Wie Le Mans zegt, denkt meteen aan de 24 Uren die deze stad wereldberoemd maakte. Toch is Le Mans meer dan deze legendarische uithoudingsrace voor gestroomlijnde bolides. Het historische hart van de stad, Cité Plantagenêt, contrasteert fel met de glamour die we rond het circuit kunnen snuiven. We komen er terecht in een verstild decor waar Galliërs, Romeinen en Vikingen ons zijn voorgegaan. De zomer is het beste tijdstip om Le Mans te verkennen, want dan krijg je er gratis La Nuit des Chimères bovenop, een immens lichtspektakel dat je af en toe stevig naar adem doet happen.
Aards paradijs. 'Onze versie van Manneken Pis' lacht Patricia, de gids, bij een van de oude vakwerkhuisjes in Rue de la Vieille Porte. In de onderste latei van het oude pand is een figuur gebeiteld die vrolijk met z'n forse jongeheer staat te zwaaien. Water komt er gelukkig niet uit. Vakwerkhuizen met (ludieke) ornamenten zie je zowat overal in de geplaveide straatjes van Cité Plantagenêt, het historische hart van Le Mans. 'Hier heten ze pans de bois, de oudste dateren uit de 14e eeuw, al werd het gros van deze huizen twee eeuwen later opgetrokken,' aldus onze gids.
De mooiste pans de bois zien we in la Grande Rue, met welklinkende namen als Maison du Pilier Rouge, Maison du Pilier Vert en Maison du Pilier aux Clefs. Ze zijn genoemd naar de corniers, de sierlijke hoekpilasters waarmee ze zijn afgeboord. Volgens Patricia zijn er nog 9 van deze corniers in Plantagenêt. Behalve charmante vakwerkhuizen kunnen we in de wijk nog enkele statige renaissance woningen bewonderen, het is meteen duidelijk dat de oorspronkelijke bewoners erg bemiddeld waren. Maison d'Adam et Eve charmeert ons met een prachtig basreliëf in de latei boven de inkom, dat ironisch genoeg geen voorstelling van het aards paradijs is. 'Wie goed kijkt merkt dat de centrale figuren twee vrouwen zijn' zegt Patricia. 'Het is een scène uit de Griekse mythologie en dat was erg hip tijdens de renaissance'. Ons valt het kleine stadskasteel Maison des Deux-Amis in la Rue de la Reine Bérangère vooral op, een geslaagde mix van renaissance én pans de bois. Twee identieke huizen met elk een eigen deur, maar met slechts één gemeenschappelijke trap, die de twee vrienden met plezier deelden.
Filmdecor. Deze charmante pot-pourri van architecturale stijlen wordt bij elkaar gehouden door een immense Romeinse stadsomwalling uit de 3de eeuw die bijzonder goed geconserveerd bleef. Suindinum (zo heette de stad in de Gallische periode) werd rond 20 v. Chr. geromaniseerd door Keizer Augustus en omgedoopt tot Vindinum. Andere sporen van de Romeinse periode zien we bij de thermen die in 1980 tijdens werkzaamheden toevallig werden ontdekt. 'De Romeinse muur is uniek in Frankrijk en is momenteel kandidaat voor de werelderfgoedlijst van Unesco,' lacht Patricia met een vleugje trots.
De sierlijke hoekpilasters van Maison du Pilier aux Clefs en Maison du Pilier Rouge. |
De mooiste pans de bois zien we in la Grande Rue, met welklinkende namen als Maison du Pilier Rouge, Maison du Pilier Vert en Maison du Pilier aux Clefs. Ze zijn genoemd naar de corniers, de sierlijke hoekpilasters waarmee ze zijn afgeboord. Volgens Patricia zijn er nog 9 van deze corniers in Plantagenêt. Behalve charmante vakwerkhuizen kunnen we in de wijk nog enkele statige renaissance woningen bewonderen, het is meteen duidelijk dat de oorspronkelijke bewoners erg bemiddeld waren. Maison d'Adam et Eve charmeert ons met een prachtig basreliëf in de latei boven de inkom, dat ironisch genoeg geen voorstelling van het aards paradijs is. 'Wie goed kijkt merkt dat de centrale figuren twee vrouwen zijn' zegt Patricia. 'Het is een scène uit de Griekse mythologie en dat was erg hip tijdens de renaissance'. Ons valt het kleine stadskasteel Maison des Deux-Amis in la Rue de la Reine Bérangère vooral op, een geslaagde mix van renaissance én pans de bois. Twee identieke huizen met elk een eigen deur, maar met slechts één gemeenschappelijke trap, die de twee vrienden met plezier deelden.
"Kleurrijke vakwerkhuizen typeren de geplaveide straatjes van Plantagenêt."
