Het Antilliaanse eiland kreeg
zowat de hele wereld over de vloer, maar de Nederlanders bleven. Het resultaat
is een vrolijke multiculturele smeltkroes en een verrassende keuken, waarin
maar liefst 40 culturen hun zegje hebben. Gerenommeerde koks vanuit de hele
wereld die zich op het eiland vestigen zorgen er voor culinaire hoogstandjes. Daardoor vallen ook steeds meer Belgische gourmands voor Curaçao, een eiland waar de zon
een constante is en je met iedereen Nederlands kan praten.
Marshe Bieu in Willemstad |
Yuana, gestoofde leguaan het is weer eens iets anders. De beste plek om deze enorme hagedis te proeven is de Marshe Bieu, een oude overdekte eetmarkt in Willemstad. Het is een populaire stek, waar de locals tijdens hun middagpauze even ontsnappen om er Krioyo, hun favoriete Creoolse gerechten te eten. De parfums van exotische stoofpotjes en gebakken vis komen me al van buiten tegemoet. Achter het enorme aanrecht, dat de lengte van de hele markt inneemt, bereiden verschillende goedlachse dames quasi dezelfde gerechten. Vorige keer at ik bij Yvonne op aanraden van een paar lokale madammen een stoofpotje van leguaan en kadushi: cactussoep. Kadushi, een oud slavengerecht, is hier minstens even populair als biefstuk friet bij ons.
Kadushi, een kleverige maar lekkere cactussoep |
Vandaag laat ik me door Camille meetronen. Ook nu prijkt het soepje weer op elk menu. Maar dit keer laat ik Camille kiezen. Ze laadt de hele tafel vol met plaatselijke lekkernijen uit de potten van Zus di Plasa. Bon apetit, lacht ze. En een goeie appetijt zal ik nodig hebben. Voor me staat heerlijk gegrilde vis, funchi (een soort polenta), tutu (griesmeel met bonen en kaneel), een geitenstoofpotje, geit is erg populair in Curaçao, lekkere groenten en okrasoep, al even kleverig als de cactussoep. Bij al dat lekkers horen sowieso gebakken banaan, zoete aardappelen, rijst én bonen. Ik kan geen pap meer zeggen.
gestoofde leguaan, het is eens wat anders |
Masha dushi. Op de drijvende markt aan de Sha Caprileskaai prijzen Venezolaanse
schippers (Venezuela ligt er slechts 60km vandaan) luidkeels en met de
nodige humor hun mooi uitgestalde groenten en fruit aan. Locals doen hier gretig hun inkopen want op Curaçao groeit weinig,
alles wordt ingevoerd. Toch heeft dit eiland een enorme gastronomische
reputatie opgebouwd. Zowat alle nationaliteiten hebben bijgedragen tot de unieke fusionkeuken
van Curaçao. Zelfs een paar Belgen doen daar vrolijk aan mee. Bij de Brugse Patricia
Brunswyck at ik een jaar of twee geleden pompoensoep met mosselen. Ze liet ze
als echte Belgische geregeld overvliegen en de Curacaoers waren er dol op. Nu
brengt ze een keuken met invloeden uit zowat alle hoeken van de wereld. Ook
stoba’s staan bij haar op het menu. Want het Jan Thiel strand waar haar
Classics is gevestigd mag dan een plek zijn waar veel toeristen komen, de
Curacaors zelf tafelen ook graag. Willemstad is dé plek voor foodies. De vele gastronomische restaurants
in de hoofdstad zitten constant vol. Een van de mooiere plekken is De
Gouverneur. Je kijkt er uit op de kleurrijke Handelskade, er is een erg leuke tuin
en ik eet er fantastisch. Elk gerecht wordt er opgediend als een kunstwerkje en
is bovendien masha dushi (erg lekker).
Het chique restaurant: De Gouverneur in Otrabanda |
Een Hollands-Afrikaanse
kruisbestuiving. Een kleurrijke hutsepot zoals het eiland zelf, zo omschrijf je nog het
best de Curaçaose keuken. Een ratjetoe van alle mogelijk invloeden, want elk
volk dat hier voet aan wal zette drukte zijn stempel op wat ik vandaag op mijn
bord krijg. De Nederlanders
brachten stokvis, jenever, zoute haring en warmoes mee. Op het Wilhelminaplein in
Willemstad kan ik bovendien een broodje kroket, erwtensoep en zelfs
smoutebollen eten. Een van de populairste Curaçaose
gerechten, Keshi Yena, is een Hollands–Afrikaanse kruisbestuiving. Ik zie het vaak
op het menu staan, zelfs in chique restaurants als De Gouverneur, zij het dan
in een gepimpte versie. Het recept stamt van de slaven die een bol Gouda vol
restjes propten en hem dan de oven inschoven. Zij introduceerden ook hun
stoofpotjes, zoete aardappelen, tutu, funchi
en uiteraard de kadushi soep. En zij hebben hun leuke kunuku huisjes
achtergelaten, waarvan er slechts een paar overeind bleven.
