Het is winter maar in Curaçao is het 30°, ik loop voorbij een winkelcentrum dat Bloempot heet. Nederlands praten in de tropen is en blijft vreemd, maar doorweven met papiamento is het behoorlijk exotisch. De stranden zijn dat ook. Maar voor alle duidelijkheid: Curaçao heeft veel meer te bieden. Dit zijn dertien niet te missen dingen voor wie naar dit vrolijke Antilliaanse eiland trekt.
1. Christoffel Park, een oase van rust. Als ik met de auto door het immense natuurpark rijd is het alsof ik op een kermisattractie zit. De chauffeur daalt in grote vaart de erg steile weggetjes af. Vlinders in mijn buik, want… ook een beetje verliefd op het hallucinante landschap. Grote leguanen kruipen tussen de enorme cactussen, hier en daar merk ik kleurrijke vogels op en hagedissen op de enorme rotspartijen, maar ook herten en slangen maken deel uit van de fauna. Het liefst trek ik met een picknick in mijn rugzakje te voet door deze oase van rust. Het 2300 hectaren grote park telt 8 verschillende wandelwegen. De Christoffelberg, het hoogste punt van het eiland beklimmen hoort er ook bij. Het is een uitdaging, want onder een verzengende zon telt de 375m minstens dubbel. Maar als je wat tijd voor handen hebt is dit een echte aanrader, liefst zo vroeg mogelijk ’s ochtends.
2. Aloë Vera proeven, voelen en zien. Curaçao is niet meteen een vruchtbaar eiland. Zowat alles wordt ingevoerd, maar als het over hun alom geliefde aloë vera gaat, zijn ze wel koplopers. En al groeit er weinig anders, deze groene weldoener doet het uitstekend. Meer dan 100.000 planten bewijzen dat in de Curaloë plantage. Bovendien zie ik ze ook overal in het wild. Volgens mijn onderlegde gids en tot mijn grote verwondering is het geen vetplant, maar is het familie van de lelie en de ui.
Ik krijg een rondleiding in de
plantage, proef zelfs aloë vera en koop mezelf blauw aan dermatologische
producten. Want de plantage produceert crèmes en zalfjes met 100% aloë vera, niet
op basis van een concentraat, zoals bij vele andere producten. Ik zet ook de
eerste stap voor een eigen plantage thuis met een babyplantje dat ik zorgvuldig
laat inpakken. Want aloë vera is goed tegen zowat alles: brandwonden,
huidproblemen, blauwe plekken, uitdroging, rimpels, eczema etc.. De verzorging
van zo’n plantje is kinderspel: bijna geen water, alleen er af en toe tegen
praten. Het woord dushi (mooi, lief, lekkertje) laten vallen als je in de buurt
bent, doet ook wonderen.
3. Dinah Veeris’ kruidenparadijs. ‘Ik wieg
mijn kruiden en als het nodig is zing ik voor ze,’ legt Dinah breed glimlachend
uit wanneer ze me haar tuin laat zien. Ze is beroemd in Curaçao, Den Paradera staat
op zowat ieders programma. Als je Dinah of haar kruidenparadijs niet gezien
hebt, ben je niet in Curaçao geweest, neem dat van me aan. Ook hier niks dan
kruidenmiddelen die zowat alle kwaaltjes verhelpen. Oorspronkelijk stond deze
flamboyante dame voor de klas in Nederland. Ze nam de tuin in 1992 over van
haar moeder die alles over kruiden en planten wist. Door Dinah blijft al die
kennis rond natuurlijke geneeskunde bewaard.
Voor echte avonturiers is het goed om weten dat bv. een stokkie, een perfecte vervanging van de tandenborstel is. Haar moeder kende niets anders voor haar 9 jaar en had een perfect gebit. Intussen is Dinah uitgegroeid tot een moderne kruidendokter, een soort goeie heks, waar iedereen komt aankloppen als er iets mis is. Ze weet altijd raad. Ook vertellen kan ze als de beste, net zoals haar zoon die de rondleidingen met veel humor af en toe van haar overneemt. Er zijn nu plannen om ook massages en spirituele behandelingen te geven in haar kruidentuin. Een reden te meer om er eens langs te gaan.
