Cayenne. |
Cayenne, enchanté! ‘Tout est chaud ici…le rum, les gens, la musique et surtout la temperature’ lacht een verkoper ons toe op de woelige markt van Cayenne als hij ons zwetend voorbij ziet wandelen. Tropisch fruit, groenten, rum en geurige kruiden liggen overal netjes uitgestald. De markt etaleert ook meteen de rijke etnische staalkaart van Guyane: blanken, creolen en indianen en kleinere gemeenschappen Vietnamezen Haïtianen, Portugezen, Chinezen en Hmongs. Een enorme melting pot die harmonieus samenleeft in de Guyanese hoofdstad Cayenne. Bijna de helft van de 266.000 inwoners van Guyane woont in de kuststeden Cayenne (56.000), Kourou (25.000) en Saint-Laurent du Maroni (40.000). De Indianen leven eerder een teruggetrokken bestaan in het Amazonenwoud en de Marrons (of Bushinengè, nazaten van ontsnapte Afrikaanse slaven) concentreren zich vooral aan de Maroni rivier, op de grens met Suriname.
Op de markt van Cayenne zien we een staalkaart van de Guyanese bevolking.
|
Als we een zakje Cayennepeper op de markt kopen krijgen we er gratis een onthulling bij, want deze kleine pepertjes worden al eeuwenlang in Brazilië geoogst en zijn dus enkel genoemd naar de Guyanese hoofdstad omdat ze er verscheept worden. Het turbulente verleden van Guyane lezen we tussen de regels van de stad af. Guyane ging heen en weer tussen Frankrijk en Nederland en werd ook nog een tijdje door Portugezen bezet. Na de slavernij (afgeschaft in 1848) kwam de goudkoorts, gevolgd door de strafkampen met de bagnards. Op de Blvd. Charles De Gaulle wandelen we langs typische Creoolse huizen waarvan de drie etages naar boven toe steeds kleiner worden, wat werkt als een natuurlijke airco. Op de restanten van de oude stadswallen - in 1690 ontworpen door Vauban - hebben we een prachtig 360° panorama over de oude stad en de uitgestrekte mangroves die fel afsteken tegen de helblauwe oceaan. Overal in Cayenne voelen we een vreemde maar warme mix van mediterrane en creoolse sfeer.
"Cayennepeper wordt al eeuwen in Brazilië geoogst, maar via Cayenne verscheept."
Dweilen met de kraan open. Tout est chaud ici, zelfs de regen. Als we in de late namiddag op het punt staan naar het strand te vertrekken, worden we getrakteerd op een warme tropische douche. De bui is kort, maar hevig. Wanneer de zon terug doorbreekt is het zweten en plakt le chaleur als een kleffe deken aan ons lijf. Op het strand van Montjoly in Cayenne zien we een zonsondergang om bij weg te dromen. Ook in het donker genieten we van onze strandwandeling onder een magistrale melkweg, die de maanloze hemel helemaal overspant. We ontmoeten een groepje natuurfreaks bij een enorme zeeschildpad die gekke rondjes draait in het gedempte rode licht van hun zaklampen. Het moment suprême hebben we net gemist, want het beest heeft eieren gelegd en is al volop bezig haar zandnest toe te gooien. We worden spontaan uitgenodigd om de volgende ochtend de pasgeboren schildpadjes uit vorige legsels hun weg naar de zee te helpen vinden.
