MOZAMBIQUE, AFRIKA'S NIEUWSTE HOT SPOT


Hoewel er sinds 1992 vrede heerst in Mozambique kampt het land nog steeds met een oorlogsimago. En ondanks het feit dat ze intussen zowat de hele doos van Pandora over zich heen kregen - van burgeroorlogen, overstromingen tot hongersnood en langdurige droogte - is het vandaag de snelst groeiende economie van heel Afrika. De mensen zijn optimistisch, vriendelijk en gastvrij, het land heeft 2500 km kust met idyllische stranden, de koraalriffen behoren tot de mooiste van de wereld en in het noorden is er het Niassa wildreservaat dat bijna tweemaal zo groot is als het Krugerpark. Hoog tijd om door een andere bril naar Afrika's nieuwste hotspot te kijken.

het water vloeit onder mijn paalwoning naar de mangroves.

Van het terras van mijn hut duik ik het heldere water van de Indische Oceaan in dat onder mijn paalwoning naar de mangroves stroomt. De zon gaat onder en kleurt de hemel van purper tot fel oranje, een paar flamingo's strijken neer. Het is liefde op het eerste gezicht. Flamingo Bay is een van de 5-sterrenhotels die overal opduiken sinds enkele jaren. Voor veel Mozambikanen betekent het brood op de plank. Het toerisme haalt de voormalige Portugese kolonie die tot 1992 geteisterd werd door een burgeroorlog uit het slop. Tijdens het diner zorgen vogels en krekels voor een subtiel klankdecor. Geen TV, geen radio, je leeft hier op het ritme van de natuur.


Flamingo's in Inhambane.


Toerisme brengt welvaart. 'Many people' is het antwoord van Manuel, de lokale gids, als ik hem vraag hoeveel inwoners Inhambane telt. De jongen laat me de nieuwe bank, de school en het benzinestation zien. De oude Portugese huizen die een sfeer van vergane glorie oproepen zijn voor hem totaal onbelangrijk. Zijn kennis van het verleden stopt bij: 'vroeger was er oorlog en nu niet meer'. Die burgeroorlog is ook de reden dat hij niet naar school ging. Engels leerde hij van de Zuid-Afrikanen die hier een lodge begonnen. Na de onafhankelijkheid in 1975 was 95% van de bevolking analfabeet, vandaag gaat het om minder dan de helft.

Steeds minder analfabetisme dank zij het toerisme.

De vele dhows (traditionele zeilboten) in de baai van Inhambane zijn indrukwekkend. De stad zelf is groen en heeft een overdosis aan charme. Vooral de markt is interessant, de geur van rijp fruit komt me al van ver tegemoet. Bushdokters verkopen er hun vreemde medicijnen, groenten en fruit zijn vernuftig gestapeld, geitenkopjes staren me aan van tussen grote lappen vlees. Wat verder loop ik met mijn sandalen door het geurende viswater, maar ik hou van dit soort marktjes die een synopsis zijn van het dagelijkse leven. In zijn eigen dorp is Manuel een betere gids, hij neemt me mee naar de plaatselijke bar, stelt zijn familie voor en legt me het systeem van de compounds uit, een soort erf waar de hele familie samenwoont, al is het in individuele hutjes. Manuel heeft intussen zijn eigen huis, het toerisme heeft hem geen windeieren gelegd.

Prachtige mangroves bij de lodge.


Gentle giants. De streek rond Inhambane is een wirwar van waterweggetjes door de mangroves en staat bekend om de enorme mantaroggen en de nog grotere walvishaaien. Je ziet ze in Tofinho naast Tofo, hèt surfersparadijs. Haaien krijg ik onder het snorkelen niet te zien en dat is maar goed. De walvishaai weegt algauw drie ton en wordt tot 7,6 meter groot. Het is de grootste vis in de oceaan. Hun bek alleen al is 1,5 m breed, gelukkig hebben ze erg kleine tandjes. Schrik om opgegeten te worden hoef ik niet te hebben want ze eten enkel plankton, maar met hun enorme bek zuigen ze wel alles op wat hun pad kruist. Mantaroggen spot ik wel, twee enorme exemplaren zwemmen onder me door, ze worden tot 6 m groot en zijn spectaculair om te zien. Ik blijf zo stil mogelijk in het water liggen en kijk bewonderend toe. Van deze kanjers leven er 350 in het Mantareef.


Blote voeten luxe in Benguerra.

