De roze stad, het verloren paradijs, the forbidden city, het aantal bijnamen voor Petra is zowat recht evenredig met de grandeur die deze fabelachtige site uitstraalt. Wij zijn er voor de tweede keer en toch is de magie minstens even groot als de eerste maal. De siq voelt vertrouwd aan, het beeld van de schatkamer dat als een fata morgana opdoemt aan het einde van deze lange kloof, maakt nog steeds evenveel indruk. Het is dan ook niet voor niks dat Petra op Unesco's werelderfgoedlijst én op die van de zeven nieuwe wereldwonderen belandde. Petra revisited.
Koetsen rijden ons voorbij in de Siq.
|
De heilige weg. 'There is always a first time to visit Petra, never a last
time,' lacht onze gids terwijl hij ons meetroont door de Siq, een bijna 1,5 km lange kloof, naar een van de mooiste
historische sites in de wereld. Wat
Petra zo uniek maakt is niet alleen de enorme omvang, maar vooral het
feit dat de site volledig afgesloten is van enige vorm van moderne
beschaving. De ligging is magisch, in een weids dal, in het woeste bergland van Edom. Petra bleef lange tijd verborgen omdat het enkel bereikbaar was via deze prachtige kloof die op sommige plekken slechts 2 m breed is en omringd wordt door 200 m hoge rotswanden. Paardenkoetsjes passeren ons rakelings en geven de Siq dat extra beetje couleur locale. We wandelen er in de voetsporen van sjamanen want dit was een heilige weg.
Hier en daar zien we nog nissen waarin hun godenbeelden stonden. Oorspronkelijk hadden de Nabateeërs die zich hier meer dan 2000 jaar geleden settelden enkel stelae, gegraveerde stenen blokken, die hun goden voorstelden. Pas toen de Grieken en Romeinen invloed kregen werden ze menselijker afgebeeld en werd Dushara, god van de bergen, hun Zeus. De Siq is voor ons een van de highlights in Petra. Als de zon binnenvalt verandert alles in een rode zee. De natuur blijkt een begaafd kunstenaar. De erosie sculpteerde hier grillige figuren waarin we dierenfiguren herkennen: een enorme olifantenkop, een vis. Lé moment suprème is wanneer we op het einde van de kloof door een smalle spleet Al-Khazneh (the treasury) zien opdoemen. Het blijft een open mond moment. Wat een ongelofelijke pracht.
De Siq.
|
Hier en daar zien we nog nissen waarin hun godenbeelden stonden. Oorspronkelijk hadden de Nabateeërs die zich hier meer dan 2000 jaar geleden settelden enkel stelae, gegraveerde stenen blokken, die hun goden voorstelden. Pas toen de Grieken en Romeinen invloed kregen werden ze menselijker afgebeeld en werd Dushara, god van de bergen, hun Zeus. De Siq is voor ons een van de highlights in Petra. Als de zon binnenvalt verandert alles in een rode zee. De natuur blijkt een begaafd kunstenaar. De erosie sculpteerde hier grillige figuren waarin we dierenfiguren herkennen: een enorme olifantenkop, een vis. Lé moment suprème is wanneer we op het einde van de kloof door een smalle spleet Al-Khazneh (the treasury) zien opdoemen. Het blijft een open mond moment. Wat een ongelofelijke pracht.
"There is always a first time to visit Petra, but never a last time."
Het transportmiddel bij uitstek in Petra: de ezel.
|
Getalenteerde ingenieurs. De Nabateeërs, Arabische nomaden, begroeven hun doden in de rotswanden. Ze waren meester-steenhouwers, maar ze leefden oorspronkelijk in tenten. Pas later vestigden ze zich in steden. Omdat Petra een belangrijk knooppunt was op de voormalige kruiden- én zijderoute, werd het al heel snel een welvarende stad. De vele kamelen karavaans hielden er halt en betaalden tol, veel tol. Ook de bevolking verdiende een aardige centje bij, zij kenden als nomaden de woestijn als hun broekzak en gidsten de karavaans er via de nodige waterbronnen veilig door. En uiteraard deden ze dat niet voor niks. Petra werd schatrijk en dat merken we aan de schitterende bouwwerken waarvan er nog heel veel onder het zand verborgen liggen. We kunnen vandaag slechts 25% van de architecturale pracht van deze fabelachtige stad bewonderen.
