13 MUST SEES IN CURACAO


Het is winter maar in Curaçao is het 30°, ik loop voorbij een winkelcentrum dat Bloempot heet. Nederlands praten in de tropen is en blijft vreemd, maar doorweven met papiamento is het behoorlijk exotisch. De stranden zijn dat ook. Maar voor alle duidelijkheid: Curaçao heeft veel meer te bieden. Dit zijn dertien niet te missen dingen voor wie naar dit vrolijke Antilliaanse eiland trekt.



1. Christoffel Park, een oase van rust.
Als ik met de auto door het immense natuurpark rijd is het alsof ik op een kermisattractie zit. De chauffeur daalt in grote vaart de erg steile weggetjes af. Vlinders in mijn buik, want… ook een beetje verliefd op het hallucinante landschap. Grote leguanen kruipen tussen de enorme cactussen, hier en daar merk ik kleurrijke vogels op en hagedissen op de enorme rotspartijen, maar ook herten en slangen maken deel uit van de fauna. Het liefst trek ik met een picknick in mijn rugzakje te voet door deze oase van rust. Het 2300 hectaren grote park telt 8 verschillende wandelwegen. De Christoffelberg, het hoogste punt van het eiland beklimmen hoort er ook bij. Het is een uitdaging, want onder een verzengende zon telt de 375m minstens dubbel. Maar als je wat tijd voor handen hebt is dit een echte aanrader, liefst zo vroeg mogelijk ’s ochtends.




2. Aloë Vera proeven, voelen en zien.
Curaçao is niet meteen een vruchtbaar eiland. Zowat alles wordt ingevoerd, maar als het over hun alom geliefde aloë vera gaat, zijn ze wel koplopers. En al groeit er weinig anders, deze groene weldoener doet het uitstekend. Meer dan 100.000 planten bewijzen dat in de Curaloë plantage. Bovendien zie ik ze ook overal in het wild. Volgens mijn onderlegde gids en tot mijn grote verwondering is het geen vetplant, maar is het familie van de lelie en de ui.



Ik krijg een rondleiding in de plantage, proef zelfs aloë vera en koop mezelf blauw aan dermatologische producten. Want de plantage produceert crèmes en zalfjes met 100% aloë vera, niet op basis van een concentraat, zoals bij vele andere producten. Ik zet ook de eerste stap voor een eigen plantage thuis met een babyplantje dat ik zorgvuldig laat inpakken. Want aloë vera is goed tegen zowat alles: brandwonden, huidproblemen, blauwe plekken, uitdroging, rimpels, eczema etc.. De verzorging van zo’n plantje is kinderspel: bijna geen water, alleen er af en toe tegen praten. Het woord dushi (mooi, lief, lekkertje) laten vallen als je in de buurt bent, doet ook wonderen.



3. Dinah Veeris’ kruidenparadijs. ‘Ik wieg mijn kruiden en als het nodig is zing ik voor ze,’ legt Dinah breed glimlachend uit wanneer ze me haar tuin laat zien. Ze is beroemd in Curaçao, Den Paradera staat op zowat ieders programma. Als je Dinah of haar kruidenparadijs niet gezien hebt, ben je niet in Curaçao geweest, neem dat van me aan. Ook hier niks dan kruidenmiddelen die zowat alle kwaaltjes verhelpen. Oorspronkelijk stond deze flamboyante dame voor de klas in Nederland. Ze nam de tuin in 1992 over van haar moeder die alles over kruiden en planten wist. Door Dinah blijft al die kennis rond natuurlijke geneeskunde bewaard.



Voor echte avonturiers is het goed om weten dat bv. een stokkie, een perfecte vervanging van de tandenborstel is. Haar moeder kende niets anders voor haar 9 jaar en had een perfect gebit. Intussen is Dinah uitgegroeid tot een moderne kruidendokter, een soort goeie heks, waar iedereen komt aankloppen als er iets mis is. Ze weet altijd raad. Ook vertellen kan ze als de beste, net zoals haar zoon die de rondleidingen met veel humor af en toe van haar overneemt. Er zijn nu plannen om ook massages en spirituele behandelingen te geven in haar kruidentuin. Een reden te meer om er eens langs te gaan.