4. Willemstad Otrabanda. De hoofdstad is opgesplitst in een rive gauche en een rive droite: Punda en Otrobanda, gescheiden door de St. Anna Baai. Beide stadsdelen hebben hun highlights. Vanuit Otrobanda heb ik het beste zicht op Punda en dan vooral op de kleurrijke Handelskaai, wat de meest gefotografeerde plek is op het eiland. De blauwe St. Anna Bay, de reflecties van de kleurrijke huizen in het water en de swinging lady, de leuke pontonbrug die af en toe openzwaait zijn van deze kant het spectaculairst. Er lopen een stuk minder toeristen rond, maar Otrobanda is minstens even interessant. Drie dingen waarvoor je zeker de tegenpool van Punda moet bezoeken zijn het Kura Hulanda museum & hotel, het Rif Fort van waaruit je niet alleen een spectaculair uitzicht hebt, maar waar je ook lekker kan eten en shoppen en de Nettobar, de oudste bar van het eiland waar ambiance gegarandeerd is. Er zijn ook een paar leuke restaurants op de kade met uitzicht op Punda. Het super gezellige Gouverneur de Rouville staat bovenaan mijn lijstje. Maar ook de andere terrassen zijn ideaal om het mooiste stuk van Willemstad uitvoerig te bewonderen.
5. Willemstad Punda. Zowel Otrobanda (de
andere kant) en Punda (de punt) zijn Unesco werelderfgoed. De Handelskade is
het visitekaartje van Willemstad en wat voor een, het is iconisch. Zowat de
hele wereld kent de kleurrijke kade met Nederlandse architectuur gehuld in een
Caribisch jasje met uitbundige kleuren. De terrasjes volgen er mekaar onafgebroken
op. Een ferry staat klaar voor het geval de Swinging Lady of koningin Emma brug
openzwaait, om iedereen toch snel aan de overkant te krijgen. Tijd verliezen
doe je dus niet, al is tijd hier een veel rekbaarder begrip dan in onze
hectische contreien. Marshe Bieu, de oude sfeervolle markt waar je krioyo eet,
de authentieke Creoolse keuken, is een must, ambiance verzekerd. Iedereen zit er
aan lange tafels en oudere dames roeren er fanatiek in gigantische potten, waarin
allerlei plaatselijke lekkernijen worden bereid (zie: Curaçao voor foodies).
Ook de Venezolaanse drijvende markt is een bezoekje waard. De kramen zelf drijven
niet, maar staan voor kleurrijke boten, waarmee de handelaars fruit en groenten vanuit
Venezuela aanvoeren, dat slechts op 60 km van Willemstad ligt. Nog een plek in
Punda die een bezoekje meer dan waard is, is de synagoge Mikvé,
waar de vloer uit wit zeezand bestaat. Verder zijn er verschillende
indrukwekkende muurschilderingen te vinden, hopen goeie restaurants en
uiteraard shops.
6. Kleurrijke street art. Ik ben gek op
street art en word aardig verwend op dit kleine maar kunstzinnige eiland: in
Punda en in het hippe Pietermaai vind ik een paar schitterende voorbeelden. Over
de slavernij bestaan er ook pakkende muurschilderingen. In de bomen net naast
de Handelskade worden dan weer beelden uitgehouwen. Maar de allermooiste fresco’s
zijn die van Esteban Ferrales, een Cubaanse kunstenaar die ook meewerkte aan de
prachtige totems en beelden in Amazonia, een klein park met dieren dat bij het
Braziliaanse steakhouse L’Aldea hoort en o. a. de Arawak cultuur in de
spotlights zet.
Er is weinig gekend over Ferrales, maar de twee opvallendste 3D
fresco’s in Punda zijn van zijn hand: een muur vol levensechte leguanen op een
klein pleintje in het centrum van de stad en een steegje dat hij opfleurde met
larger then life zonnebloemen en vlinders. Bijzonder kleurrijk en indrukwekkend.
Hij werkte ervoor samen met de lokale Nena Sanchez. Nena’s werk vind je zowat overal
op het eiland op muren van shops en restaurants, maar uiteraard ook in haar eigen
atelier of galerij in downtown Punda of in Landhuis Jan Kok op de weg naar
Westpunt. Zij is de absolute numero uno als het om de ietwat naïeve lokale
kunst gaat, de kleuren spatten van haar werk af.