Klein, maar een volwassen lederschildpad kan tot 900 kg uitgroeien. |
'Het korte stukje van het strand naar de oceaan is vol gevaren' zegt Sandrine van natuurvereniging Kwata die ons voor dag en dauw opwacht op het strand. We wrijven de jetlag nog uit onze ogen. Niet alleen vogels en krabben, maar ook zwerfhonden en zelfs jaguars jagen er op zeeschildpadden. Rondom ons liggen zowat overal lege eierschalen en we zien hoe honderden schildpadjes zich onbeholpen een weg naar de oceaan banen. 'In Guyane komen vooral lederschildpadden en warana's hun eieren droppen op het strand' vertelt Sandrine. Lederschildpadden wegen gemiddeld 600 kg, maar kunnen tot 900 kg uitgroeien en zijn de grootste zeeschildpadden ter wereld, warana's zijn met 45 kg dan weer de kleinste. We verzamelen de schildpadjes in rieten mandjes en zetten ze daarna uit in de zee, waar ze dan weer worden opgewacht door hongerige vissen. Slechts een op vijfduizend schildpadden haalt de volwassen leeftijd. 'Ons werk is dus dweilen met de kraan open, maar alle beetjes helpen' lacht Sandrine optimistisch.
"De overlevingskans van een schildpadje is één op vijfduizend."
Witte rum, de nationale drank in Guyane.
|
Lunchen bij locals. Op weg naar Kourou, de tweede stad van Guyane, lunchen we bij Jaqueline, een Creoolse schone die thuis haar gasten inwijdt in de Guyanese keuken. Jacqueline laat niks aan het toeval over. Als aperitief krijgen we een lekkere cocktail met witte rum voorgeschoteld. Witte rum, de nationale drank, is zowat de basis van alle cocktails in Guyane. Puur is het bijna niet te drinken, maar met limoen en een beetje rietsuiker maak je er al een lekkere p'ti punch van. Gemengd met fruitsap wordt het een planteur, maar je kan er net zo goed kokos of bananen in laten weken. Onze gastvrouw mixt de rum met een beetje whisky, limoen en een lokale zoete likeur. Het resultaat is een verrassend lekker drankje dat net iéts te vlot naar binnen gaat.
Smakelijke Creoolse keuken met bakbananen, tarot, maniok, ceviche en langoustines.
|
Ook bakbananen, tarot, maniok en zoete aardappelen zijn hier dagelijkse kost. Jacqueline serveert ze met heerlijke langoustines, everzwijnpaté en ceviche. De gerookte kip en de Carangue, een vis met de vastheid en de smaak van tonijn, zijn heerlijk met een ‘sauce chien’, een lokale vinaigrette gebaseerd op die van de Antillen, maar met 12 geheime ingrediënten. De cayenne pepertjes worden apart op tafel gezet. Het gebruik wil, volgens Jacqueline, dat je je gasten hun spijzen zelf laat aanscherpen, zoniet brengt het steevast onheil. Komen eten en het leven zoals het is in de Creoolse keuken van Guyane.
"Aangescherpte gerechten opdienen is taboe, het brengt onheil."
ESA Spacecenter: Ariane monument.
|
Een poort naar de wereld. Legionairs trekken onvermoeibaar baantjes in het zwembad, op de parking staan legertrucks en in de ontbijtzaal eten we met militairen: ons hotel in Kourou, dat geflankeerd wordt door twee kazernes, is hors série. Kourou zette in 1968 Guyane op de wereldkaart met het ESA Space Center. De veiligheidsmaatregelen zijn er dan ook enorm. In ESA ontmoeten we Didier Coulon, een landgenoot die er al sinds 1991 werkt. Didier is verantwoordelijk voor de lanceerplatforms van Soyuz, Vega en Ariane. ‘Geen nine to five job’ zegt hij glimlachend, ‘ik werk soms 16 u per dag, zelfs op zaterdag.’ Met een bus rijden we het immense domein op. Door de nabijheid van de oceaan en de evenaar en de klimatologische stabiliteit was Guyane de ideale plek voor het Europese ruimtevaartprogramma.