4. Willemstad Otrabanda.
De hoofdstad is opgesplitst in een rive gauche en een rive droite: Punda en Otrobanda, gescheiden door de St. Anna Baai. Beide stadsdelen hebben hun highlights. Vanuit Otrobanda heb ik het beste zicht op Punda en dan vooral op de kleurrijke Handelskaai, wat de meest gefotografeerde plek is op het eiland. De blauwe St. Anna Bay, de reflecties van de kleurrijke huizen in het water en de swinging lady, de leuke pontonbrug die af en toe openzwaait zijn van deze kant het spectaculairst. Er lopen een stuk minder toeristen rond, maar Otrobanda is  minstens even interessant. Drie dingen waarvoor je zeker de tegenpool van Punda moet bezoeken zijn het Kura Hulanda museum & hotel, het Rif Fort van waaruit je niet alleen een spectaculair uitzicht hebt, maar waar je ook lekker kan eten en shoppen en de Nettobar, de oudste bar van het eiland waar ambiance gegarandeerd is. Er zijn ook een paar leuke restaurants op de kade met uitzicht op Punda. Het super gezellige Gouverneur de Rouville staat bovenaan mijn lijstje. Maar ook de andere terrassen zijn ideaal om het mooiste stuk van Willemstad uitvoerig te bewonderen.



5. Willemstad Punda. Zowel Otrobanda (de andere kant) en Punda (de punt) zijn Unesco werelderfgoed. De Handelskade is het visitekaartje van Willemstad en wat voor een, het is iconisch. Zowat de hele wereld kent de kleurrijke kade met Nederlandse architectuur gehuld in een Caribisch jasje met uitbundige kleuren. De terrasjes volgen er mekaar onafgebroken op. Een ferry staat klaar voor het geval de Swinging Lady of koningin Emma brug openzwaait, om iedereen toch snel aan de overkant te krijgen. Tijd verliezen doe je dus niet, al is tijd hier een veel rekbaarder begrip dan in onze hectische contreien. Marshe Bieu, de oude sfeervolle markt waar je krioyo eet, de authentieke Creoolse keuken, is een must, ambiance verzekerd. Iedereen zit er aan lange tafels en oudere dames roeren er fanatiek in gigantische potten, waarin allerlei plaatselijke lekkernijen worden bereid (zie: Curaçao voor foodies).


Ook de Venezolaanse drijvende markt is een bezoekje waard. De kramen zelf drijven niet, maar staan voor kleurrijke boten, waarmee de handelaars fruit en groenten vanuit Venezuela aanvoeren, dat slechts op 60 km van Willemstad ligt. Nog een plek in Punda die een bezoekje meer dan waard is, is de synagoge Mikvé, waar de vloer uit wit zeezand bestaat. Verder zijn er verschillende indrukwekkende muurschilderingen te vinden, hopen goeie restaurants en uiteraard shops.


6. Kleurrijke street art. Ik ben gek op street art en word aardig verwend op dit kleine maar kunstzinnige eiland: in Punda en in het hippe Pietermaai vind ik een paar schitterende voorbeelden. Over de slavernij bestaan er ook pakkende muurschilderingen. In de bomen net naast de Handelskade worden dan weer beelden uitgehouwen. Maar de allermooiste fresco’s zijn die van Esteban Ferrales, een Cubaanse kunstenaar die ook meewerkte aan de prachtige totems en beelden in Amazonia, een klein park met dieren dat bij het Braziliaanse steakhouse L’Aldea hoort en o. a. de Arawak cultuur in de spotlights zet.


Er is weinig gekend over Ferrales, maar de twee opvallendste 3D fresco’s in Punda zijn van zijn hand: een muur vol levensechte leguanen op een klein pleintje in het centrum van de stad en een steegje dat hij opfleurde met larger then life zonnebloemen en vlinders. Bijzonder kleurrijk en indrukwekkend. Hij werkte ervoor samen met de lokale Nena Sanchez. Nena’s werk vind je zowat overal op het eiland op muren van shops en restaurants, maar uiteraard ook in haar eigen atelier of galerij in downtown Punda of in Landhuis Jan Kok op de weg naar Westpunt. Zij is de absolute numero uno als het om de ietwat naïeve lokale kunst gaat, de kleuren spatten van haar werk af.