Romeinse stadsomwalling van Plantagenêt. |
Filmdecor. Deze charmante pot-pourri van architecturale stijlen wordt bij elkaar gehouden door een immense Romeinse stadsomwalling uit de 3de eeuw die bijzonder goed geconserveerd bleef. Suindinum (zo heette de stad in de Gallische periode) werd rond 20 v. Chr. geromaniseerd door Keizer Augustus en omgedoopt tot Vindinum. Andere sporen van de Romeinse periode zien we bij de thermen die in 1980 tijdens werkzaamheden toevallig werden ontdekt. 'De Romeinse muur is uniek in Frankrijk en is momenteel kandidaat voor de werelderfgoedlijst van Unesco,' lacht Patricia met een vleugje trots.
Cité du Plantagenêt is ook letterlijk een filmdecor. |
Als we door de nonchalante straatjes van Plantagenêt kuieren is het alsof we enkele eeuwen teruggaan in de tijd. De rust die de wijk uitstraalt is ongekend. Auto's zien we haast niet. Toch reden hier ooit ontzettend veel koetsen en karren rond, want overal staan er nog enorme chasse-roues, massieve granieten blokken die dienden om de gevels te beschermen tegen karrewielen. Als we opmerken dat het oude stadsgedeelte op een immens filmdecor lijkt, slaan we meteen de nagel op de kop volgens Patricia. Plantagenêt was het decor voor heel wat films. Leonardo DiCaprio en John Malkovich waren hier voor de opnames van The Man in the Iron Mask, Gerard Depardieu voor Cyrano de Bergerac en de sympathieke Daniel Auteuil voor Le Bossu.
"Een wandeling door Plantagenêt is een wandeling terug in de tijd."
Kathedraal Saint-Julien |
Het engelenorkest. De imposante Saint-Julienkathedraal maakt meteen een diepe indruk op ons. 'Met een oppervlakte van meer dan 5000 m2 is het een van de grootste van Frankrijk' zegt Patricia. Vandaag waakt de kathedraal, waaraan meer dan 400 jaar werd gewerkt, als een stoere moederkloek over Plantagenêt. Ons vallen vooral de eclectische accenten op van het regiment architecten dat z'n stempel op de romaans-gotische reus drukte. De verzameling middeleeuwse glas-in-loodramen is ronduit indrukwekkend. Ze gaven haar de bijnaam cathédrale de la lumière. Het prachtige Vitrail de l'Ascension is zelfs een van de oudste religieuze glasramen van heel Frankrijk.
Adembenemend mooi: de musicerende engelen van Le Mans |
In La Chapelle de la Vierge, één van de dertien zijkapellen van de kathedraal, spatten de kleuren ons tegemoet bij de 14e eeuwse muurschildering Les Anges Musiciens. Het fresco met 47 musicerende engelen overspant het hele plafond. 'Het werd herontdekt in de 19e eeuw en recent nog toegeschreven aan Jean de Bruges' zegt Patricia. Jan uit Brugge, lachen we, een Belg. De roodtinten en de finesse waarmee waarmee de engelen zijn geschilderd charmeren ons meteen, zeker nu we weten dat het een Bruggeling is die dit meesterwerk maakte. Volgens onze gids zijn de musicerende engelen het summum van Westerse gotische schilderkunst. Een absolute must voor wie Le Mans bezoekt.
"Les Anges Musiciens is een absolute must voor wie Le Mans bezoekt."
7000 jaar oude menhir bij de Saint-Julienkathedraal. |
Obelix was hier. De oudste sporen van menselijke beschaving in Le Mans zien we bij de ingang van Saint-Julien, waar een 7000 jaar oude menhir met de kathedraal lijkt vergroeid. 'Archeologen zijn er zo goed als zeker van dat Plantagenêt de Gallische vestingstad Suindinum was,' zegt Patricia, 'al zijn daar geen echte bewijzen van'. Ons lijkt het meer alsof de menhir hier werd gedropt door striphelden Asterix en Obelix. Niet eens zo ver gezocht, want wie het album Het Gouden Snoeimes heeft gelezen, herinnert zich vast nog dat de twee Galliërs in Suindinum tevergeefs op zoek gingen naar een slaapgelegenheid, want die waren allemaal bezet omwille van de 24 Uren van Suindinum... voor ossekarren.
"Een immense menhir werd hier gedropt door Asterix en Obelix."