Luxe op blote voeten. 'Glad you're here', Lee de manager van Benguerra lodge verwelkomt me hartelijk, de kamermeisjes doen het nog eens zingend over. 'Antonio zal uitstekend voor je zorgen, hij is je butler' zegt Lee alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Benguerra is het tweede grootste eiland van de Bazaruto archipel die uit vijf idyllische eilandjes bestaat. Het is een nationaal marinepark en heet een van de mooiste bestemmingen van Afrika te zijn. Het is een onaangetast paradijs, iets waar de lodges zich erg bewust van zijn. Ze doen er dan ook alles aan om die sociale en ecologische integriteit te behouden. Op het eiland wonen slechts een duizendtal mensen. De lunch wordt geserveerd op het terras van mijn casita, een wat te bescheiden naam voor mijn villa op het strand met een hemelbed, een bad midden in de kamer, een douche buiten en een uitnodigend zonnedek met zwembad en whirlpool. Antonio zorgt inderdaad voor alles. Als dit een voorproefje is van de hemel dan teken ik meteen. Ondanks de vijfsterren allures gaat het er ongedwongen aan toe, blote voeten luxe op z'n best. En toch is het vreemd om in dit land, dat ooit verscheurd werd door oorlog, in luxe te baden. Patricio, mijn dhow kapitein, vertelt me dat er heel wat ten goede veranderde sinds het toerisme op het eiland z'n entree maakte. Dat hij behoorlijk Engels praat dankt hij aan de lodge, ze geven er Engelse les aan volwassenen en zorgen dat de kinderen naar school kunnen. Hij is een en al lof: 'heel veel mensen werken voor de resorts, de Benguerra lodge koopt bijna al onze vis op en we mogen dhow tours organiseren voor de toeristen'. Intussen speelt de wind zacht met het primitieve zeil van z'n dhow en ik geniet volop van de rust. Als ik na zonsondergang mijn kamer binnenkom is mijn bad gevuld en staat er een fles champagne klaar. Antonio heeft gevoel voor timing.


Zand als suiker.

Nemo in levende lijve. Two miles reef ligt als een halve cirkel middenin zee, ik ga er snorkelen. Er zitten schildpadden en ook hier zie ik roggen, al zijn ze een stuk kleiner. Het lijkt alsof ik door een tropisch aquarium zwem met felgekleurde vissen, waarvan sommigen erg groot, zoals de blaaskop die zijn naam niet gestolen heeft, of bijzonder kleurrijk zoals de clownvisjes (Nemo). De chocoladedips, vooraan bruin en achteraan wit, vind ik het leukst. Ze zwemmen met honderden rond me. De stroming is sterk dus we rusten even uit op Pansy eiland, een grote zandbank, waar de pansyschelp (viooltjesschelp) aanspoelt. De hele zandbank ligt bezaaid met dit erg broze organisme dat normaal groen is en stekels heeft, maar eenmaal aangespoeld een parelwitte schelp wordt met bovenaan een afbeelding  van een viooltje. Binnenin zitten vijf kleine schelpjes die eruit zien als engelenvleugeltjes, waarover allerlei legendes de ronde doen.

Aangespoelde pansyschelpen, een juweeltje.

Zand als suiker. In het noorden van Benguerra liggen enkele meren waarin grote krokodillen zich schuil houden. Amerika, een lokale jongen die me begeleidt, vertelt me dat z'n vader ooit gegrepen werd door zo'n reus en gered werd door z'n moeder die als een super-woman een stok in z'n muil stak. Veiligheidshalve blijf ik weg van de oever, ik voel me niet geroepen als tussendoortje. Tussen de wilde gladiolen en palmen zitten mannen palmwijn te maken, een sterk ruikend troebel drankje dat ik beleefd afsla. We bezoeken de school (gebouwd door de drie lodges van het eiland), de kinderen dreunen hun lesje op en zijn blij met de onderbreking. We picknicken op South Point, een helderwit strand met enorme duinen en hier en daar een dode boom. Midden op het strand staat er een tafel met lekkernijen en heerlijk gekoelde witte wijn klaar en er ligt een mat met grote kussens. Het zand op het eiland voelt aan als suiker, het maakt een geluid alsof ik met blote voeten over een pas geboende vloer schuif. South Point staat in de top 10 van 's werelds mooiste stranden en... er is verder niemand te zien.


Het landschap als grootste troef.