De Nabateeërs waren een getalenteerd volk.
|
Er is weinig geweten over de Nabateeërs omdat hun geschriften, vaak in zandsteen gegrift, door erosie werden weggewist. Zeker is dat ze de plek Raqmu noemden en dat ze er leefden van 312 voor Chr tot in de 6de eeuw na Chr, wanneer na een grote aardbeving de stad verweesd achter bleef. Daarna verplaatste de handelsroute zich naar de zee. Toch hebben we geen geschriften nodig om te weten dat de Nabateeërs grote architecten waren én getalenteerde ingenieurs. In de Siq bv. liggen nog intacte kanalen die in gleuven langs de rotswanden de stad van water voorzagen en dat al in de 2e eeuw voor Christus. Grote tunnels vingen het overtollige water op. Ze waren daarmee erg op hun tijd vooruit. Dat ze ook toparchitecten waren bewijzen de prachtige tempels en graftomben die na meer dan 2000 jaar nog steeds overeind staan.
"We hebben geen geschriften nodig om te weten dat de Nabateeërs grote architecten én getalenteerde ingenieurs waren.".
The Treasury.
|
Een schatkamer (zonder schat). Dat we vandaag deze magische site kunnen bezoeken hebben we te danken aan de Zwitser Ludwig Burckhardt die Petra ontdekte in 1812. Twaalf eeuwen eerder werd ze grondig verwoest door een van de hevigste aardbevingen die ze hier ooit gekend hebben. Overstromingen - jawel in de woestijn - zorgden ervoor dat de Siq dichtslibde en Petra effectief een lost city werd. Lang wist niemand nog van het bestaan af van dit wonder in de woestijn. Wij proberen ons voor te stellen wat Burckhardt moet gevoeld hebben toen hij met zijn petit comité plots voor the treasury stond. Een overweldigend moment, dat hij kort daarna deelde met de hele wereld.
Street of Facades, een zand-o-strade voor kamelen en ezels.
|
Over de treasury is er weinig gekend, behalve dat ze 85 jaar v. Chr. uit één rots gehouwen werd. De facade is maar liefst 40m hoog en 25m breed. We zien veel Grieks-Romeinse invloeden. In het midden merken we de godin Isis op en het zijn Korinthische zuilen die de voorkant stutten. De naam schatkamer (treasury) heeft trouwens niks te maken met de echte functie van deze magische plek. Het is gebaseerd op een legende. Een farao zou er een schat bewaard hebben in een urn in de nok. Zowat elke Bedouin die de site betrad lostte minstens één schot op de urn in de hoop het goud over hem heen te krijgen. Van de urn blijft niet veel meer over, maar goud werd er nooit gevonden. De schatkamer bleek het mausoleum van koning Aretas. In 2004 werden er nog drie koninklijke graven ontdekt onder de treasury. Alle decoraties op de facade verwijzen naar de dood, dus het was ook geen tempel zoals lang werd gedacht.
"Elke Bedouin die de treasury betrad lostte minstens één schot op de urn in de hoop goud over hem heen te krijgen."
United colors of Petra.
|
De indrukwekkende koningsgraven. Dit is de urn-tombe.
|
Links in de vallei zien we het amphitheater en rechts de indrukwekkende koningsgraven. De kleuren van de rotsen zijn zo onwaarschijnlijk mooi dat het lijkt alsof ze zorgvuldig op het palet van een groot schilder zijn gemengd. Het theater is in Grieks-Romeinse stijl en dateert van de tijd toen Petra een stedelijk karakter kreeg, op het einde van de eerste eeuw. Er was plaats voor 6000 toeschouwers en werd zowel voor sport als theater tot zelfs religieuze ceremonieën gebruikt. Maar voor ons zijn de indrukwekkende koningsgraven aan de overkant: de urn-, silk-, Corinthian- en Palace tomb het hoogtepunt. Een volledig gesculpteerde rotswand van enkele honderden meters lang. Een laan met zuilen leidt naar het enige geïsoleerde gebouw dat overeind bleef: Qasr al Bint, of 'het paleis van de farao’s dochter'. In de fundering van het gebouw werden houten balken aangebracht waardoor het 'elastischer' werd en het de aardbevingen min of meer kon doorstaan. Ondanks de naam, 'paleis van de farao's dochter', was het een Dushara tempel. Pal ervoor zien we nog het altaar waarop geofferd werd.
"De kleuren van de rotsen zijn zo onwaarschijnlijk mooi dat het lijkt alsof ze op het palet van een groot schilder werden gemengd."
De tocht met ezels naar de Monastery is best spectaculair.
|
'1000' trappen op, en weer af. Qasr al Bint ligt in het vallei-bekken waar Petra lijkt dood te lopen. Maar hier is niks wat het lijkt. Bij het bekken vertrekt de 'Weg van de 1000 trappen,' die recht naar Ad Deir (the Monastery) leidt, na de Treasury de grootste hit op de site. We doen de tocht bergop met ezels, een onderneming die veel spectaculairder is dan we dachten. De trappen zijn na 20 eeuwen behoorlijk afgevlakt en de ezels lopen het liefst op de rand...van de afgrond. Boven hebben we aan de ene kant een waanzinnig mooi uitzicht op de vallei en aan de andere kant zien we de majestueuze Monastery. Ondanks z'n naam was het geen klooster, maar vermoedelijk het mausoleum van koning Obodas I.