Eerste editie 24 Heures Le Mans (1923). |
Jacky was hier ook. Voor de echte 24 Uren rijden we naar het Musée des 24 Heures bij het circuit van Le Mans, net buiten het centrum. We wandelen het museum binnen langs de Hall of Fame, met levensgrote foto's en memorabilia van legendarische Le Mans coureurs. Bij de foto van Steve McQueen maant Damien, onze gids, ons aan gewoon verder te lopen. 'McQueen heeft nooit de 24 H gereden, laat staan gewonnen' lacht hij. Wel werd hij bekend als Delany, de piloot die het in de film Le Mans uit 1971 opnam tegen de Duitser Stahler'. Onze landgenoot Jacky Ickx overtreft dan weer de fictie. Hij won Le Mans zomaar liefst zes keer. Bij zijn ereplek refereert Damien naar Ickx' onwaarschijnlijke zege in 1969, toen de piloten bij de start nog naar hun bolide moesten rennen. 'Ickx wandelde bij wijze van protest tegen deze onveilige manier van starten, doodgemoedereerd naar zijn Ford GT 40, vertrok als laatste en... won de race'. Een van de meest legendarische zeges in de autosport ooit.
Musée des 24 Heures Le Mans. |
De collectie oldtimers van het museum kan tellen. We zien er de opmerkelijkste auto's uit de hele automobiel geschiedenis aan ons voorbij schuiven. Bij een maquette van het circuit geeft Damien ons tekst en uitleg. Het is even duizelen als hij het over de topsnelheden op het rechte stuk tussen de chicanes heeft. In een immense glazen vitrine staan honderden bolides op schaal uitgestald. Het moeten zowat alle auto's zijn die hier ooit aan de 24 Uren hebben meegereden. Maar daar blijft het niet bij, want in het museum staan ook echte racewagens geparkeerd. Zelfs wij die geen notoire autofreaks zijn, vergapen ons aan de gestroomlijnde bolides van de eerste editie in 1923 tot nu.
Bolides op schaal in het Musée des 24 Heures. |
Damien neemt ons tenslotte mee naar een loge waar we een spectaculair uitzicht hebben op het circuit van Le Mans. Links van ons zien we de beroemde Dunlopbrug, rechts van ons kijken we uit op de pits en de tribunes. Als we foto's beginnen maken roept Damien ons meteen tot de orde: 'Foto's maken mag, maar enkel voor eigen gebruik'. En hij meent het, want de politiek van de uitbaters van het circuit, is onverbiddelijk: wie op eigen houtje foto's van het circuit de wereld instuurt, riskeert problemen. Het choqueert ons een beetje, maar bon, van topsport is nu eenmaal geweten dat het big business is.
"Van topsport is nu eenmaal geweten dat het big business is."
De kathedraal van Le Mans als immens projectiescherm. |
Koninklijk banket. Als we 's avonds in de middeleeuwse straatjes van Plantagenêt op zoek gaan naar een leuke plek om te eten, zetten we onze zinnen op Bistro de la Vieille Porte, waarvan zowel het terras als de zaal vol zitten. Als ook nog blijkt dat er vooral locals over de vloer komen, weten we dat we aan het juiste adres zijn. Wij gaan voor de lokale specialiteit, rillettes, volgens de kaart de beste van de stad. We krijgen ze geserveerd met schijfjes Andouille Guémenoise van een Bretoense chef. Als hoofdgerecht eten we varkenswangetjes met een mosterdsausje, verse seizoengroentjes en een heerlijke puree van aardappelen en champignons, die we doorspoelen met een lekkere wijn uit de Sarthe. Het eten is overheerlijk, de bediening uiterst vriendelijk, en de rekening zet achteraf geen domper op de pret.
Het banket, aan tafel met Richard Leeuwenhart en Eleonora van Aquitanië. |
Na het diner wandelen we voldaan de smalle straatjes van Plantagenêt weer in, waar met de invallende nacht iets vreemds gebeurt in de stad. De schemerige steegjes zijn niet meer het romantische filmdecor van overdag, maar een mysterieus labyrint waarin vreemde wezens ronddolen. Ze lijken van overal te komen. Een duiveltje glipt van onder een riooldeksel weg en een Dalistische leeuw met een vissenkop bespiedt ons van achter een hoek. We wedden dat het Manneken Pis van Mans hier ook ergens rond dwaalt. La Nuit des Chimères haalt niet alleen sinistere schimmen naar boven, ook prominente figuren uit de geschiedenis van Le Mans geven er voor de gelegenheid present. Bij het conservatorium, in la Grande Rue, horen we iets tussen lachen en zingen in. Een enorme projectie brengt er Richard (Leeuwenhart), Eleonore, Hendrik (IV) en Bérengère weer broederlijk samen aan een koninklijk banket waar verhalen over hoofse liefde met de wijn over en weer schuiven. Aan het eind lacht het viertal zich weer galant de vergankelijkheid in.