7. Slavenmusea, een duik in de geschiedenis. Mis
vooral Kura Hulanda niet, het museum staat niet toevallig op de plaats waar
vroeger de slaven werden verhandeld. Het hele museum staat in het teken van de
Afrikaanse slavenhandel, met o.a. een paar mooie replica van slavenschepen. Maar
ook Afrika zelf komt aan bod met prachtige artifacts, ik krijg er bovendien een
mooi overzicht van de verschillende culturen die op het eiland verblijven. Een
Nederlandse zakenman, Jacob Gelt Dekker, kocht een hele wijk met koloniale
huisjes op en maakte er behalve een museum ook een fantastisch hotel van. Het bestaat
uit een volledig dorp met winkeltjes, bars en restaurants. Je kan er flaneren
in smalle straatjes met fonteinen, op gezellige pleintjes met banken en
beelden. Het is alsof je een stap terug in de tijd zet. Logeren doe je in een
van de dorpshuisjes.
Kura Hulanda is een perfecte plek om in de geschiedenis van
het eiland te duiken en is niet voor niks sinds 1997 Unesco werelderfgoed. Het
museum is een van de beste van het eiland. Maar ook op andere plekken zoals in Landhuis
Knip vind ik sporen van het slavenverleden. Hier vond in 1795 een opstand
plaats, onder leiding van Tula, een zwarte slaaf die nog steeds als een held
wordt aanzien, 17 augustus is tot op vandaag een nationale feestdag. Jammer
genoeg bracht hij het er zelf niet al te best vanaf. Hij werd gevangen genomen
en doodgemarteld. De andere slaven moesten nog tot in 1863 wachten om bevrijd
te worden en onder het juk van de Nederlandse slavenhandel op het eiland uit te
komen. Landhuis Knip staat helemaal in
het teken van Tula en is bovendien een van de mooiste landhuizen die Curaçao nog
telt.
8. Landhuizen bepalen het landschap. Ze zijn
dan misschien een overblijfsel van een donker verleden, want het waren de
landeigenaars die er stuk voor stuk slaven op na hielden, maar vandaag zijn het
deze immense huizen die het decor bepalen van het eiland. De prachtige vaak
okergele gebouwen zijn intussen allemaal omgetoverd tot restaurants, musea,
galerijen of hotels. Ik had een heerlijke Creoolse lunch in Dokterstuin, waar o.a.
leguaan op het menu staat en al gauw is duidelijk waarom. De hele tuin zit er
vol van. Ik bezoek het museum in Landhuis Knip eet een heerlijk dessert in
landhuis Daniël, waar een Nederlandse professor de pollepel zwaait. Een blue
Curaçao proeven doe ik dan weer in Landhuis Chobolobo. En een schitterende
tentoonstelling rond glas bekijk ik in Landhuis Bloemhof, waar een 12-tal
exposities per jaar worden georganiseerd door de eigenares die zelf uit een
kunstenaarsfamilie komt. Voor mij behoren deze landhuizen tot de mooiste
plekken op Curaçao.
9. Het hippe Pietermaai. Als je graag uit
gaat en de meest trendy buurt van Willemstad wil ontdekken dan moet je in
Pietermaai zijn. Een wijk die tot voor kort nog totaal verloederd was, kent nu
een nieuw leven. Sommige gebouwen zijn nog niet volledig gerestaureerd maar dat
geeft het net dat rauwe kantje waar ik wel van houd. Het nachtleven bruist er.
Muurschilderingen fleuren de straten op. Leuke boetiekjes en bars zorgen voor ambiance
en het stikt er van de goeie restaurants. Dit is een plek waar ik me meteen
thuis voel en met plezier rondloop al is het maar voor de leuke architectuur en
de hartelijke ambiance.
Ik stop even de tijd op het op zee uitkijkend terras
van boetiekhotel BijBlauw, dat meteen mijn hart verovert. Mijn favoriete bar is
Mundo Bizarro, een Cubaans café met een origineel decor, erg warme kleuren, live
muziek , lekkere cocktails en Cubaanse sigaren. Eten kan je in deze hippe wijk
van Mediterraans tot Frans, lekkere vis, tapas, maar uiteraard ook de echte Creoolse keuken. Terwijl
ik dit schrijf zijn er vast al nieuwe bars en restaurants bij gekomen, want dit
is dé plek voor iedereen met vernieuwende ideeën, waar ook de locals en masse
uitgaan.