ESA - lanceerplatform Soyuz.
|
We worden het controlecentrum voor de lanceringen binnengeloodst. ‘Sinds 1968 hebben we al meer dan 400 raketten succesvol de ruimte ingeschoten’ zegt Didier trots. Op het platform van de Ariane zien we, enkele dagen voor een nieuwe lancering, ongewone bedrijvigheid. De enorme stalen constructie en het massieve betonnen talud onder het platform, dat de vuurzee afleidt tijdens de lancering, zijn indrukwekkend. Op amper enkele uren leren we heel wat bij over de assemblage van raketten, de werking van satellieten en over het prijskaartje van raketladingen die aan 20.000$ per kilo de rekening al snel doen oplopen. Didier voelt zich intussen helemaal thuis in Guyane. Hij is lid van een golfclub, heeft een sportvliegtuigje, maar het liefst vaart hij de rivieren van het Amazonewoud af. ‘Dat brengt me helemaal tot rust,’ glimlacht hij. Volgens Didier is Guyane een land met ongekende mogelijkheden, op alle niveaus. ‘Het is een poort naar de wereld.’ dixit onze Belg.
"Aan 20.000 $ per kilo loopt het prijskaartje van een raketlading al snel op."
Van bagne tot vakantieparadijs. In de 17 km lange zeestraat tussen Kourou en les Iles du Salut scheren we met een snelle boot de file catamarans, zeilboten en jachten vlotjes voorbij. In de verte zien we dolfijnen zwemmen. Het is weekend en de kleine archipel met drie vulkanische eilanden (Ile Royale, Ile St-Joseph en Ile du Diable) werd voor de Guyanezen een populaire bestemming voor een weekend of een dagje weg. Wanneer we de archipel bereiken, varen we rond de eilanden voor een snelle impressie. Op slechts enkele kilometers verwijderd, is het verschil met het vasteland enorm. De bruine rotskust met groene palmen, de azuurblauwe zee en het droge klimaat dompelen ons meteen onder in een zalige Caraïbisch vakantiegevoel.
Terras van de voormalige officierskamers.
|
Toch was het ooit anders. We kunnen het ons vandaag nog nauwelijks voorstellen, maar de paradijselijke archipel was een eeuw lang een deportatiekamp, la bagne, waar gevangenen een bikkelhard regime van dwangarbeid uitzaten. Wie hier terecht kwam, ging zelden levend weg. Nadat de strafkolonie in 1954 definitief werd opgedoekt, ontfermde niemand zich nog over de eilanden. Pas sinds het CNES (het Frans ruimteagentschap) de archipel opkocht in 1971 kregen ze hun huidige bestemming. De bouwvallige huizen en villa's worden opgeknapt en omgebouwd tot vakantieverblijven. Wij installeren ons in een van de kamers op de eerste etage van het oude officiersblok op Ile Royale. Vanaf het terras hebben een prachtig uitzicht op de oceaan en de wuivende palmen van Ile du Diable.
Kijken mag, aankomen doe je beter niet.
|
De droge guillotine. Een stel ara’s scheert luid krijsend over onze hoofden. Het is even schrikken. Van op een muurtje gapen de twee kromsnavels ons onderzoekend aan. ‘Handen thuis, want ze kunnen lelijk uithalen’ waarschuwt Serge die komt aanwandelen. Serge woont al jaren op Ile Royale, kent de archipel als z'n broekzak en gidst er ons door een zwarte bladzijde uit de Franse geschiedenis. We worden stil bij zijn vreselijke verhalen. Serge toont ons de cellen, die er nog bijliggen zoals ze 60 jaar geleden werden verlaten. ‘Het leven als bagnard was mensonterend,’ zucht hij. De wanhoop van weleer is nog af te lezen van de kale celmuren.
Het voormalige directeursgebouw - Ile Royale.
|
De oude infirmerie ligt er wat verweesd bij en het klooster is een ruïne maar de officierswoningen zijn intussen omgebouwd tot prachtige vakantiewoningen. De gerenoveerde villa van de directeur is nu een museum en de voormalige officiersmess een gezellig restaurant met café. We duiken er in de p'ti punch met Serge die onvermoeibaar verder vertelt over de ‘droge guillotine’ zoals de kolonie spottend werd genoemd. De eilanden hadden ook beroemde gevangenen, zoals Guillaume Seznec, die volgens velen door een gerechtelijk dwalen ten onrechte voor moord werd veroordeeld. Seznec werd in 1928 gedeporteerd naar Ile Royale en zat er tot 1947 zijn straf uit. In Frankrijk is het laatste woord over de zaak nog steeds niet gezegd.