Ook de Spanjaarden, Portugezen en Aziaten hebben de keuken beïnvloed. Die heerlijke exotische mix proef ik nog het best in het de Beachclub van het Papagayo hotel. Ik geniet er mateloos van tapas op gastronomisch niveau en krijg er de hele wereld in kleine hapklare porties voorgeschoteld. Het infinity zwembad en de gastronomische eettentjes maken van Jan Thiel Baai het meest eigentijdse strand. Met nog een Belg, Franky Van Dierendonck, die al 10 jaar zijn beste beentje voorzet in een van de populairste tenten op dit hippe strand: Zest. Hij heeft gekozen voor een Mediterrane keuken die blijkbaar door velen wordt geapprecieerd. Ik eet er een heerlijke bouillabaisse.
Sprekende menukaart. Zelfs in het Christoffel Nationaal Park word ik geconfronteerd met eten. Als mijn gids de kadushi cactus aanwijst krijgt hij zichtbaar het water in de mond. De populaire cactussoep is zijn lievelingsgerecht. ‘Je kan er kip in gooien, garnalen, gedroogde vis, vlees, of alles tegelijk,’ lacht hij. Vroeger werd het vaak gegeten met varkensstaart. Kadushi wordt ook aan varkens gevoed want het maakt het vlees minder vet. Aan de Palu di lele boom laat hij me zien hoe de slaven van de witte takjes een primitieve handmixer maakten. Ik herinner me ze van op de markt. Ze worden nog steeds gebruikt. Omdat we vlakbij Jaanchies zijn, spring ik daar binnen voor een lunch. De traditionele keuken met o.a. darmsoep biedt gelukkig ook meer acceptabele alternatieven zoals de ‘papaya stoba’, draadjesvlees en heel wat vis en zeevruchten. Jaanchie, de eigenaar speelt voor sprekende menukaart. Hij doet het zelfs op rijm. Dezelfde lekkere, maar zware lokale keuken vind ik later ook in Dokterstuin, een erg mooi plantagehuis met een tuin vol nog levende leguanen.
Fusion erwtensoep in de Beachclub Papagayo |
Ook de Spanjaarden, Portugezen en Aziaten hebben de keuken beïnvloed. Die heerlijke exotische mix proef ik nog het best in het de Beachclub van het Papagayo hotel. Ik geniet er mateloos van tapas op gastronomisch niveau en krijg er de hele wereld in kleine hapklare porties voorgeschoteld. Het infinity zwembad en de gastronomische eettentjes maken van Jan Thiel Baai het meest eigentijdse strand. Met nog een Belg, Franky Van Dierendonck, die al 10 jaar zijn beste beentje voorzet in een van de populairste tenten op dit hippe strand: Zest. Hij heeft gekozen voor een Mediterrane keuken die blijkbaar door velen wordt geapprecieerd. Ik eet er een heerlijke bouillabaisse.
Traditioneel en modern mixen uitstekend in Curaçao |
Sprekende menukaart. Zelfs in het Christoffel Nationaal Park word ik geconfronteerd met eten. Als mijn gids de kadushi cactus aanwijst krijgt hij zichtbaar het water in de mond. De populaire cactussoep is zijn lievelingsgerecht. ‘Je kan er kip in gooien, garnalen, gedroogde vis, vlees, of alles tegelijk,’ lacht hij. Vroeger werd het vaak gegeten met varkensstaart. Kadushi wordt ook aan varkens gevoed want het maakt het vlees minder vet. Aan de Palu di lele boom laat hij me zien hoe de slaven van de witte takjes een primitieve handmixer maakten. Ik herinner me ze van op de markt. Ze worden nog steeds gebruikt. Omdat we vlakbij Jaanchies zijn, spring ik daar binnen voor een lunch. De traditionele keuken met o.a. darmsoep biedt gelukkig ook meer acceptabele alternatieven zoals de ‘papaya stoba’, draadjesvlees en heel wat vis en zeevruchten. Jaanchie, de eigenaar speelt voor sprekende menukaart. Hij doet het zelfs op rijm. Dezelfde lekkere, maar zware lokale keuken vind ik later ook in Dokterstuin, een erg mooi plantagehuis met een tuin vol nog levende leguanen.
keuze in overvloed voor een goeie bouillabaisse |
Blue Curaçao. Niet alleen eten is een industrie op zich op dit tropische eiland. In een van de vele mooie landhuizen die Curaçao telt , Chobolobo, wordt al sinds 1946 de zoete blauwe likeur Blue Curaçao geproduceerd. Met dank aan de Spanjaarden die hun lekkere Valencia sinaasappel hier zagen veranderen in een bittere groene vrucht met veel teveel pitjes. De aromatische schil van de mislukte sinaasappel werd de basis van de beroemde Blue Curaçao, het bekendste product van het eiland, waar ze jammer genoeg nooit een patent op namen. Je vindt tegenwoordig overal Blue Curaçao, maar de enige echt komt uit deze eerder kleine werkplaats. Er zijn nu ook varianten op het felblauwe drankje, ik proef er Curaçao met koffie, chocolade en met sinaasappel. Maar voor de vele cocktail shakers op deze wereld blijft de blauwe Curaçao een onmisbaar ingrediënt. Nog een drankje om uit te proberen is de rom bèrdè, een felgroene rum. Er is maar één plek waar je het kan drinken en dat is Netto Bar, de oudste bar van het eiland die al sinds 1954 bestaat en vol hangt met voetbalmemorabilia, maar wat een sfeer.