7. Slavenmusea, een duik in de geschiedenis. Mis vooral Kura Hulanda niet, het museum staat niet toevallig op de plaats waar vroeger de slaven werden verhandeld. Het hele museum staat in het teken van de Afrikaanse slavenhandel, met o.a. een paar mooie replica van slavenschepen. Maar ook Afrika zelf komt aan bod met prachtige artifacts, ik krijg er bovendien een mooi overzicht van de verschillende culturen die op het eiland verblijven. Een Nederlandse zakenman, Jacob Gelt Dekker, kocht een hele wijk met koloniale huisjes op en maakte er behalve een museum ook een fantastisch hotel van. Het bestaat uit een volledig dorp met winkeltjes, bars en restaurants. Je kan er flaneren in smalle straatjes met fonteinen, op gezellige pleintjes met banken en beelden. Het is alsof je een stap terug in de tijd zet. Logeren doe je in een van de dorpshuisjes.



Kura Hulanda is een perfecte plek om in de geschiedenis van het eiland te duiken en is niet voor niks sinds 1997 Unesco werelderfgoed. Het museum is een van de beste van het eiland. Maar ook op andere plekken zoals in Landhuis Knip vind ik sporen van het slavenverleden. Hier vond in 1795 een opstand plaats, onder leiding van Tula, een zwarte slaaf die nog steeds als een held wordt aanzien, 17 augustus is tot op vandaag een nationale feestdag. Jammer genoeg bracht hij het er zelf niet al te best vanaf. Hij werd gevangen genomen en doodgemarteld. De andere slaven moesten nog tot in 1863 wachten om bevrijd te worden en onder het juk van de Nederlandse slavenhandel op het eiland uit te komen. Landhuis Knip  staat helemaal in het teken van Tula en is bovendien een van de mooiste landhuizen die Curaçao nog telt.


8. Landhuizen bepalen het landschap. Ze zijn dan misschien een overblijfsel van een donker verleden, want het waren de landeigenaars die er stuk voor stuk slaven op na hielden, maar vandaag zijn het deze immense huizen die het decor bepalen van het eiland. De prachtige vaak okergele gebouwen zijn intussen allemaal omgetoverd tot restaurants, musea, galerijen of hotels. Ik had een heerlijke Creoolse lunch in Dokterstuin, waar o.a. leguaan op het menu staat en al gauw is duidelijk waarom. De hele tuin zit er vol van. Ik bezoek het museum in Landhuis Knip eet een heerlijk dessert in landhuis Daniël, waar een Nederlandse professor de pollepel zwaait. Een blue Curaçao proeven doe ik dan weer in Landhuis Chobolobo. En een schitterende tentoonstelling rond glas bekijk ik in Landhuis Bloemhof, waar een 12-tal exposities per jaar worden georganiseerd door de eigenares die zelf uit een kunstenaarsfamilie komt. Voor mij behoren deze landhuizen tot de mooiste plekken op Curaçao.


9. Het hippe Pietermaai. Als je graag uit gaat en de meest trendy buurt van Willemstad wil ontdekken dan moet je in Pietermaai zijn. Een wijk die tot voor kort nog totaal verloederd was, kent nu een nieuw leven. Sommige gebouwen zijn nog niet volledig gerestaureerd maar dat geeft het net dat rauwe kantje waar ik wel van houd. Het nachtleven bruist er. Muurschilderingen fleuren de straten op. Leuke boetiekjes en bars zorgen voor ambiance en het stikt er van de goeie restaurants. Dit is een plek waar ik me meteen thuis voel en met plezier rondloop al is het maar voor de leuke architectuur en de hartelijke ambiance.


Ik stop even de tijd op het op zee uitkijkend terras van boetiekhotel BijBlauw, dat meteen mijn hart verovert. Mijn favoriete bar is Mundo Bizarro, een Cubaans café met een origineel decor, erg warme kleuren, live muziek , lekkere cocktails en Cubaanse sigaren. Eten kan je in deze hippe wijk van Mediterraans tot Frans, lekkere vis, tapas, maar  uiteraard ook de echte Creoolse keuken. Terwijl ik dit schrijf zijn er vast al nieuwe bars en restaurants bij gekomen, want dit is dé plek voor iedereen met vernieuwende ideeën, waar ook de locals en masse uitgaan.