Engelen en demonen. Bij het portaal van de kathedraal zijn de musicerende engelen van de Mariakapel geniaal tot leven gewekt. Ze maken muziek alsof hun leven ervan afhangt. Hun vingers slaan zelfs echte noten aan, terwijl andere zingen uit volle borst in wat toepasselijk een engelenkoor heet. Aan de achterkant van Saint-Julien worden we getrakteerd op een enorme kaleidoscoop van beelden waar niet alleen engelen en demonen de revue passeren, maar ook de hele zodiac, het scheppingsverhaal en de toren van Babel aan onze ogen voorbij glijden. Als apotheose transformeert de kathedraal tot een immens schip dat verdwijnt in het ruime sop.
"Hoofse liefde schuift hier met de wijn over en weer."
De musicerende engelen weer tot leven gewekt. |
Engelen en demonen. Bij het portaal van de kathedraal zijn de musicerende engelen van de Mariakapel geniaal tot leven gewekt. Ze maken muziek alsof hun leven ervan afhangt. Hun vingers slaan zelfs echte noten aan, terwijl andere zingen uit volle borst in wat toepasselijk een engelenkoor heet. Aan de achterkant van Saint-Julien worden we getrakteerd op een enorme kaleidoscoop van beelden waar niet alleen engelen en demonen de revue passeren, maar ook de hele zodiac, het scheppingsverhaal en de toren van Babel aan onze ogen voorbij glijden. Als apotheose transformeert de kathedraal tot een immens schip dat verdwijnt in het ruime sop.
Op Quai Louis Blanc raken we in de ban van het mysterieuze schimmenspel op de oude Romeinse stadsmuren. Antieke Grieken en Romeinen maken er hun entree, met in hun zog Vikingen, een bonte fanfare met vreemde instrumenten, ridders, jonkvrouwen en immense draken. De invasie van de raadselachtige wezentjes à la Bosch en Breugel die tenslotte de hele muur veroveren, blijft nog minutenlang op ons netvlies gebrand. Na middernacht ebt de magie van Nuit des Chimères langzaam weg. Toch zien we op het binnenplein van Maison Reine Bérengère nog een mysterieuze schim weemoedig ijsberen. Het moet de geest van Hare Majesteit zelve zijn die ronddoolt in haar eigen tuin. Op weg naar het hotel liggen de straatjes van Plantagenêt er intussen verlaten bij. Een cafébaas is druk bezig zijn terras op te ruimen, maar serveert ons al fluitend nog een kop koffie. Want ook dat is Plantagenêt, gastvrij en vriendelijk, tot in de late uurtjes.
Reine Bérengère doolt weemoedig in haar eigen tuin. |
La Nuit des Chimères - Le Mans
GRATIS LICHTSPEKTAKEL
GRATIS LICHTSPEKTAKEL
© DICHTBIJ & VER WEG 2015
LE MANS PRAKTISCH:
Info over Le Mans: www.lemans-tourisme.com & www.paysdumans.fr
Info over Sarthe www.sarthe-tourisme.com
VERVOER:
Info over Sarthe www.sarthe-tourisme.com
VERVOER:
Wij reden naar Le Mans met Voyages-sncf.com dé hogesnelheids treinspecialist van Europa. Reserveren deden we snel en eenvoudig met V-app, beschikbaar voor smartphones Android en IOS. Deze app berekent de laagste tarieven en geeft met de smartphone ook toegang tot het digitale treinkaartje 'm-billet' evenals de helpdesk via de chatbox be.voyages-sncf.com/nl/mobiel. Zeer praktisch.
OVERNACHTEN:
Wij sliepen in Le Clos d'Hauteville, prachtige chambre d’hôtes in het centrum van Le Mans. Het sympathieke koppel
Duhem uit Noord-Frankrijk ontvangt ons alsof we oude kennissen
zijn. We voelen ons dan ook meteen welkom. Het huis is klassiek maar erg
smaakvol ingericht, het ontbijt is top en de mooie tuin een extraatje
dat kan tellen. Gratis parking. 2, Rue Hauteville - Le Mans: www.leclosdhauteville.com
ETEN:
Bistro de la Vieille Porte: super bistro in la Rue de la Vieille Porte. Voor slechts 20,90 euro stel je zelf je menu gourmand samen: voorgerecht, hoofdschotel en dessert. Vriendelijke bediening, gezellige atmosfeer. Warm aanbevolen. www.la-vieille-porte.fr
Rillettes zijn dé specialteit van Mans en de beste koop je volgens locals bij charcutier Hervé Aumaille. Zijn rillettes behalen al jaren na elkaar onderscheidingen op alle grote concours. Wij hebben ze geproefd in Bistro de la Vieille Porte en ze smaken overheerlijk. Charcutier Aumaille: 8, rue du Pré - Le Mans. www.traiteuraumaille.com
Geen opmerkingen