De monastery.
|
Net als bij de Treasury is de 50m. hoge gevel een bas-reliëf dat uit een massieve rots werd gehouwen. De gelijkenis tussen de twee monumenten is dan ook heel treffend. Pal erover drinken we cardamon-koffie in een bedoeïenen-café in een holle rots waar we de monastery op ons gemak kunnen bewonderen. De plek heeft een ver-weg-van-de-wereld-gehalte en straalt enorme rust uit. De terugweg naar beneden doen we te voet waarna we op krachten komen op het terras van The Basin, het enige restaurant in Petra. Voor een equivalent van amper 20 euro genieten we er van een lekker buffet dat we doorspoelen met limonana, een ijskoude mix van limoensap, munt en suiker, een van de beste dorstlessers in heel de Arabische wereld.
"De tocht naar de monastery op ezels draait veel spectaculairder uit dan we dachten."
Een musicerende Bdul Bedouin.
|
De verloren stad. Na de ontdekking in 1812 werd Petra opnieuw bewoond door de Bdul bedouïnen. Zij leefden net als de Nabateeërs in tenten, maar ook in de rotsen. Noch de Nabateeërs, noch de telgen van dit nomadenvolk hadden er een probleem mee om tussen hun doden te wonen, want veel van de rotswoningen waren vroeger graven. Toen Petra in 1985 werelderfgoed werd, leefden er nog steeds mensen in de grotten. De vader van onze gids was een van die troglodieten. Er was zelfs een school op de site waar hij in de jaren ’70 de eerste leraar was. De bewoners van de beroemde historische site moesten in '85 verkassen naar het dorp Umm Sayhoun. Ter compensatie mogen ze souvenirs verkopen op de site, toeristen gidsen en hun kamelen en ezeltjes inzetten, die ze als 4 feet drive en als airconditioned taxi aan de man brengen, ideaal voor mensen die Petra vanuit een ander perspectief willen verkennen.
"Tot Petra in 1985 werelderfgoed werd, leefden er nog mensen in de grotten."
Little Petra.
|
Petra's kleine zusje. Little Petra, het kleine zusje van Petra, wordt vaak vergeten. Nochtans loont deze plek, waar de kamelen karavaans een tijdelijk onderkomen vonden, echt de moeite. De slaapplaatsen van de dieren waren uiteraard heel basic, de slaapplaats van de kamelen drivers, een grote ruimte in de rotsen, was in tegenstelling tot de rest mooi gedecoreerd. Volgens onze gids stond het plafond vol bloemen en naakte vrouwen. De fresco's zijn vergelijkbaar met de pin-up's in de cabine van truckers nu. Zo hadden ze iets om zich aan te vergapen als ze hier bleven overnachten. Maar zo’n 30 jaar geleden hebben enkele heethoofden de eeuwenoude tekeningen proberen weg te kappen. Gelukkig zijn ze er niet helemaal in geslaagd. Wat ervan overblijft is nu beschermd met een groot hek. 'Gelukkig is dat soort extremisme al lang verleden tijd,' lacht de gids.
"De kleurrijke fresco's van Little Petra zijn vergelijkbaar met de pin-up’s in de cabine van truckers."
Petra off the beaten track, voor doorzetters.
|
Off the beaten track. De volgende dag vertrekken we al vroeg om Petra vanuit vogelperspectief te ontdekken, langs de Madras trail. We rijden met een jeep tot aan een bedoeïen cafeetje waar we thee drinken in een onbeschrijfelijk mooi berglandschap. Van hieruit beginnen we aan een adembenemende hike over een pad dat na korte tijd nog amper te zien is. De kleur van de rotsen verandert voortdurend, af en toe lijken ze in vuur en vlam te staan. Een local die als een berggeit van rots naar rots springt gidst ons door dit grillige labyrinth. Het hoogtepunt, letterlijk en figuurlijk, volgt wanneer we de schatkamer vanop een uitstekende rots van bovenuit kunnen bewonderen. Hoogtevrees kan je hier maar beter niet hebben. Het pad loopt verder naar een veel minder toeristisch deel van Petra waar we een paar prachtige graven zien.