10. Stranden à volonté. Veel mensen komen
gewoon voor de stranden naar Curaçao, er zijn er zo’n 40-tal. Keuze genoeg dus.
Elk strand heeft een eigen charme. Mijn lievelingsstrand is, ondanks de drukte,
de Grote Knip. Niet alleen heeft het water er de meest onwaarschijnlijke kleur
blauw, alsof het geschilderd werd door een goddelijke hand, maar het is veruit
het strand met de meeste couleur locale. Jongens springen er van de hoge rotsen
het water in, families zitten te barbecueën en ik proef er plaatselijke
specialiteiten, zoals overheerlijke pompoenpannenkoeken.
Als je het iets chiquer
wil dan is Jan Thiel the place to be. Met een infinity zwembad op het strand dat niet
alleen erg indrukwekkend oogt maar ook super aangenaam is om in te zwemmen. En
wat er op het menu staat in de restaurantjes er rond is om vingers en duimen bij
af te likken. Er zijn natuurlijk ook iets rustigere stranden in kleine
baaitjes. Porto Mari is er zo een waar vooral locals zitten. Ook Playa Daaibooi
is een plek waar veelal Curaçaoërs komen, het water is er blauwer dan blauw.
Cas
Abao is een van de meest paradijselijke stranden met prachtige palmen, een leuke
daiquiri bar en dames die je met uitzicht op zee de zevende hemel in masseren. Playa Kalki in
Westpunt is omringd door kalkstenen rotsen en is dé plek om te gaan snorkelen. Het
kreeg de veelzeggende naam Alice in Wonderland. En zo voel ik me ook als ik
tussen de kleurrijke vissen en koralen zwem: in een sprookjeswereld. Als je wil
kan je elke dag op een ander strand gaan liggen, maar er is gelukkig veel meer
te doen dan alleen maar zonnen op Curaçao.
11. Het ruige Shete Boka. Spectaculair
en verlaten, het ruwe Curaçao in het noorden van het eiland is ruig en bestaat grotendeels
uit kliffen, waar de golven onophoudelijk tegenaan beuken. Shete Boka, zeven
inhammen, is een natuurpark met prachtige landschappen. Soms lijkt het alsof ik
een uitstapje maak op de maan. Boka Pistol is het spectaculairst. De zee heeft
de rotswand uitgevreten en telkens er een golf te pletter slaat op een van de
rotsen die boven het water uitsteekt lijkt het alsof er een explosie
plaatsvindt, die gepaard gaat met een hevige knal. Vandaar de naam. Ook Boka Tabla
is mooi. In Boka Wandomi heeft de zee een natuurlijke brug gevormd en kan je
soms schildpadden zien. Jammer genoeg ben ik er niet in de periode dat ze
eieren leggen.
12. Met jetski’s op bezoek bij de jetset. Spanish
Water, Caracas baai, is de sjiekste baai van het eiland. Het was al een haven
toen de Arawak indianen er leefden en er liggen nog steeds massa’s jachten. De
huizen zijn er behoorlijk prijzig. Niet te verwonderen dat er veel beroemdheden
wonen, zelfs de Nederlandse koninklijke familie heeft er een optrekje. Een
leuke manier om de jetset van wat dichterbij te bekijken is vanop een jetski.
Al snel wordt duidelijk waarom het bedrijf dat deze jetski uitjes organiseert ‘Adrenalinetours’
heet. De gids, een jonge kerel, gaat er vandoor in een rotvaart. Goed volgen
roept hij nog voor hij volledig uit het zicht verdwijnt. Ik houd me een beetje
in, want er zijn behoorlijk wat koralen en zandbanken. De hoge golven zorgen
voor een hardhandige massage, maar eenmaal in Spanish Water wordt het een stuk
rustiger en is het zelfs aangenaam. Snorkelen kan hier rond een gezonken schip.
13. De beste duik- en snorkelplekken. Curaçao
is een populaire duik- en snorkelplek. Niet alleen omdat het zicht meestal uitstekend
is en er een paar gezonken boten liggen, maar er zijn ook bijzonder veel
duikspots, duikscholen en winkels. Ik houd het op snorkelen en ook daar zijn de
mogelijkheden legio. In playa Lagun kan je bv. vanop het strand snorkelen, net
zoals in Playa Kalki of de Grote Knip, ook in Playa Cas Abao is het makkelijk en zie
je met wat geluk zelfs zeepaardjes.