De oude infirmerie.
|
In 1895 werd Alfred Dreyfus als politiek gevangene naar Ile du Diable gedeporteerd. Hij had het hele eiland voor hem alleen en bracht er zijn dagen door op een bankje, vanwaar hij urenlang zwijgzaam naar de oceaan zat te staren. Zijn bewakers mochten niet met hem praten. Serge toont ons een kopie van het signalement van gedeporteerde nr. 51.367, bekend als Papillon, ook hij schreef hier geschiedenis. 'Veel toeristen zoeken hier de hoge rots waar Steve Mc Queen, alias Papillon in de gelijknamige film af sprong, maar die scène werd gefilmd in Hawaï' lacht hij geamuseerd.
"De wanhoop van weleer is nog af te lezen van de kale celmuren."
Het zeezwembad, door bagnards aangelegd als een barriere tegen haaien.
|
Sharkproof zeezwembad. Tijdens onze wandeling over het eiland zien we enkele leguanen en massa's aapjes die in de bomen nieuwsgierig heen en weer slingeren. Om te bekomen van het klimmen - Ile Royale is allesbehalve plat - mengen we ons onder de zonnebaders langs het immense zwembad bij Pointe des Grenadines. De bagnards van weleer bouwden een muur in de baai als een kunstmatige barrière tegen haaien. Zo werd de baai een uniek, sharkproof zeezwembad. Een comfortabel plekje vinden op de enorme bruine lavastenen is geen makkie, maar we zitten tenslotte in een strafkolonie. We genieten urenlang van de zon, de zee en een verfrissende zwembeurt. 's Avonds dineren we heerlijk in het restaurant. Met een p'ti punch zakken we daarna onderuit in de schommelstoelen op het terras van onze officierskamer en kijken net als Dreyfus zwijgzaam uit over de oneindige oceaan. 's Nachts horen we het monotone ruisen van de zee, de rust op het eiland is ongekend zalig.
Plage Montabo, Cayenne.
|
© DICHTBIJ & VER WEG 2015.
Lees ook het tweede deel van onze reis naar Guyane: Guyane, into the wild.
Lees ook het tweede deel van onze reis naar Guyane: Guyane, into the wild.
GUYANE PRAKTISCH:
Info over Frans-Guyana: Comité du Tourisme Guyane, 1 Rue Clapeyron, 75008 Parijs. Tel: 01 42 94 15 16 - www.tourisme-guyane.com
Info over Frankrijk en de Franse overzeese gebieden: be.france.fr/nl
Cosmic Travel: dé grote specialist in reizen naar Latijns-Amerika met veel kennis van zaken, biedt zowel op maat gemaakte individuele reizen aan als internationale groepsreizen naar o.a. Frans-Guyana. Alle info: 054/54 00 00 en www.cosmic-travel.com/nl Boeken gebeurt via reisagent.
Hoe: met Air France: elke dag vluchten vanuit Paris Orly rechtstreeks naar Cayenne. Vanuit België: TGV inbegrepen naar Charles de Gaulle en navette naar Orly: vanaf 1008 euro. Vluchtijd: 9 uur. www.airfrance.be
Geld: Frans-Guyana is de oudste nog bestaande Franse kolonie, dus je betaalt er met euro's. Kredietkaarten worden overal aanvaard.
Vaccins: bij vertrek moet je een inentingsbewijs van gele koorts kunnen voorleggen. Aanbevolen: DTP en Hepatitis A en B. Malariapillen enkel nodig op de grens met Suriname en Brazilië. Wel muggenmelk mét deet meenemen.
Taal: Frans en Creools.
Beste reistijd: droog van maart tot half april en van juli tot eind november. Regenseizoen van december tot februari en half april tot juli.
Tijd: Het is er 5 u vroeger in de zomer, 4 u in de winter.
Geen opmerkingen