Jungle fastfood. Pemba baai, de derde grootste baai van de wereld, in het noordoosten van Mozambique is Unesco werelderfgoed. Pemba Beach was het eerste luxehotel in de omgeving van de Quirimba archipel. Het hotel is de ideale stopover voor toeristen die naar een van de eilanden willen vliegen of naar het Niassa wildpark, zoals ik. Als ik de volgende ochtend uit het piepkleine vliegtuigje stap, vertrek ik in het Lugenda bushkamp meteen op voetsafari. Nick, een joviale reseacher die sinds kort voor Lugenda gidst vertelt: 'dit is een van de laatste wilde plekken in zuidelijk Afrika, 42.000 km2 pure natuur, onaangetast door mensenhanden.' Lugenda is de enige safarilodge in het hele gebied. Weinig kans dus om met twintig jeeps rond dezelfde leeuw te staan. Na de burgeroorlog was het wild gereduceerd tot een minimum: guerrillastrijders leefden van bushmeat en neushoorns en olifanten werden afgemaakt om met de opbrengst van hun hoorns en slagtanden wapens te kopen. De rest van de dieren vluchtten voor het geweld, het natuurgebied is niet omheind. Nu is dat een zegen, want er is intussen terug een massa wild, tot grote kuddes buffels en leeuwen toe. Het gevoel om met zeven mensen in een immens groot gebied rond te lopen met achter elke struik de kans een om groot wild tegen het lijf te lopen is ongelooflijk spannend. Vanochtend hoorden we leeuwen in het kamp, we vinden hun pootafdrukken terug op de enorme zandvlakte voor de lodge, de bedding van de Lugendarivier die voor 80% droog staat.

Leeuwen verschuilen zich in het hoge gras.

Met een makoro (Afrikaanse kano) steken we het beetje water dat nog rest over. In de verte zien we een paar waterbokken, ze zijn net als impala's te herkennen aan hun achterwerk, de eerste met een witte cirkel, de laatste met de M van Mc Donalds. Heel toepasselijk want voor de leeuwen zijn ze fastfood. Een hammerkoph vliegt hoog boven onze hoofden. Later zien we zijn nest. De vogel heeft vrij spel want hem doden brengt ongeluk en verderf volgens een oud bijgeloof. Het landschap, een witte zandvlakte met op de achtergrond grillige bergen en overal baboontails, zwarte wortels met een dot blond 'haar' er bovenop, is indrukwekkend. We blijven op veilige afstand als we een olifant spotten. Het hoge gras is een perfecte schuilplaats voor leeuwen, maar die houden zich gelukkig koest. Nick kent de wildernis als z'n broekzak en leert ons sporen en uitwerpselen herkennen. We lopen dicht bij elkaar zodat eventuele roofdieren ons als een gevaarlijke tegenstander zien, ik voel me een stuk van een zevenkoppige draak.


Een felgroene kameleon kruist behoedzaam ons pad.

Totale euforie. 's Avonds nemen we onze sundowner (aperitief in de wildernis) midden op een open vlakte in de bush, terwijl de Afrikaanse lucht op z'n mooist is. Als het donker wordt zetten we onze tocht verder en zien we een civet een puffadder verorberen. Het beest schrikt en laat z'n verse prooi achter. 's Nachts in het kamp hoor ik weer leeuwen en een stel olifanten vreten de bomen die over m'n tent hangen leeg. Dit is het echte wilde Afrika, de junglegeluiden klinken me als muziek in de oren. Op mijn laatste rit door de bush steekt een felgroene kameleon ons pad over, heel behoedzaam, zijn oogballen draaien wild in het rond. Ik kan er naar blijven kijken maar plots trekken twee arenden mijn aandacht. Eentje duikt naar een boom vol bavianen, de andere blijft laag rondvliegen. Als de apen zich verschrikt verstoppen en nog enkel oog hebben voor hun belager, slaat de tweede toe uit een onverwachte hoek. Hun samenwerking is ingenieus. Nochtans zijn bavianen zelf de vierde grootste doders in de bush vertelt Nick, ze kunnen zelfs een luipaard aan. Luipaarden zien we niet, maar de grootste troef is het landschap zelf. Vanop een berg kijk ik uit over de grillige rivier, wanneer ik besef dat we de enige mensen zijn in deze oneindige wildernis, bekruipt me een gevoel van totale euforie.


