Bellême. |
Van manoir naar manoir. Er hangt een dichte mist als we 's morgens vroeg vanuit het nog ingedommelde Bellême vertrekken voor L' Échappée de Sublaine, een van de vele fietsroutes in de Orne in het landelijke Normandië. Onze houvast is een handige kaart van de toeristische dienst, die de bezienswaardigheden én de hoogteverschillen op het 45 km lange traject markeert, want plat kan je het landschap hier niet echt noemen. Vooral aan het begin en het einde van de route die dwars door het Parc Naturel du Perche loopt, moet er stevig geklommen worden. De mist kan hier nogal hardnekkig zijn, vooral in de herfst had de fietsverhuurder van Atelier Ludovelo ons nog meegegeven. Twee dingen zijn een feit: na mist komt zonneschijn en wij hebben er ontzettend veel zin in.
Nocé. |
Op weg naar Saint-Jean-de-la-Fôret worden we gezapig nagestaard door Normandische koeien die dikke witte wolken door hun neusgaten blazen. Het hele landschap is letterlijk ingeweven met fijn spinnenrag dat door de dauw nog eens extra geaccentueerd wordt. Onze eerste halte is de 11e eeuwse Église Notre-Dame, een oude kapel in Romaans-Gotische stijl in het verstilde Courthioust. Auto's zien we op het traject bijna niet. De rust is heerlijk, in de onwezenlijke stilte kunnen we bijna een speld horen vallen. We fietsen op het gestage ritme van het glooiende landschap dat uitnodigt tot langzaam genieten, slow travel: het handelsmerk van de Orne. In Colonard-Corubert maken we een lus die ons naar een van dé highlights langs onze fietsroute voert: de laat 15e eeuwse Manoir de Courboyer in Nocé, een van de bijna 700 manoirs in de Perche en de enige die je ook vanbinnen kan bekijken.
Manoir de Courboyer - Nocé.
|
Een buitenkans dus, die we niet laten liggen. Vandaag is Manoir de Courboyer het info- en bezoekerscentrum van het 1.820 ha grote Parc Naturel Régional du Perche. We leren er niet alleen alles over het park zelf, het vertelt ons ook de geschiedenis van manoirs, deze eigenaardige bouwwerken waarvoor geen exacte Nederlandse vertaling bestaat. Je omschrijft ze nog het best als kleine kasteeltjes met een ommuurd landgoed, die ooit door de adel werden gebruikt voor agrarische doeleinden. De overtreffende trap van een herenboerderij zeg maar. Na een korte koffiepauze rijden we verder richting Boissy-Maugis waar we nog meer mooie manoirs zien: Manoir d'Éperrine en Manoir de la Moussetière.
"Fietsen op het gestage ritme van het glooiende landschap dat uitnodigt tot langzaam genieten, het handelsmerk van de Orne."
Voie Verte Véloscénie - Boissy-Maugis.
|
"Of we als rasechte Belgen ook hun lokaal gerstenat willen proberen? Met véél plezier!"
Manoir de la Vove in Corbon (boven) - Notre-Dame de Montligeon (onder). |
Een devoot ommetje. Bij het oude station van Boissy-Maugis sluiten we terug aan bij onze fietsroute. We peddelen langs de gesaneerde oude spoorweg, een traject van de Veloscénie, een spectaculaire 450km lange fietsroute van Parijs naar Mont-Saint-Michel, die voor een groot stuk door Normandië loopt. We fietsen relax over dit autoloos fietspad, door een groene tunnel van bomen waarvan de toppen boven onze hoofden in elkaar strengelen. Halfweg zien we naast het pad Manoir de la Vove, gebouwd tussen de 15e en 17e eeuw waarvan je het park, de kapel en de bakkerij kan bezichtigen. Als we in Corbon het groene pad verlaten, trekt een titaan van een kerk in de verte onze aandacht: de Basilique Notre Dame de Montligeon, een bezienswaardigheid die niet op onze route blijkt te liggen.
Pont Catintat - Mauves-sur-Huisne.
|
We schatten de afstand in, wijken even af en fietsen richting heiligdom. Ernaast kijken is onmogelijk, want het monument in neo-gotische stijl domineert met z'n 60m hoge spitsen vanop een heuvel de hele wijde omtrek. Aan de basiliek werd gewerkt van 1894 tot 1911, het is een bekend bedevaartsoord waar zieltjes van het vagevuur worden gered. Ook vanbinnen is het religieuze bolwerk best indrukwekkend met een enorm marmeren altaar, een statig Mariabeeld met een gouden diadeem, gemaakt van juwelen die (al te) goedgelovige pelgrims er achter lieten. Er zijn ook mooie glas-in-loodramen met als summum het kleurrijke rozet. In Corbon sluiten we terug aan bij onze route richting Mauves-sur-Huisne waar we de Huisne rivier oversteken via Pont Catintat, een 17e eeuwse brug met vier bogen. Nog in Mauves-sur-Huisne genieten we van een van meest spectaculaire uitzichten op de groene vallei.