Het taboe van de Tamboe. Op een culinaire trip hoort minstens één kookles. Die krijg ik van de kleurrijke Jeritza
Beaumont van Curaçao Delights, befaamd om haar lekkere gebak. Ze toont me trots een kartonnen Kunuku huisje dat ze ontwierp om de
typische Curaçaose Bolo Pretu (zwarte cake) in te verpakken. In het oude slavengebak gaat een
mengsel van gebrande suikersiroop, veel kruiden en gedroogd fruit. Op aanraden
van Jeritza giet ik er een flinke scheut Blue Curaçao bij en met de rum hoef ik
evenmin zuinig te zijn. Het resultaat is een erg zoete, maar rijk smakende
cake. Terwijl ik het deeg bereid van een ander populair gebak, de cashupete (cashewtaart,)
een caloriebom met maar liefst 750gr noten, loopt de hele buurt af en aan. ‘Zon, vreugde en vrienden zijn altijd welkom in dit huis,’ lacht
Jeritza. Dylene, de vrolijke 60+ buurvrouw, begint meteen bij het binnenkomen te
heupwiegen op de radiomuziek, want Curaçao heeft ritme en hoe. ‘Ken je Tamboe,’
vraagt ze ondeugend. ‘Een erfenis van de Afrikaanse inwijkelingen’. In de snèks
werden vroeger scheldpartijen gezongen: expressieve teksten begeleid door uiterst
sensuele dansbewegingen.‘Tamboe was jarenlang taboe, maar sinds kort mag het
weer. Omdat het tot de traditie hoort,’ lacht ze, terwijl ze gretig een paar
cashewnoten in haar mond propt.
© Tekst en foto's: Myriam Thys 2014
Meer Curaçao op onze blog: 13 must sees in Curaçao.
Hoe:
Ik vloog er naar toe met de bijzonder comfortabele Dreamliner van Arkefly. Dagelijkse vluchten Schiphol (Amsterdam)-Curaçao, heen en terug vanaf 549
euro: www.arkefly.nl/vliegtickets/vluchten/curacao
Thalys:
Vanuit Brussel met de Thalys naar Schiphol duurt 1u32. Als je je tickets heel
vroeg boekt kan het vanaf 29€. www.thalys.com
Ik
logeerde in:
Floris
Suites: een hotel met een aangenaam zwembad en een goed restaurant in de
Piscadera Baai, vlakbij het strand. Reserveer de nieuwe kamers, de andere zijn
verouderd. In de loop van 2015 worden àlle kamers modern en luxueus: http://fave.co/1Cu7UDQ
Info over Curaçao: www.curacao.com/nl/
Info over Curaçao: www.curacao.com/nl/
Mijn eetadresjes:
Zest: De Belgische fijnproeverschef Franky van
Dierendonck kookt er Mediterraans, www.beach-restaurants.com
Classics bar en restaurant: in Livingstone Jan Thiel resort: gerund door
de Brugse Patricia Bruynswyck. www.classicscuracao.com
Blues Bar: in het Avila hotel. Specialiteit zijn
Pinchos: enorme brochetten, zowel van vlees als vis. Donderdag live jazz en
blues. www.avilahotel.com
De Gouverneur: Chique tent op Otrabanda, met
uitzicht op de Handelskaai. Erg lekkere fusion keuken met enkele typische
eilandspecialiteiten. www.de-gouverneur.com
Sonesta Kura Hulanda: een hotel dat een dorp in de stad
is, met cafeetjes en terrassen waar je lekker en vooral rustig kan eten. Halfweg
2015 komt er ook een gastronomisch restaurant met de beroemde
Latijns-Amerikaanse Rausch broers als chefs. www.Kurahulanda.com
Dokterstuin: Traditionele Creoolse keuken, op de weg naar Westpunt.
Jaanchies: Traditionele Creoolse keuken in Westpunt.
Netto Bar: de oudste bar van de stad (1954). Heel
sfeervol. Je moet er de felgroene rum proberen: Rom Bèrdè. Breedestraat in
Otrabanda www.nettobar.com
Documenten: Een internationaal paspoort
dat nog 6 maanden geldig is, geen visum.
Geld: 1 euro = 2,20 Antillaanse gulden
(Ang) (december 2014), dollars worden overal aanvaard, euro’s niet. Kredietkaarten
kan je overal gebruiken.
Taal: iedereen spreekt Nederlands (officiële
taal), daarnaast wordt ook Engels, Spaans en Papiamento gesproken.
Klimaat: Curaçao is een bestemming voor
alle seizoenen: het ligt buiten de orkaanzone, t° altijd boven de 25°, àls er
regen valt gebeurt dat van okt. tot dec. Er zijn dan ontzettend veel muggen:
muggenmelk meebrengen en sméééren.
Tijd: in de zomer 6 uur vroeger in de
winter 5 uur.
Geen opmerkingen