ZEKER DOEN

1. De hoofdstad Maputo is een erg aangename stad, met een prachtig station en andere architecturale pareltjes zoals het metalen huis van Eiffel.
2. Maputo heeft bijzonder leuke markten waaronder de vismarkt, de vis die je er koopt, kan je laten grillen in een van de restaurantjes rondom de markt, zo proef je meteen de lekkere lokale keuken.
3. Meevaren met een visser in een traditionele houten dhow is een leuke ervaring, de dhows worden nog steeds gebruikt voor de visvangst.
4. Inhambane bezoeken, niet alleen voor de natuur errond, het is ook een van de oudste steden van Zuidelijk Afrika. De Portugese kathedraal uit de 18de eeuw is alleen al een bezoek waard.
5. Zeker ook naar het noorden van Mozambique trekken, het is een van Afrika’s laatste onontdekte gebieden, nog erg wild en authentiek.
6. Als het kan laat dan een romantische picknick organiseren op het Pansy eiland, een zandbank in het midden van de oceaan, enkel bij laagtij.
7. Naast het Bazaruto Marinepark met 5 idyllische duineilanden (o.a. Benguerra) en een adembenemdende onderwaterwereld, zeker ook de Quirimbas archipel bezoeken: 32 prachtige koraaleilanden, een luxe versie van de Caraïben, maar dan veel exclusiever.
8. Als je de tijd hebt zeker naar het eiland IBO gaan, het is Unesco werelderfgoed en maakt deel uit van de Quirimbas archipel, prachtige Portugese architectuur.  
9. Het Niassa reservaat: tweemaal zo groot als het Krugerpark, met bijna geen bezoekers, dus geen files om dieren te zien. Het wordt beschouwd als een van de wildste gebieden in Afrika.

NIET DOEN:

1. Na zonsondergang nog gaan rondrijden, de wegen zijn niet altijd van topkwaliteit en er lopen veel mensen en dieren rond.
2. Camera’s en veel juwelen rondhangen in de steden is geen goed idee, het brengt mensen op ideeën.
3. Ondanks het feit dat Mozambique een relatief veilig land is, niet alleen gaan rondlopen als het donker is in Maputo, je kan best een taxi nemen, ze zijn erg goedkoop.

PRAKTISCH:

AMAZING JOURNEYS: Voor alle info over deze reis kan u de brochure aanvragen van Amazing Journeys, of kijken op hun website: www.amazingjourneys.be

Amazing Journeys heeft drie agentschappen:

- Travel Tip te Herenthout: 014/50.20.50
- Archeon Travel te Meise: 02/270.30.10
- Riviera Reizen te Hamme: 052/47.96.94
 

VLUCHTEN:    
                                                                                    
1. South African Airways: Brussel-Londen-Johannesburg-Maputo, dagelijkse vluchten vanuit Brussel
2. TAP: Brussel-Lissabon-Maputo, driemaal per week vanuit Brussel (do, vr en ma)             
3. LAM  Mozambique: voor de meeste binnenlandse vluchten

Formaliteiten: paspoort moet nog zes maanden geldig zijn en je hebt een visum nodig die je best in Brussel haalt, om lange wachttijden aan de grens te vermijden.                                                                                                          
Ambassade van Mozambique: Sint Michielslaan, 97 in 1040 Brussel, tel.: 02/736 25 64 of 02/736 00 96. Voor een enkele entree betaalt u 42 € en voor een meervoudig visum kost het 58 € (beiden zijn 1 tot 3 maanden geldig). Als je veel haast hebt en het binnen de 24u gedaan wil krijgen, komt er 15 € bij, normaal hebben ze maximaal zes dagen nodig.                                                                        
Munt: 1 Euro = 40,73 Metical. Je kan geld uit de muur halen, maar enkel in de steden. Grote hotels wisselen ook, maar aan een ongunstige koers. Traveller cheques worden aanvaard in dollars en Zuid-Afrikaanse Rand.                                                                                     

Talen: Portugees is de voertaal, maar in Maputo en in de resorts spreken aardig wat mensen Engels. Verder zijn er ontzettend veel dialecten, eigen aan de stad, het dorp of de regio.                                                                                        
Gezondheid: aangeraden vaccinaties: DTP, tyfus en hepatitis A en B, Malaria komt overal voor in Mozambique, dus op tijd pillen beginnen nemen. Voor meer info kan je het Tropisch Instituut bellen of hun website raadplegen: www.itg.be.                                                                                                                                                                     
Klimaat: De beste periode is hun winter: van mei tot oktober. De temperaturen zijn dan veel aangenamer dan in de hete zomer en het regent niet. December en januari zijn erg druk, veel lodges zitten vol. In februari is het cycloonmaand en is er veel gesloten aan de kust.                                       
Tijdverschil: Tijdens onze wintertijd is het één uur later in Mozambique, in de zomer is er geen tijdverschil.  
© MYRIAM THYS - DICHTBIJ & VER WEG 2014


MOZAMBIQUE, AFRIKA'S NIEUWSTE HOT SPOT

Geen opmerkingen

Naam

E-mail *

Bericht *

-->