"We fietsen relax over de autoloze Véloscénie, door een groene tunnel van bomen waarvan de toppen boven onze hoofden in elkaar strengelen."
Fôret de Bellême (boven) - Bellême gezien vanuit het woud (onder). |
Een appeltje voor de dorst. Als we Bois Dambrai infietsen wordt het plots stevig klimmen. De rit door dit groene stukje Orne voert ons langs de meest spectaculaire boslandschappen, de afdaling naar Saint-Ouen-de-la-Cour gaat puur op adrenaline. We schakelen opnieuw in werkvitesse als we Forêt de Bellême inrijden, een van de mooiste wouden van de Orne en bij uitbreiding heel Frankrijk. In deze 2.400 ha grote groene long, met valleien en bronnen, peddelen we tussen torenhoge kastanjelaars en kathedralen van wintereiken die intussen de respectabele leeftijd van vier eeuwen benaderen. Een leuke surplus in de herfst zijn de vele paddenstoelen die er volop groeien. Overal zien we mensen met mandjes die ze gretig plukken. Vanuit het woud kijken we plots uit op Bellême, het vertrek- en eindpunt van onze tocht waarvan we nog slechts enkele kilometers verwijderd zijn.
Saint-Martin-du-Vieux-Bellême. |
In Saint-Martin-du-Vieux-Bellême, het eerste stukje bewoonde wereld op onze route als we het woud uitrijden, houden we een laatste stop. We maken een korte wandeling door dit charmante oord met amper 600 levende zielen, dat gebouwd werd rond de 11e eeuwse Église Saint-Martin. De zoektocht naar een café om onze dorst te lessen blijkt een maat voor niks, maar een vriendelijke bewoonster waarmee we aan de praat raken brengt soelaas. Ze heult met een enorme mand appels en is zo genereus om er enkele met ons te delen. Haar barmhartige gebaar is letterlijk een 'appeltje voor de dorst'. We nemen de laatste rechte lijn naar Bellême waar we neerploffen op jawel, een café met terras. Als we onze fietsen inleveren tikken onze kilometertellers afgerond 60km af, een verschil dat kan tellen op een traject van slechts 45km. Maar de ommetjes waren het meer dan waard. Niks is zo zen als de monumenten en landschappen van dit erg groene stukje Normandië langzaam voorbij te zien schuiven.
"De rit door Bois Dambrai voert ons langs spectaculaire boslandschappen, de afdaling naar Saint-Ouen-de-la-Cour gaat puur op adrenaline."
Manoir du Lormarin. |
Manoir du Lormarin - Nocé. |
Ook vanbinnen ademt onze stulp voor één nacht niks dan pure charme, want het werd door Alban smaakvol ingericht met - hoe kan het anders - massa's antiek. 's Avonds laten we ons gastronomisch verwennen door Stephan en Marie van het nabijgelegen Auberge des 3 J, een van de beste restaurants in de wijde omtrek. Iets waar we na onze epische rit door het Normandische achterland niet alleen aan toe zijn, maar waarvan we zelf vinden dat we het verdiend hebben. We genieten er van uiterst geraffineerde gerechten met lokale ingrediënten die we doorspoelen met een lekkere wijn uit de Bourgogne. Afronden doen we met Calvados, what else. Terug in onze middeleeuwse bakkerij kunnen we geen pap meer zeggen. We vragen ons af of het er 's nachts zou spoken. Al hebben we daar niks van gemerkt, want we slapen tot een stuk in de ochtend als twee Normandische rozen.
"Dat we slapen in een charmant kasteeltje wisten we, maar zoiets riant als Manoir du Lormarin hadden we ons daar niet bij voorgesteld."
Auberge Des 3 J - Nocé.
|
© TEKST: W.GLADINES - FOTO'S: M. THYS & W. GLADINES 2019
FIETSEN IN DE ORNE PRAKTISCH:
Meer info over de Orne: www.ornetourisme.com
Lees ook: Slow toerisme in de Orne (1) Een bestemming met paardenkracht.
Lees ook: Slow toerisme in de Orne (1) Een bestemming met paardenkracht.
Fietsen langs La Route Royale.
|
Fietsen in de Orne: De Orne is een fietsparadijs bij uitstek. Niet alleen de befaamde Véloscénie trekt door dit mooie stukje Normandië, er zijn ook tal van thematische fietslussen die je in het hele departement kan maken. Behalve l'Échappée de Sublaine, fietsten we ook langs La Route Royale, een 25 km lang traject met behoorlijk wat klimwerk. De route voerde ons langs oude watermolens, charmedorpjes als Dorceau en Moutiers-au-Perche, het Bois de Voré en eindigde met een wellness sessie in het idyllische Rémalard. Meer info over de vele fietsroutes in de Orne vind je op www.randonnee-normandie.com. En laat je vooral niet afschrikken door het klimwerk. Overal in de Orne kan je solide, moderne fietsen huren, met of zonder elektrische assistentie.
Geen opmerkingen