De oceaan als oneindige inspiratiebron, zo omschrijf je de gastronomie van de Portugese hoofdstad nog het best. Vis en zeevruchten staan staan er dan ook hoog op het menu, zowel in de gastronomische als no-nonsens keuken. De trend: vis in blik, een Portugees icoon dat zich na 150 jaar een weg naar de hippe restaurants zocht. Niet te missen? De Time Out Market met alle culinaire highlights van Lissabon onder één dak. Bom apetite!
Bacalhau, een vaste waarde op het menu. |
Bacalhau, een klassieker. Bacalhau (bacaloa, gedroogde en gezouten kabeljauw) wordt door Portugezen bij tonnen ingevoerd uit Noorwegen en Ijsland. Lissabonners hebben zelfs meer dan 365 recepten om het klaar te stomen, één voor elke dag dus. Niet alleen Portugezen zijn gek er op, ook ik ben er weg van. Een super adres om het te proeven is het gastronomische Fabrica de Santiago in de oude fadowijk Alfama. Ieder week hebben ze wel één van de 365 varianten op de kaart staan. Ik eet er Tiborna de bacalhau com azeite & alho, acompanhado de batata nova e grelos. Toegegeven, een hele mond vol, maar wel onwaarschijnlijk lekker.
De plek om bacalhau te kopen is Monteigaria Silva in Rua Dom Antao de Almada, vlakbij Rossio. Kan best wezen, maar als reiziger heb je daar natuurlijk niks aan, tenzij je een wel heel origineel souvenir zoekt. Toch loont het de moeite om er eens langs te lopen, want het is een van de oudste en charmantste winkeltjes van Lissabon. Behalve de digitale weegschaal lijkt er in 125 jaar niks veranderd. Naast bacalhau koop je er ook allerlei streekproducten, vers natuurlijk en van de beste kwaliteit. Wie toch in de buurt is, kan meteen binnenwippen bij de oudste patissier van de stad, Confeitaria Nacional op het nabijgelegen Praça de Figuera. In een decor van elegant houtwerk en spiegels drink ik er heerlijke koffie, mét de traditionele pastel de nata erbij uiteraard.
Bacalhau, de gastronomische versie van Fabrica de Santiago. |
De plek om bacalhau te kopen is Monteigaria Silva in Rua Dom Antao de Almada, vlakbij Rossio. Kan best wezen, maar als reiziger heb je daar natuurlijk niks aan, tenzij je een wel heel origineel souvenir zoekt. Toch loont het de moeite om er eens langs te lopen, want het is een van de oudste en charmantste winkeltjes van Lissabon. Behalve de digitale weegschaal lijkt er in 125 jaar niks veranderd. Naast bacalhau koop je er ook allerlei streekproducten, vers natuurlijk en van de beste kwaliteit. Wie toch in de buurt is, kan meteen binnenwippen bij de oudste patissier van de stad, Confeitaria Nacional op het nabijgelegen Praça de Figuera. In een decor van elegant houtwerk en spiegels drink ik er heerlijke koffie, mét de traditionele pastel de nata erbij uiteraard.
Sardienen worden al sinds 1853 ingeblikt in Portugal. |
King Sardien. Dat er op de Portugese vlag geen sardienen staan, verbaast me. Ze zijn zowat de meest iconische snack van Lissabonners en worden er al sinds 1853 ingeblikt. Ingeblikte sardienen behoren intussen tot het nationale culinaire erfgoed en het blijkt nog gezond te zijn ook. Het leukste souvenir dat je uit Lissabon kan meebrengen is dus, jawel, sardienen in blik. Op zoek naar de beste van de stad verzeil ik bij O Mundo Fantástico da Sardinha Portuguesa op Rossio. Het interieur heeft veel weg van een kleurrijk circus en je koopt er blikjes met je geboortejaar opgedrukt aan 5 euro per stuk. Leuk voor de modale toerist, maar niet mijn dada. Loja das Conservas in Rua do Arsenal ligt me al een stuk beter. Ze slijten er meer dan 300 soorten vis in blik van 12 merken, waaronder hun ex-libris, La Gondola's millésimées, sardienen die net als goede wijn beter worden met de jaren. Maar jammer genoeg ook duurder.
Can the Can: vis in blik goes gourmet. |
Gegrilde sardienen: simpel, maar onweerstaanbaar lekker. |
Boca do Inferno - Cascais. |
Tafelen in de Mond van de Hel. Hou je van vis, zeevruchten en een tafeltje met een spectaculair uitzicht, dan is Mar do Inferno in Cascais your place to be. Maar je moet er wel een kleine trip voor over hebben. Mijn tip: maak er meteen een daguitstap van. In station Cais do Sodré (Lissabon) neem je de trein naar Cascais. Optie één: je spoort rechtstreeks naar Cascais. Optie twee: na een rit van 30 minuten stap je af in Estoril. Voor de fanaten, je kan hier het casino bezoeken waar de Bondfilm 'Casino Royal' werd gedraaid. Terwijl je geniet van de oceaan, de frisse zeelucht en de charmante Belle Epoque villa's onderweg, wandel je over de dijk vanuit Estoril verder naar Cascais.
