hij heeft letterlijk gletsjers zien smelten en als het zo verder gaat zullen we allemaal goed moeten leren zwemmen, grijnst hij. Als ik later bij de kapitein op de bridge binnenloop duidt de tweede stuurman onze ankerplaats aan op een kaart: drie km in een gletsjer. De kaarten zijn 15 jaar oud. Zo snel gaat het. Ik slik.


Af en toe voelt het alsof ik door een schilderij wandel.

Spooknederzettingen. We bezoeken soms ook nederzettingen, zoals Ny Alesund, een verlaten koolmijnstadje, waar je het meest noordelijke postkantoor op aarde vindt. Nu logeren er enkel nog onderzoekers, het is één straat groot. Tussen Danskøya en Amsterdamøya wordt het anker uitgegooid in de hoop walvissen te spotten. Het zijn twee oude stations waar men in de 17de en 18de eeuw olie van walvisblubber maakte. Stille getuigen van een ander tijdperk. Ook vandaag gaan we een drietal uren hiken in Alkhornet, dat is precies het aantal uren dat ik geslapen heb na het afscheidsfeestje gisterenavond. Maar ik wil absoluut deze oude nederzetting zien, dus ik zet er flink de pas in. Sneeuwvlaktes, zompige heuvels, beekjes en een erg gure wind maken de tocht niet makkelijk, maar het loont echt de moeite. Het verweerde hout van de hutten, de verlaten bootwrakken die willekeurig in de toendra lijken rondgestrooid, een antieke katrol, een paar treinrails en een oude locomotief... het heeft iets spookachtig en desolaat. Het voelt alsof ik door een schilderij wandel.


Alkhornet, een spookstadje in de poolcirkel.

Op mijn laatste nacht aan boord word ik gewekt door een hevige zonnestraal in mijn linkeroog. Ik trek mijn kleren aan en ga naar het dek. Het is half drie en ik zie voor het eerst in dagen een perfect blauwe lucht. Plots lijkt het alsof alles in een kleurbad wordt ondergedompeld. We verlaten net een fjord en laten gletsjers en ijsbergen achter ons in een vaag oranje licht, alsof we wegvaren uit een sprookje...

"We gaan we een drietal uren hiken in Alkhornet, dat is precies het aantal uren dat ik geslapen heb na het afscheidsfeestje gisterenavond."



© TEKST & FOTO'S: MYRIAM THYS 2019

SPITSBERGEN, OP AVONTUUR IN DE ARCTISCHE WOESTIJN

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->