Spectaculairder is een boottrip nemen naar
het Paddenstoelenwoud of de Blauwe Kamer, waar indrukwekkende paddenstoelachtige
koraalformaties te zien zijn, in een grot die zich ongeveer drie meter onder
water bevindt en bekend is om zijn blauwe gloed. Die wordt veroorzaakt door het
zonlicht dat het heldere water extra blauw laat lijken. Het is bovendien een
goeie plek om schildpadden, roggen en verpleegsterhaaien tegen te komen. Al is
dit misschien niet de ideale spot voor beginnende snorkelaars. Klein Curaçao,
een onbewoond eilandje op ongeveer 2 u varen van Curaçao is dat wel en de
parelwitte bounty stranden zijn een leuke surplus.
© TEKST EN FOTO’S: MYRIAM THYS 2015
Meer Curaçao op onze blog: Curaçao voor foodies.
Hoe:
Arkefly: Ik vloog er naartoe met
de bijzonder comfortabele Dreamliner van Arkefly. Dagelijkse vluchten
Schiphol (Amsterdam)-Curaçao, heen en terug vanaf 549 euro: www.arkefly.nl/vliegtickets/vluchten/curacao
Thalys: Vanuit Brussel met de Thalys naar Schiphol
duurt 1u32. Als je je tickets heel vroeg boekt kan het vanaf 29€. www.thalys.com
Ik logeerde
in:
Floris Suites: trendy 4 sterrenhotel
met een aangenaam zwembad en een bijzonder goed restaurant in de Piscadera Baai,
vlakbij het strand. http://fave.co/1Cu7UDQ
Nog leuke adresjes zijn:
BijBlauw: een trendy 3 sterren boetiekhotel aan de Caribische Oceaan in
het bruisende en hippe Pietermaai (Willemstad): www.bijblauw.com
Sonesta Kura Hulanda Village and Spa: een luxueus 5 sterrenhotel in
Otrobanda met een erg origineel concept: de kamers bevinden zich in huisjes die
deel uitmaken van een dorp, met winkeltjes, restaurants en bars. www.kurahulanda.com
The Mariott Beach resort: luxe 5 sterrenhotel met alles erop en
eraan, ligt aan een bijzonder mooi strand in de Piscadera Baai.
Doen
Christoffelpark: in het noordwesten van het
eiland bij Bandabouin. www.carmabi.org
Curaloë: deze aloë veraplantage ligt in St. Jorisgebied, vlakbij
Willemstad, op 5 minuten van de struisvogelboerderij. facebook.com/home.curaloe
Dinah Veeris' kruidentuin: in het oosten van het eiland in Banda
Ariba. www.dinahveeris.com
Kura Hulanda museum: in Otrobanda bij het hotel met
dezelfde naam. www.kurahulanda.com/en/museum
Street Art wandeling in Willemstad: Dushi Walks. www.naarcuracao.com
Shete Boka: ligt naast het Christoffelpark. www.carmabi.org
Pieter Maai district: info op http://pietermaaidistrict.com
Adrenaline tours: Jetski, snorkelen en andere watersporten:
www.adrenalinetourscuracao.com
Info over Curaçao: www.curacao.com/nl
PRAKTISCH
Papieren: Een internationaal paspoort dat
nog 6 maanden geldig is, geen visum.
Geld: 1 euro = 1,88 Antilliaanse
gulden (Ang) (in november 2015), dollars en euro’s worden overal aanvaard.
Kredietkaarten kan je ook à volonté gebruiken. En er zijn ATM’s waar je met je
gewone bankkaart geld kan afhalen.
Taal: iedereen spreekt Nederlands
(officiële taal), daarnaast wordt ook Engels, Spaans en Papiamento gesproken.
Klimaat: Curaçao is een bestemming voor
alle seizoenen: het ligt buiten de orkaanzone, t° altijd boven de 25°, àls er
regen valt gebeurt dat van okt. tot dec.
Tijd: in de zomer 6 uur vroeger in de
winter 5 uur.
Geen opmerkingen