Mar do Inferno, een topadresje voor vis en seafood. |
Highlights van dit stadje, waar de Portugese president wel eens z'n vakantie doorbrengt, zijn de citadel, de vissershaven en de Igreja Nossa Senhora dos Navegantes, een elegante barokkerk. Geen hoogtevrees? Dan wandel je langs de kustweg naar Boca do Inferno - de Mond van de Hel - grillige steile kliffen waar metershoge golven op inbeuken. Boven op de rotsen ligt Mar do Inferno, een van de beste visrestaurants uit de wijde omtrek. Je hebt er keuze uit meer dan 40 vis- en seafoodgerechten wat wel eens voor een luxeprobleem zorgt. Ik steek er een slaatje met scampi en een overheerlijke Zeeduivel risotto met zeevruchten achter de kiezen en krijg er de lekkerste Portugese wijnen bij geserveerd. Tip: probeer een tafeltje te versieren tegen zonsondergang bij het raam. Satisfaction guaranteed!
Romig met karakter: Queijo de Azeitao.
|
Romig, mét karakter. Iets dat je in Lissabon moet proeven is Queijo de Azeitao, een heerlijke kaas uit Setubal, Palmela of Sesimbra, drie dorpen 40 km ten zuiden van de stad. Azeitao wordt gemaakt van ongepasteuriseerde schapenmelk en stremsel van de kardoenplant. Veel moeite om deze romige kaas met karakter te proeven hoef je in Lissabon echt niet te doen, want in restaurants ligt hij standaard op zowat elke kaasschotel. Vaak krijg je Azeitao ook aangeboden met wat brood bij het aperitief, net voor het voorgerecht. Andere kazen die je vaak in de Portugese hoofdstad krijgt voorgeschoteld zijn (o.a.) de Queijo de Nisa en Queijo Soa Jorge uit de Azoren.
Pasteis de Nata, verslavend lekker. |
Verslavend lekker: Pasteis de Nata. In Lissabon is er geen ontsnappen aan, pasteis de Nata (ook wel pasteis de Bélem) zal je geproefd hebben. En dat is bepaald geen straf, want de nationale zoetekoek is verslavend lekker. Dit roomgebakje in bladerdeeg dat associaties oproept met créme catalan, ontstond in 1837 in de buitenwijk Bélem en werd in geen tijd razend populair. Ze worden warm gegeten en locals drinken er liefst koffie verkeerd bij. Pasteis de Nata vindt je op elke straathoek, maar wees kieskeurig. De lekkerste at ik bij Pasteis de Bélem in Bélem en bij Manteigaria die een shop hebben in Bairro Alta én een stand in de Time Out Food Market.
Mercado da Ribeira. Heb je geen tijd om heel Lissabon af te lopen op zoek naar de culinaire highlights? Dan brengt Mercado da Ribeira gegarandeerd soelaas. Deze overdekte markt uit 1892 met metalen interieur en oriëntaalse koepel kreeg een stevige make-over en werd in 2014 omgedoopt tot Time Out Market. Vandaag is het een enorme cantine met lange tafels in het midden, afgeboord door meer dan 20 stands van top chefs, 10 originele food kraampjes, 8 bars en je kan er kook workshops volgen. Op enkele maanden tijd werd Time Out Market de tweede belangrijkste bezienswaardigheid van de stad.
Zelfs op een doordeweekse middag kan ik er over de koppen lopen. Mensen wachten er geduldig hun beurt af bij de kraam van hun favoriete chef. Het ruikt er overal verleidelijk lekker, maar ik bedwing mezelf, want ik lunch bij Pap'Açôrda op de eerste verdieping. In dit super trendy restaurant roert chef Manuela Brandao al jaren in de potten en bereidt er de specialiteit: açôrda, een Portugese stoofpot van dunne sneetjes brood, look, coriander, gepocheerd ei en eender wat. Ik kies voor de variant met bacalhau, - ik geef toe, ik ben er aan verslaafd - die ik doorspoel met een glas rode wijn uit Alentejo. Pap'Açorda is net als de Time Out Market een hippe plek die ik iedereen warm kan aanbevelen. Ook voor wie een zee van tijd heeft. Bom apetite!
Time Out Market. |
Zelfs op een doordeweekse middag kan ik er over de koppen lopen. Mensen wachten er geduldig hun beurt af bij de kraam van hun favoriete chef. Het ruikt er overal verleidelijk lekker, maar ik bedwing mezelf, want ik lunch bij Pap'Açôrda op de eerste verdieping. In dit super trendy restaurant roert chef Manuela Brandao al jaren in de potten en bereidt er de specialiteit: açôrda, een Portugese stoofpot van dunne sneetjes brood, look, coriander, gepocheerd ei en eender wat. Ik kies voor de variant met bacalhau, - ik geef toe, ik ben er aan verslaafd - die ik doorspoel met een glas rode wijn uit Alentejo. Pap'Açorda is net als de Time Out Market een hippe plek die ik iedereen warm kan aanbevelen. Ook voor wie een zee van tijd heeft. Bom apetite!
© WG - DICHTBIJ & VER WEG 2017
LISSABON PRAKTISCH:
Vervoer: Ik vloog naar Lissabon met TAP de Portugese luchtvaartmaatschappij. TAP vliegt vier maal per dag rechtstreeks vanuit Brussel naar Lissabon en terug. Vluchten vanaf 18 euro.
Vervoer ter plaatse: ik werd in Lissabon stipt en op tijd van punt A naar punt B gereden door een sympathieke coach van www.abctravel.pt
Vervoer ter plaatse: ik werd in Lissabon stipt en op tijd van punt A naar punt B gereden door een sympathieke coach van www.abctravel.pt
SLAPEN:
Ik sliep in Altis Avenida een vijfsterren hotel vlakbij Praça dos Restauradores pal in het centrum van Lissabon. Leuke kamers met alle comfort, wifi incluis, zwembad, uiterst vriendelijk personeel, uitgebreid ontbijt en uitstekend restaurant.
Geen opmerkingen