10. Stranden à volonté. Veel mensen komen gewoon voor de stranden naar Curaçao, er zijn er zo’n 40-tal. Keuze genoeg dus. Elk strand heeft een eigen charme. Mijn lievelingsstrand is, ondanks de drukte, de Grote Knip. Niet alleen heeft het water er de meest onwaarschijnlijke kleur blauw, alsof het geschilderd werd door een goddelijke hand, maar het is veruit het strand met de meeste couleur locale. Jongens springen er van de hoge rotsen het water in, families zitten te barbecueën en ik proef er plaatselijke specialiteiten, zoals overheerlijke pompoenpannenkoeken.



Als je het iets chiquer wil dan is Jan Thiel the place to be. Met een infinity zwembad op het strand dat niet alleen erg indrukwekkend oogt maar ook super aangenaam is om in te zwemmen. En wat er op het menu staat in de restaurantjes er rond is om vingers en duimen bij af te likken. Er zijn natuurlijk ook iets rustigere stranden in kleine baaitjes. Porto Mari is er zo een waar vooral locals zitten. Ook Playa Daaibooi is een plek waar veelal Curaçaoërs komen, het water is er blauwer dan blauw.



Cas Abao is een van de meest paradijselijke stranden met prachtige palmen, een leuke daiquiri bar en dames die je met uitzicht op zee de zevende hemel in masseren. Playa Kalki in Westpunt is omringd door kalkstenen rotsen en is dé plek om te gaan snorkelen. Het kreeg de veelzeggende naam Alice in Wonderland. En zo voel ik me ook als ik tussen de kleurrijke vissen en koralen zwem: in een sprookjeswereld. Als je wil kan je elke dag op een ander strand gaan liggen, maar er is gelukkig veel meer te doen dan alleen maar zonnen op Curaçao.


11. Het ruige Shete Boka. Spectaculair en verlaten, het ruwe Curaçao in het noorden van het eiland is ruig en bestaat grotendeels uit kliffen, waar de golven onophoudelijk tegenaan beuken. Shete Boka, zeven inhammen, is een natuurpark met prachtige landschappen. Soms lijkt het alsof ik een uitstapje maak op de maan. Boka Pistol is het spectaculairst. De zee heeft de rotswand uitgevreten en telkens er een golf te pletter slaat op een van de rotsen die boven het water uitsteekt lijkt het alsof er een explosie plaatsvindt, die gepaard gaat met een hevige knal. Vandaar de naam. Ook Boka Tabla is mooi. In Boka Wandomi heeft de zee een natuurlijke brug gevormd en kan je soms schildpadden zien. Jammer genoeg ben ik er niet in de periode dat ze eieren leggen.


12. Met jetski’s op bezoek bij de jetset. Spanish Water, Caracas baai, is de sjiekste baai van het eiland. Het was al een haven toen de Arawak indianen er leefden en er liggen nog steeds massa’s jachten. De huizen zijn er behoorlijk prijzig. Niet te verwonderen dat er veel beroemdheden wonen, zelfs de Nederlandse koninklijke familie heeft er een optrekje. Een leuke manier om de jetset van wat dichterbij te bekijken is vanop een jetski. Al snel wordt duidelijk waarom het bedrijf dat deze jetski uitjes organiseert ‘Adrenalinetours’ heet. De gids, een jonge kerel, gaat er vandoor in een rotvaart. Goed volgen roept hij nog voor hij volledig uit het zicht verdwijnt. Ik houd me een beetje in, want er zijn behoorlijk wat koralen en zandbanken. De hoge golven zorgen voor een hardhandige massage, maar eenmaal in Spanish Water wordt het een stuk rustiger en is het zelfs aangenaam. Snorkelen kan hier rond een gezonken schip.


13. De beste duik- en snorkelplekken. Curaçao is een populaire duik- en snorkelplek. Niet alleen omdat het zicht meestal uitstekend is en er een paar gezonken boten liggen, maar er zijn ook bijzonder veel duikspots, duikscholen en winkels. Ik houd het op snorkelen en ook daar zijn de mogelijkheden legio. In playa Lagun kan je bv. vanop het strand snorkelen, net zoals in Playa Kalki of de Grote Knip, ook in Playa Cas Abao is het makkelijk en zie je met wat geluk zelfs zeepaardjes.