De treasury van bovenuit: je kan maar beter geen hoogtevrees hebben.
|
Het graf van de soldaat geeft volgens onze gids een goed inzicht in de Nabateese architectuur, want het graf werd betreden via een binnenplein dat omringd was door gebouwen van twee verdiepingen hoog. Pilaren omsluiten drie nissen waarvan de middelste het beeld draagt van de soldaat in kwestie. Er tegenover ligt het Triclinium uit dezelfde periode, een van de weinige dodenruimtes in Petra waar gebeeldhouwde architecturale elementen te zien zijn. Maar wat ons vooral opvalt zijn de verschillende kleuren van de stenen die doen denken aan een abstract kunstwerk. Oorspronkelijk was de hele ruimte met kleurrijk stucco bezet, maar de natuurlijke kleurschakeringen van de rotsen zijn minstens even mooi. Een wilde kat volgt ons en kijkt met prachtige lichtgroene ogen toe hoe we de trappen afdalen, die net als het Triclinium lijken ingekleurd door een talentvol kunstschilder.
"De kleur van de rotsen verandert voortdurend tijdens de hike, af en toe lijken ze in vuur en vlam te staan."
Garden Palace.
|
Hyperkynetische ezeltjes. We volgen een deel van Wadi al Faresa, het paardenpad, dat gebruikt werd voor processies. Het leidt ons naar de leeuwenfontein, gebouwd 200 jaar voor Chr. Van het leeuwenhoofd waaruit ooit water gutste, blijft zo goed als niks over. Het water kwam van de Ain Braq bron en werd via een ingenieus systeem de stad in geleid. Hogerop zien we nog overblijfselen van een altaar waar rituelen werden uitgevoerd om de goden te bedanken voor al dat water dat voor de Nabateeërs heilig was. Een van de mooiste bouwwerken is de Garden Temple. Een strak kunstwerk, dat extra tot zijn recht komt tussen de grillige rotsen. Het renaissance graf gebouwd in de 1e eeuw v Chr. is een van de laatste bouwwerken op onze afdaling naar het meer toeristische Petra. Het heeft een heel elegante facade. Drie urnen worden gestut door pilaren. In 2003 werden hier nog 14 graven ontdekt. Hoewel de meeste leeggeroofd waren, werden er toch nog potten en muntstukken gevonden. Een paar berggeiten spurten in een drafje langs de polychrome rotsen naar beneden. Verder zien we niemand, weinig toeristen nemen deze trail, waardoor we nog intenser kunnen genieten van al die authentieke schoonheid.
"Weinig toeristen nemen de Wadi al Faresa trail waardoor we nog intenser kunnen genieten van de schoonheid."
Petra by night. 's Avonds verkennen we Petra by night. Dit keer zien we de schatkamer opdoemen in het licht
van honderden kaarsen. Er hangt ondanks het talrijk opgekomen publiek een
intieme sfeer. Een muzikant die op de rababa (strijkinstrument) speelt heft een soort klaagzang aan, waarna een fluitspeler het overneemt. We kunnen een speld horen vallen. Het is behoorlijk fris geworden, maar we
krijgen warme thee aangeboden. Op het einde van de voorstelling wordt de
schatkamer verlicht met kleurrijke spots. Net iets te kleurrijk naar onze
smaak, maar het geeft wel een magisch effect. We nemen
nog wat foto’s vanuit de Siq tot we beseffen dat we helemaal alleen overblijven. Een unicum, geen enkele toerist, geen storende geluiden, enkel het ruisen
van de wind. De geluid van onze stemmen draagt ver. Het is op zo’n moment dat onze eigen echo ons het zwijgen oplegt, want stilte is wat dit onwaarschijnlijke decor
nodig heeft en het boven de realiteit uittilt. Onze gids heeft gelijk, er is nooit een laatste keer om Petra te bezoeken.
"Onze echo legt ons het zwijgen op, want stilte is wat dit onwaarschijnlijke decor nodig heeft."
Vervoer: Royal Wings, een dochtermaatschappij van Royal Jordanian, vliegt vanaf 20 december 2016 eenmaal per week rechtstreeks vanuit Brussel naar Aqaba. Vanuit Aqaba is het slechts 1u rijden naar Petra. De vluchten met Royal Wings zijn gecharterd, voorlopig kan je als consument enkel een ticket kopen als je het combineert met een rondreis, een fly and drive, of een verblijf in een hotel.
Beste reistijd voor Petra is de lente en de herfst, want in de zomer is het broeiheet. Januari en februari zijn de koudste maanden met gemiddeld 18° C. Ook dan schijnt de zon volop, maar is het wel sneller donker. In die twee maanden kan het zelfs sneeuwen in Petra.
Overnachten: wij sliepen in Mövenpick Resort Petra, een vijfsterren hotel pal over de ingang van Petra. Indrukwekkende bar en een goed buffet restaurant.
Overnachten: wij sliepen in Mövenpick Resort Petra, een vijfsterren hotel pal over de ingang van Petra. Indrukwekkende bar en een goed buffet restaurant.
Geen opmerkingen