Spectaculairder is een boottrip nemen naar het Paddenstoelenwoud of de Blauwe Kamer, waar indrukwekkende paddenstoelachtige koraalformaties te zien zijn, in een grot die zich ongeveer drie meter onder water bevindt en bekend is om zijn blauwe gloed. Die wordt veroorzaakt door het zonlicht dat het heldere water extra blauw laat lijken. Het is bovendien een goeie plek om schildpadden, roggen en verpleegsterhaaien tegen te komen. Al is dit misschien niet de ideale spot voor beginnende snorkelaars. Klein Curaçao, een onbewoond eilandje op ongeveer 2 u varen van Curaçao is dat wel en de parelwitte bounty stranden zijn een leuke surplus.

© TEKST EN FOTO’S: MYRIAM THYS 2015

Meer Curaçao op onze blog: Curaçao voor foodies.




Hoe:

Arkefly: Ik vloog er naartoe met de bijzonder comfortabele Dreamliner van Arkefly. Dagelijkse vluchten Schiphol (Amsterdam)-Curaçao, heen en terug vanaf 549 euro: www.arkefly.nl/vliegtickets/vluchten/curacao

Thalys: Vanuit Brussel met de Thalys naar Schiphol duurt 1u32. Als je je tickets heel vroeg boekt kan het vanaf 29€. www.thalys.com

Ik logeerde in:

Floris Suites: trendy 4 sterrenhotel met een aangenaam zwembad en een bijzonder goed restaurant in de Piscadera Baai, vlakbij het strand. http://fave.co/1Cu7UDQ

Nog leuke adresjes zijn:

BijBlauw: een trendy 3 sterren boetiekhotel aan de Caribische Oceaan in het bruisende en hippe Pietermaai (Willemstad): www.bijblauw.com

Sonesta Kura Hulanda Village and Spa: een luxueus 5 sterrenhotel in Otrobanda met een erg origineel concept: de kamers bevinden zich in huisjes die deel uitmaken van een dorp, met winkeltjes, restaurants en bars. www.kurahulanda.com

The Mariott Beach resort: luxe 5 sterrenhotel met alles erop en eraan, ligt aan een bijzonder mooi strand in de Piscadera Baai.




Doen

Christoffelpark: in het noordwesten van het eiland bij Bandabouin. www.carmabi.org

Curaloë: deze aloë veraplantage ligt in St. Jorisgebied, vlakbij Willemstad, op 5 minuten van de struisvogelboerderij. facebook.com/home.curaloe

Dinah Veeris' kruidentuin: in het oosten van het eiland in Banda Ariba. www.dinahveeris.com

Kura Hulanda museum: in Otrobanda bij het hotel met dezelfde naam. www.kurahulanda.com/en/museum

Street Art wandeling in Willemstad: Dushi Walks. www.naarcuracao.com

Shete Boka: ligt naast het Christoffelpark. www.carmabi.org

Pieter Maai district: info op http://pietermaaidistrict.com

Adrenaline tours: Jetski, snorkelen en andere watersporten: www.adrenalinetourscuracao.com

INFO

Info over Curaçao:  www.curacao.com/nl


PRAKTISCH

Papieren: Een internationaal paspoort dat nog 6 maanden geldig is, geen visum.

Geld: 1 euro = 1,88 Antilliaanse gulden (Ang) (in november 2015), dollars en euro’s worden overal aanvaard. Kredietkaarten kan je ook à volonté gebruiken. En er zijn ATM’s waar je met je gewone bankkaart geld kan afhalen.

Taal: iedereen spreekt Nederlands (officiële taal), daarnaast wordt ook Engels, Spaans en Papiamento gesproken.

Klimaat: Curaçao is een bestemming voor alle seizoenen: het ligt buiten de orkaanzone, t° altijd boven de 25°, àls er regen valt gebeurt dat van okt. tot dec.

Tijd: in de zomer 6 uur vroeger in de winter 5 uur.
13 MUST SEES IN CURACAO

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->